woensdag 21 december 2011

Bekende kledingverzoeken

Laatst heb ik een blogje geschreven over wel of niet meedoen aan buitenissige en aparte kledingverzoeken. Bijvoorbeeld het verzoek om als piraat verkleed te komen naar een Pirates Of The Carribean-feest. Toen heb ik beloofd om nog eens een stukje te schrijven over vaak voorkomende kledingverzoeken. Het wordt hoog tijd om die belofte eens in te lossen, dus hier komt 'ie:

Bekende kledingverzoeken:

  • White tie. Ook wel avondkleding of evening dress genoemd. Meest formele kledingverzoek dat de westerse cultuur kent. Heren in rokkostuum (jacquet mag ook), dames in galajurk. Details op wikipedia. Als je geen rokkostuum hebt, kun je er ook eentje huren. Neem wel iemand mee die kan helpen beoordelen of het rokkostuum in kwestie goed past. 
  • Black tie. Heren in smoking, dames in cocktailjurk of galajurk (hangt af van de gelegenheid). Details op wikipedia. Rond de kerstdagen heeft de C&A meestal wel smokings te koop voor een redelijke prijs. En in geval van nood kun je natuurlijk ook huren. Neem ook bij het huren of kopen van een smoking iemand mee die kan beoordelen of de smoking goed zit.
  • Business: Ook wel informal of casual genoemd. Heren dragen een pak (met stropdas uiteraard) en dames een mantelpak. 
Voor meer achtergrond over kledingverzoeken en de geschiedenis daarvan, kun je onder andere hier terecht. 

Verder kom ik nog wel eens vragen tegen over vage kledingverzoeken, zoals bijvoorbeeld "feestelijk" of "kerstig" of "zomers" of iets dergelijks. 

Mijn advies aan organisatoren en ceremoniemeesters: mijd dit soort kreten, en als het toch nodig is, verduidelijk ze dan op de uitnodiging. Wees voor alles duidelijk in wat je verwacht van je gasten. Iets verkeerd begrijpen is héél erg makkelijk gebeurd en gasten die je uitnodiging verkeerd begrijpen, kunnen je feest aardig ruïneren. 

Mijn advies aan mensen die opgescheept worden met zo'n kledingverzoek: vraag bij twijfel altijd even na bij de organisatie wat ze zich daarbij voorstellen! Want voor de één is feestelijk minstens een smoking, terwijl de ander het al feestelijk genoeg vindt om een schone spijkerbroek aan te trekken (en dan uiteraard een baggy jeans want dat is hip...) en een kerstslinger uit de kerstboom te plukken en om de hals te hangen. 

En vraag bij twijfel altijd even na bij de organisatie of de ceremoniemeester! Het is maar één telefoontje of e-mailtje en je voorkomt er mee dat je je rottig en ongemakkelijk voelt omdat je "er niet bij past".

Ciao,
Ingrid.

donderdag 15 december 2011

Kiiiaaaaiiiiii!!

Gisteravond heb ik de laatste les gehad van acht lessen van een weerbaarheidscursus. Die cursus is gestoeld op het gedachtegoed van Wendo (voor meer informatie lees hier en hier) en ik vond hem erg nuttig. Tegenwoordig raad ik hem dan ook aan iedereen aan die ik spreek (ohja ook aan jullie dus :) : www.wijsweerbaar.nl ).
Je leert een hoop nuttige dingen op zo'n cursus, we begonnen in de eerste les met fysieke zelfverdediging. We hebben een aantal technieken aangeleerd gekregen om ons te bevrijden als iemand ongewenst ons bij de pols pakt, ongewenst de armen om ons heenslaat en zulke dingen meer. En alleen al het besef dat je weet wat je doen kunt/moet in zo'n situatie geeft veel zelfvertrouwen en werkt heel bevrijdend; ik ben lang zo bang niet meer als vroeger. "Stel dat er wat gebeurt" dacht ik vroeger, "dan kan ik ja niks doen want zij zijn veel te sterk". Nu denk ik "ach ik weet wat ik kan en moet doen, dus ik kan het aan". Tegenwoordig loop ik 's avonds een stuk ontspannener op straat dan eerst.

Later hebben we ook een hoop oefeningen gehad die over grenzen gingen, hoe voel je dat iemand over je grens gaat, en wat is dan de beste manier om daar wat van te zeggen als je dat niet wilt? Ook erg nuttig, en dat heb ik in de praktijk ook al gebruikt en profijt van gehad. Het is erg handig dat je weet hoe je moet vertellen dat je iets niet wilt of iets niet prettig vindt zonder direct kwaad te moeten worden of ruzie te moeten maken om je probleem door te laten dringen tot de ander.

