donderdag 31 december 2015

Die vermaledijde rottelefoon, of mijn goede voornemen voor 2016

Als je in je eentje op van alles af gaat en niet aan je telefoon vastgeplakt zit (nou ja, probeert te zitten), heb je alle tijd om om je heen te kijken. “Mensen kijken”, noemt mijn familie dat altijd. En ’s mensens doen en laten observeren is meestal erg interessant, en leerzaam, en soms ook wel frustrerend. Maar ook die frustratie is weer bedoeld om mij wat te leren, hoop ik dan maar.

Wat me vaak opvalt, is hoe sterk iedereen om mij heen aan zijnhaar telefoon vastgeplakt zit. Whatsappen, of facebooken, naar de kleuren op het scherm te oordelen (verder dan de kleuren op het scherm kijk ik niet want meelezen met een ander is zo onbeschoft). Mensen zitten soms zelfs de halve tijd aan hun telefoon vastgeplakt als ze met jou iets aan het doen zijn, waardoor je je onwillekeurig toch wel afvraagt of ze het eigenlijk wel léuk vinden, dat wat ze met jou aan het doen zijn, en of ze jou eigenlijk wel leuk genoeg vinden als ze zich zo overduidelijk gedragen alsof ze hun telefoon veel leuker vinden dan jou. 

Maar aan de andere kant, omdat ik van mezelf niet stiekem mee mag kijken/lezen/spieken met wat ze aan het doen zijn, weet ik niet wat ze aan het doen zijn. Misschien whatsappen ze wel met hun kinderen die vragen of ze opgehaald kunnen worden van ikweetnietwaar, of misschien whatsappen ze wel met een vriendin die een schouder om op uit te huilen of een ruggesteuntje nodig heeft omdat ze echt rottige dingen meegemaakt heeft. Misschien is het dus wel echt belangrijk.

Maar aan weer een andere kant, is het natuurlijk ook wel een beetje zo dat de combinatie van smartphone plus facebooksocialemediadinges sterk inhaakt op ’s mensens nogal fundamentele behoefte om ergens bij te horen (hoe voel je je zelf als je de heeikhebeenberichtjeping van je telefoon hoort? Denk je dan stiekem bij jezelf één kort momentje “jeujeujeuj”?). Dus het kan ook nog zo zijn dat wat ze dan ook aan het doen zijn op de telefoon, niet echt belangrijk belangrijk is, maar meer hun shotje “erbij horen” is. En dan zou je het ze niet méér kwalijk kunnen nemen dan je het een heroïnejunk kwalijk neemt dat ‘ie een shot nodig heeft, want dan zou het meer iets verslavingsachtigs zijn, en kun je het niet echt meer een vrije keuze vinden om op je telefoon te kijken.

Of misschien is het wel gewoon zo, dat we met ons allen geleerd hebben vooral onszelf belangrijk te vinden (het jijbentuniekenspeciaaleneenprinsprinses fenomeen). En dan is het gewoon een teken van veranderende manieren, waarbij je als oudere of oudere jongere iets zeurends kunt mompelen met “die jeugd van tegenwoordig” er in, gemakshalve even negerend dat de mensen die in de kroeg, de bus, de trein, de typisch nederlandse verjaardagskringfeest en de Efteling aan hun telefoon vastgeplakt zitten ook soms grijze haren en rimpels hebben en het dus echt geen jongeregeneratiedingetje is.

Al die mogelijkheden overdenkend, lijkt het toch het makkelijkst om mezelf te leren accepteren dat dingen zo zijn als ze zijn. Mezelf, daar heb ik tenminste een beetje invloed op, nietwaar? 

Mijn goede voornemens voor 2016 zijn dan ook:
  1. mezelf niet meer ergeren aan tijd die ik en anderen aan hun telefoon vastgeplakt zitten.
  2. verder gaan met minder aan mijn telefoon vastgeplakt zitten


Doe je met me mee? 

vrijdag 25 december 2015

Kerstvrede

Het is kerstochtend en als ik wakker ben, opgestaan, aangekleed en gewandeld, ga ik tijdens het ontbijt even zitten kijken naar de kerstmantracker die ik gisteravond gevonden heb op noradsanta.org. De tracker bestaat uit een kaart met daarboven zwevend een animatie van kerstman, slee, zak met pakjes en negen rendieren. Rudolf met zijn rode neus uiteraard voorop. Rechtsboven is een tellertje dat aangeeft hoeveel cadeautjes de kerstman al bezorgd heeft.