Gisteravond was de laatste les. Jammer genoeg. Maar het was wel een leuke les, en de laatste oefening was het meest spectaculair. Er werd een plankje t los op twee andere plankjes gelegd. En toen moesten we dat plankje doorslaan! Net als in een slechte karatefilm dus, en ik vroeg me dan ook af of dat wel kon. Maar het lukte!! Ik heb een plankje doorgeslagen met mijn blote vuist! Mijn twee helften heb ik bewaard, ik geloofde eerst helemaal niet dat het kon maar het is toch gelukt en ik ben er erg trots op.

Dus ga ik iets bedenken waardoor ik steeds naar die twee halve plankjes kan kijken en hieraan kan terugdenken, en weer weet dat je heel veel kunt zolang je zelf maar gelooft dat je het kunt.

Ciao,
Ingrid.

zondag 11 december 2011

Gillende Beatlesfans

Op de televisie zag ik net een kort stukje over de Beatles. Met uiteraard hele horden gillende en flauwvallende Beatles-fan-meiden. De bekende beelden dus. Vroeger dacht ik altijd als ik die beelden zag:"stom hoor, zo je longen uit je lijf gillen". Eigenlijk best wel lelijk van mij, dat ik altijd zoiets minachtends dacht.

Maar toen ik zojuist dat stukje op de televisie zag, betrapte ik mezelf ineens op een heel andere gedachte. Eentje die meer ging van: "sjonge wat moet het supergaaf zijn om je zo te kunnen laten gaan in het moment. Je niet zorgen hoeven maken over wat anderen denken en lekker de longen uit je lijf gillen alleen maar omdat jij dat op dat moment wilt doen". Wat zo ééntje ben ik stiekem best wel: stel dat anderen dit lelijk vinden, stel dat anderen stom vinden wat ik doe, wat zullen ze wel niet denken? Zulke zelfvertrouwen-afbrekende-gedachten.
Inmiddels heb ik mezelf gelukkig zover weten op te voeden dat ik, als de vraag:"wat zullen anderen wel niet denken?" in mijn hoofd opdoemt, ik meteen denk:"maar wat kan mij dat eigenlijk schelen?" Daar is dan weer geen pasklaar antwoord op, want om te beginnen is er natuurlijk de vraag wie die anderen eigenlijk zijn. Zijn het onbekende onbekendelingen of zijn die anderen je beste vrienden? Dat maakt uit. Aan weer een andere kant, bij echte vrienden zou je op begrip moeten kunnen rekenen. Toch? Sja. Wat kan het me eigenlijk schelen wat anderen denken? En waarom kan dat me schelen?

In ieder geval, als alles gezegd en gedaan is lijkt het me toch wel tof, om één moment de controle over jezelf en het zelfbewustzijn compleet overboord te durven gooien. Niet steeds "verstandig" en "volwassen" hoeven moeten doen.

En eventjes een gillende beatles-fan te zijn.
Nouja, een gillende Queen-fan mag ook :)

Ciao,
Ingrid.

zaterdag 10 december 2011

Kleden voor een themafeest

In mijn mailbox vond ik een e-mail waarin de volgende vraag gesteld werd:

"Wij zijn uitgenodigd voor een feest, maar dat feest heeft een piratenthema. Nu worden we allemaal gevraagd om als piraat verkleed te komen. Kunnen we daar onderuit en gewoon lekker een spijkerbroek aantrekken?"

Sja, themafeesten. In de zomer heb je Hawaiian parties, Carribean Parties en in deze tijd stikt het van de christmas parties en galafeesten, en wat er nog meer verzonnen wordt. Als het feest in kwestie een thema heeft dat je leuk vindt is dat uiteraard geen enkel probleem, maar als het een thema betreft dat je niet ligt, kun je dat dat gewoon negeren en iets "normaals" aantrekken?

Simpele vraag, met een moeilijk antwoord.

Allereerst hangt het natuurlijk af van wie het feest geeft. Als het je beste vriend is, kun je op meer begrip rekenen voor spelbreken dan bij een vage kennis of een zakenrelatie. Als het een verjaarsfeestje is, kun je op meer begrip rekenen dan als het een bruiloft betreft. Het hangt dus nogal af van je relatie tot het feestvarken, en van het feest zelf. Hoe belangrijk is het voor de feestgever?
Die afweging moet je zelf maken. En denk er serieus over na! Want niet meedoen is spelbreken.
De organisatie van het feest heeft een bepaalde sfeer in gedachten, en heeft daar veel moeite voor gedaan door middel van de juiste zaal huren, de juiste decoraties regelen, soms artiesten inhuren die binnen het thema passen, aangepaste uniformen voor het bedienend personeel. Er veel tijd, moeite, hoofdbrekens en geld ingestoken. Het belangrijkste onderdeel van ieder feest, dat zijn de gasten. Zij zijn het meest prominent en in de grootsten getale aanwezig, vormen de grootste groep mensen. Als de organisator wil dat het feest een bepaalde sfeer ademt, dan moet hij of zij zich er op de één of andere manier van verzekeren dat zijn gasten het spelletje meespelen. De handigste manier om dat te doen is een kledingverzoek oftewel dress code op de uitnodiging te zetten.

Weigeren mee te doen aan de dress code, daar moet je dus toch even goed over nadenken. Want eigenlijk is het een verkapte belediging, een manier van zeggen: "je valt maar dood met dat rare/stomme gedoe". Je zult zelf moeten bepalen of je weigering om mee te spelen ook zo opgevat wordt, jij kent jouw vrienden en kennissen beter dan ik tenslotte. Maar gun de gedachte in ieder geval wat tijd en denk serieus na over een kledingverzoek, en als je weigert mee te doen, doe dat dan vanwege een serieuze reden, en weiger niet alleen maar omdat je geen zin hebt om wat te regelen of zoiets. (En nee, drukdrukdruk telt ook niet mee als serieuze reden. Drukdrukdruk betekent dat je hetzij je eigen agenda niet kunt plannen, hetzij dat je het hele gedoe gewoon niet belangrijk genoeg vindt. Het betekent niet dat je het echt druk hebt).

Mijn advies over kledingverzoeken: doe mee of ga niet.

Als je wel mee wil doen aan het kledingverzoek maar de kleding niet hebt, en de handigheid of de tijd niet hebt om zelf iets in elkaar te vogelen wat bij het thema past, dan valt er altijd wel wat te huren. Gewoon even googlen op "kledingverhuur" of "kostuumverhuur" of iets dergelijks, dan kom je een heel eind!

Ciao,
Ingrid.

Volgende keer hierop doorbordurend een korte uitleg van bekende kledingverzoeken. Plus wat voorbeelden van kledingverzoeken die minder wat minder handig geformuleerd zijn.

zondag 4 december 2011

Toch voordeliger

De C&A is nou echt zo'n winkel die alleen maar heel gewone dingen heeft. Maar wel heel goedkoop. Zo goedkoop zelfs, dat ik me soms afvraag of ik er wel zou moeten kopen. Stel je voor dat de leveranciers van C&A aan kinderarbeid doen. Dan zou ik daaraan meehelpen als ik bij de C&A zou kopen. Ik neem mezelf steeds weer voor om dat eens uit te zoeken, maar op de één of andere manier verzuipt dat voornemen steeds weer in de dagelijkse waan der dingen.

Dus loop ik er soms toch naar binnen als ik door de Heerestraat loop. En de laatste tijd heb ik weer een doel: een poosje geleden heb ik truien opgeruimd en alles wat écht lelijk was of écht niet meer kon weggedaan. Bleven er drie truien over, waarvan ééntje nogal aan de krappe kant is (wel jammer wat dat is gelijk wel de mooiste - die heeft Oma nog zelf gebreid). Dat vind ik wat weinig dus daar wil ik wel een of twee bij hebben. Maar dan moet ik wel tegen iets geschikts aanlopen. En dat gebeurt alleen maar als je regelmatig gaat neuzen in de schappen, dus doe ik dat ook.
En afgelopen zaterdag liep ik bij de C&A zomaar tegen twee leuke truien aan, die nog mijn maat zijn ook. Een felrode trui met kabels en een crème trui met beige golfjes er op. Beide truien leken me eigenlijk wel geschikt voor overdag, voor mijn dagelijks loonslaafjesbestaan op kantoor. Mooie simpele gewone modellen, allebei. Geen gezeur met van die armloze truien die je steeds ziet en die ik helemaal niet mooi vind (en niet praktisch ook want daar moet je nog iets warm onder aantrekken om het niet koud te hebben). Geen noorse motieven die ik niet mooi vind.