Ik weet dat ’t maar een animatie is, en niet echt. Maar nu ik (net als gisteravond) naar die tracker zit te kijken, en daar al bijna zeven miljard bezorgde cadeautjes op zie staan, tovert mijn fantasie toch meteen een plaatje van een kerstman met slee en rendieren, onderweg van huis naar huis, landend op de daken en door de schoorsteen naar de huiskamer afzakkend om cadeautjes onder de boom te leggen. Een plaatje van kinderen die wakker worden van het gerinkel van belletjes en het getrappel van rendierhoeven op het dak, terwijl de rendieren aantrekken om de zware slee weer de lucht in te krijgen. Allemaal stuiven ze naar het raam, om de slee in de verte te zien verdwijnen tegen een schitterende volle maan. 
Een beeld kortom, dat is samengesteld uit een heleboel kerstverhalen en kerstfilmpjes en -films.

Ik weet dat het niet echt is, maar op dit moment geloof ik eventjes helemaal in de kerstman, terwijl ik me al die grote en kleine kinderen voorstel die ’s ochtends beneden komen en blij en opgetogen cadeautjes onder de boom zien liggen, terwijl het gisteravond klaar gezette glas melk leeg is, de wortels voor de rendieren weg zijn en de schaal met koekjes alleen nog maar een paar kleine kruimeltjes bevat. Grote en kleine kinderen die vredig en blij met elkaar tikkertje of verstoppertje spelen, sneeuw- of zandmannen bouwen en lachen, in plaats van ruzie te maken en bommen op elkaars hoofd neer te gooien. 

En even moet ik denken aan die kerstliedjes van Kinderen voor Kinderen. Kon het maar eeuwig kerstmis zijn.

Als ik Willie Wortel was, vond ik wereldvrede uit.

dinsdag 22 december 2015

Hoe de kerstman de kerstman werd - deel 6 van een verhaal in 6 delen

deel 1 | deel 2 | deel 3 | deel 4 | deel 5 | deel 6

Kris werd eerst naar zijn huis gedirigeerd, waar hij ontdekte dat zijn vrouw stiekem samen met een paar elfen gewerkt had aan fijne warme kleren voor de reis. In zijn kamer bleken een mooie rode jas en een rode broek klaar te hangen, beiden lekker warm gevoerd met schapenwol dat er in een brede witte rand onderuit piepte. Daar zou hij het niet gauw koud in krijgen, dacht hij vrolijk.

Hij trok de kleren aan en vond onder zijn stoel een paar mooie zwarte laarzen. Zijn vrouw zette hem een bijpassende rode muts op, waarna hij zichzelf in de spiegel bekeek. "HO HO HO", lachte hij, "wat zie ik er mooi uit!". “Echt kerstige kleuren voor een echt kerstige man, lieverd", zei zijn vrouw. "En zo zal ik ook heten", zei Kris, "voortaan noem ik mezelf de Kerstman!”. En jij bent mijn lieve Kerstvrouw.

In zijn mooie nieuwe rode kleren liep de kakelvers benoemde Kerstman achter zijn elfen aan naar de Grote Stal. Achter de stal, in de wei, stonden zijn rendieren voor een prachtige arreslee! En Rudolf stond helemaal vooraan, zag hij. Met lichtgevende rode neus, nog wel. "Fijn, want Rudolf weet tenminste altijd de weg, nu zullen we niet verdwalen en door die neus kunnen we nog zien waar we heen gaan ook", dacht Kris Kerstman. Hij bewonderde de slee. Wat was hij groot! En rood! En mooi! En al die belletjes overal die zo mooi klingelden! Glimlachend gaf hij elk rendier een aai over de kop.

Kris Kerstman klom in de slee en keek even achterom naar de reusachtige zak tjokvol cadeautjes die achter hem in de slee lag. "Vooruit dan, we gaan!"

De rendieren zetten aan, en daar gingen ze lucht in! Hij keek om naar de snel kleiner wordende elfen en wierp een laatste blik op zijn lieve vrouw voordat hij zich richtte op de kinderen die hij mooie cadeautjes zou gaan geven.

De Kerstvrouw en alle elfen keken hem na terwijl ze uit volle borst juichten.

"HO HO HO", hoorden ze terwijl de slee in de verte verdween.
"Vrolijk kerstfeest!"

zondag 13 december 2015

Hoe de Kerstman de Kerstman werd - deel 5 van een verhaal in 6 delen

deel 1 | deel 2 | deel 3 | deel 4 | deel 5 | deel 6 

Samen met zijn vrouw stond hij op een bergtop te kijken naar de gigantisch grote gebouwen in de vallei beneden hem. Sjonge wat was dat groot!

"Kijk", wees Bernard, "dat is de speelgoedfabriek, en daarachter is jullie huis en daar rechts is de grote stal met daarachter de weiden voor jouw negen rendieren.". Kris vond het fijn dat zijn rendieren met hem meegekomen waren en samen met hem en zijn vrouw mee zou leven. Die negen waren toch een beetje zijn beste vrienden geweest terwijl hij zijn kudde hoedde.