Lekker gewoon, lekker neutraal, en een hoge hals dus lekker zedig. Want zedig "hoort" op kantoor. In ieder geval waar ik werk stellen ze dat wel op prijs. Dus heb ik beide truien gepast en beide gekocht. Ze zaten wat ongemakkelijk rond de bovenarmen, maar dat is bij mij altijd zo. Ik heb gewoon rare armen. Het totaalbedrag kwam op net geen vijftig euro. Da's toch niet gek, voor twee truien.

En dat zomaar bij de C&A. Die is kennelijk toch voordeliger. En daar hebben ze op de gewone-maten-afdeling zomaar truien tot en met maat 50.

Ciao,
Ingrid.

maandag 28 november 2011

Weggeweest

Weggeweest ben ik.
Heel lang.

Overspannen. De officiële diagnose luidde "bore-out". Ik moest eerst googlen om uit te vinden wat dat was. Internet leerde me dat dat is dat je overspannen wordt door te weinig uitdaging in je leven. Dat was nieuws voor mij; ik wist niet dat dat kon.
De bedrijfsmaatschappelijk werkster was van mening dat ik in mijn pubertijd ben aangeland. Een beetje laat, maar beter laat dan helemaal nooit. De bedrijfsarts noemde het liever "mid-life-crisis" (mijn reactie daarop: Ew!). Hoe je het ook noemt, in elk geval kwam ik pardoes in een periode terecht van noodgedwongen stilstaan bij jezelf, bij wie je bent, bij accepteren van jezelf, je lichaam en je karakter. Van verandering.

Overspannen zijn doet rare dingen met je lichaam. Toen ik anderhalve maand ofzo overspannen was, kreeg ik een presentatie onder ogen met een opsomming van dingen waaraan je kunt merken dat je de verkeerde kant opgaat. De klachten in kwestie kwamen me allemaal eigenlijk wel bekend voor. Spijsverteringsklachten: check. Niet-meer-kunnen-ontspannen-klachten: check. Hartkloppingen: check. Regelmatig hoofdpijn: check. Regelmatig rugpijn: check. Rsi: check. En zo nog een paar dingen. Als ik dat allemaal nou een jaar eerder geweten had, zou dat heel leuk zijn geweest. Dan had ik misschien samen met mijn baas iets kunnen doen om het tij te keren. Kan nu ook nog wel, en gebeurt nu ook nog wel, maar goed.
De presentatie heb ik direct doorgemaild aan een paar collega's waarvan ik weet dat die nogal eens met stress te kampen hebben. Wie weet hebben zij er nog wat aan, voorkomen is beter dan genezen tenslotte.

Want dat beter worden duurt wel heel erg lang hoor!

Echt beter ben ik nog niet, maar het gaat wel langzamerhand de goede kant op. Zover de goede kant op, dat ik denk wel weer te kunnen gaan bloggen. En dus weer terug ben van heel lang weggeweest.

Intussen gaan de veranderingen door. De Ingrid 1.0 wordt geüpgradet naar Ingrid 2.0 zogezegd. Dat gaat niet zonder slag of stoot en beslist niet zonder huil- en driftbuien, maar de Ingrid 2.0 die tevoorschijn aan het komen is, die mag ik wel. Ik houd van haar.

Oh wacht, Ingrid 2.0, dat ben ik.
Ik hou van mezelf!!

Heb ik toch maar mooi iets super-nuttigs geleerd de afgelopen periode.

Ciao,
Ingrid.

dinsdag 23 augustus 2011

Miss Piggy

Ergens in mijn herinnering zwerft een televisieprogramma met Reinout Oerlemans als presentator. Het was een terugkerend programma dat de top-zoveel van dit of dat behandelde. En toen kwam er een aflevering waarin de top-zoveel van mooiste en aantrekkelijkste (of iets dergelijks) vrouwen behandeld werd. Ik weet niet meer wie er verder in die top stonden, maar wat me wel bijgebleven is, is dat op de vijfde of vierde plek niemand minder stond dan Miss Piggy.

Ja, inderdaad, dat vrouwelijke, blonde karate-varken uit The Muppet Show.