In een opgewekt humeur gingen Kris en zijn vrouw de daaropvolgende maanden aan de slag met bedenken van welk kind welk cadeau moest krijgen. Wat een werk bleek dat te zijn! Ze verdronken bijna in de eindeloze lijsten met namen. Brave kinderen kregen iets moois, dat was niet zo moeilijk, maar wat moesten ze met stoute kinderen aan? "We kunnen stoute kinderen niet zomaar ook een cadeau geven", zei Kris sip tegen zijn vrouw, "want ze moeten wel leren dat braaf zijn beter is dan stout zijn. "

"Nou, we zouden ze niets kunnen geven, of iets wat niet leuk is”, dacht zijn vrouw hardop.

Kris ijsbeerde heen en weer voor de grote kachel terwijl hij hardop liep te piekeren. Iets geven wat niet leuk is, ja, maar wat dan? Toen hij zijn teen stootte aan de kolenkit, wist hij het ineens. "Ik heb het!", riep hij vrolijk uit. "We geven stoute kinderen een kooltje!"

Zo gezegd, zogedaan. Terwijl de Grote Datum (ze hadden afgesproken om het met kerst te doen) snel dichterbij kwam, legden ze met vereende krachten de laatste hand aan alle cadeautjes. Het plan was om bij het vallen van de duisternis op weg te gaan en dan bij het aanbreken van de ochtend klaar te zijn. Het was veel werk, maar Kris had van de elfen een trucje geleerd waardoor hij de tijd langzamer kon laten lopen. Zo zou hij tijd genoeg hebben voor alle kinderen op de wereld.

"Kom dan, Kris, kom dan!", riepen de elfen opgetogen toen de avond aanbrak. "We hebben een verrassing voor je!".

maandag 7 december 2015

Hoe de kerstman de kerstman werd - deel 4 van een verhaal in 6 delen


deel 1 | deel 2 | deel 3 | deel 4 | deel 5 | deel 6 

"Jij houdt veel van kinderen", zei de elf, "en wij ook. Jij vindt het leuk om cadeautjes te geven aan de kinderen, en wij ook.". De elf stelde zich voor als Bernard de Hoofd-Elf, en legde uit dat ze met alle elfen een groot plan hadden bedacht om alle kinderen op de wereld cadeautjes te geven. In één nacht, nog wel. En dat ze een mens nodig hadden om te bepalen wat mensenkinderen graag wilden krijgen. En ook om de cadeautjes rond te brengen hadden ze een mens nodig. Elfen waren daar toch net even te klein voor.

"In één nacht? Dat kan toch nooit?", zei Kris verbaasd. "Daar is de wereld veel te groot voor!".

"Nee hoor, met elfenmagie kan het wel," zei Bernard. "En we zullen het jou ook leren! We hebben een hele grote fabriek gebouwd op de Noordpool waar we allemaal mooie speelgoed voor de kinderen willen gaan maken, maar we hebben jou nodig om te weten wat we precies maken moeten, en voor wie. En ook kunnen wij niet de cadeautjes bezorgen. Daar hebben we ook jouw hulp voor nodig."

"Nounou, dat is me nogal wat. En mijn vrouw dan? Die laat ik niet zomaar in de steek hoor, net als mijn rendieren!".

"Jouw vrouw komt gewoon mee en je rendieren komen ook, we hebben een mooi huis gebouwd voor jullie waar jullie wonen kunnen en waar je kunt bedenken wat voor speelgoed we allemaal gaan maken voor de kinderen. Er is een mooie stal en een wei voor je rendieren.

We kunnen alles nu gaan bekijken als je wilt, en dan kunnen we ook de ceremonie uitvoeren die jou onze elfenmagie geeft."

Bij het idee van magie sputterde Kris nog wel even tegen: "hoho, magie, daar weet ik niks van. Wat moet ik daarmee? Kan ik dat dan straks zomaar of zo?"

"Je zult wel wat moeten leren, maar sommige dingen zul je inderdaad gewoon zomaar kunnen na de ceremonie. Bijvoorbeeld weet je vanzelf of een kind braaf of stout geweest is. En je vrouw en jij zullen dan ook nooit meer ouder worden.".


Kris dacht een hele lange poos na terwijl hij Rudolf over zijn kop aaide. Het leek hem waarachtig wel wat, alle kinderen cadeautjes mogen geven. Hij werd al ouder, en kon de stam en de rendieren toch minder goed bijhouden dan vroeger. Maar toch. Alles achterlaten? En nooit meer ouder worden? Dat betekende dat hij uiteindelijk alleen zou zijn, omdat al zijn vrienden dood zouden gaan en hij zou doorgaan met leven.

Aan de andere kant zou hij ook een hoop nieuwe vrienden krijgen, dacht hij. Alle elfen zouden zijn vrienden zijn. En zijn vrouw zou er zijn. En de rendieren zouden er zijn. En hij zou al zijn tijd mogen besteden aan het samen met de elfen maken van mooie dingetjes voor de kinderen.

Ja, het leek hem wel wat. Het leek hem ook wel eng, en moeilijk, maar toch leek het hem wel wat.