Gisteravond zat ik op youtube te kijken naar een trailer van een videoclip die de Muppets aan het maken zijn met Ok Go, en daarin was zij uiteraard ook weer te bewonderen. Die clip van de muppets deed me doorklikken naar hun webby-winnende versie van Bohemian Rhapsody en daar was ze weer, aan het eind als de ultieme uitsmijter: Miss Piggy. Je kunt gewoon niet om haar heen, daar zorgt ze wel voor. Ook moest ik weer erg lachen om wat ze aan het eind zingt. De echte tekst gaat daar van: "nothing really matters...anyone can see...nothing really matters...to me". Maar zij maakt er dit van: "nothing really matters...anyone can see...nothing really matters...BUT MOI!". Hoezo een overdosis zelfvertrouwen? Wel echt weer iets voor haar, om zoiets te zingen in plaats van de echte tekst.

Terugkerend naar dat televisieprogramma viel ze ten opzichte van de andere vrouwen wel wat uit de toon. Die andere vrouwen waren echte mensen, en slank en zo. Miss Piggy is een varken, en fictief, want een pop met een acteur er achter die de stem doet en de pop bedient. Een mannelijk acteur zelfs, zo heb ik me laten vertellen. Ze vindt zichzelf de geweldigste persoon op aarde en schopt met een flinke karate-trap iedereen het ziekenhuis in die er anders over denkt en dat durft te zeggen. Ze is heel zelfstandig, verdient haar eigen inkomen, zelfs in de eerste Muppet Movie al - daar werkt ze als fotomodel - , laat beslist niet over zich heen lopen en kan zich af en toe als een ontzettende bitch gedragen. 

En toch...

En toch vind ik Miss Piggy helemaal geweldig! Omdat zij vindt dat ze er zijn mag en dat niet onder stoelen of banken steekt. Omdat zij niet over zich heen laat lopen maar van zich afslaat, zij het iets te letterlijk. Ze is een sterke, weerbare vrouw die zich niet schaamt om zichzelf te zijn, en die er in slaagt om (relatief) mooi en aantrekkelijk te zijn. Ondanks dat ze een varken is, maakt ze van haar uiterlijk wat er van te maken valt en stond ze zomaar op die vijfde of vierde plek in dat televisieprogramma.  

Go Miss Piggy!

Ciao,
Ingrid.

maandag 15 augustus 2011

Jarretelkousen, hold-ups of panties - deel 2

Vorige keer hebben we het gehad over de voor- en nadelen van panties. Maar naast panties kun je onder een rok natuurlijk ook kiezen voor hold-ups of jarretelkousen. Nu is het verschil tussen hold-ups en jarretelkousen minder dan tussen die twee en panties, dus zal ik ze in dit blog samen behandelen.
Het eerste en duidelijkste punt valt je direct op als je op zoek gaat naar kousen. Ze zijn niet zo alom verkrijgbaar als panties. Als je een reguliere maat hebt, zeg maar tot en met maat 44 ongeveer, dan kun je meestal wel terecht bij een V&D of zo. Als je een grotere maat hebt moet je goed zoeken. Want er zijn erg weinig winkels die kousen hebben in grotere maten, zelf ken ik er een, een webwinkel op evaly.nl. En bij een webwinkel zit je met bezorgkosten en moet je thuis zien te zijn voor de postbode. Die altijd op een moment komt dat jij op je werk bent of zo. Maar goed, een winkel is beter dan helemaal niks natuurlijk.
Daarnaast zijn kousen, zowel hold-ups als jarretel, duurder dan een paar panties bij de Zeeman. Dat moet je maar net kunnen en willen betalen. Tegenover de hogere prijs staat, tenminste bij de kousen die ik zelf altijd draag, dan wel weer een betere kwaliteit weefsel. Mijn kousen hebben al een hoop rare dingen doorstaan maar er zitten nog steeds geen ladders in. En ik heb ze toch al bijna een jaar en draag ze regelmatig.

Het grote voordeel van kousen, zo vind ik, is dat het sexy en aantrekkelijk voelt. Nou is dat natuurlijk wel heel persoonlijk en anderen zullen dit anders voelen. Maar zo iets sexy's dragen geeft een andere uitstraling dan als je een spijkerbroek of iets dergelijks draagt, en door die andere uitstraling heb je een ander effect op de mensen om je heen. En je omgeving reageert anders.

De keus is voor mij duidelijk: ik prefereer kousen. En dan jarretelkousen, omdat hold-ups bij mij meestal niet zo goed hold-uppen, maar in plaats daarvan afzakken. De hogere prijs en de moeilijkere verkrijgbaarheid van zowel kousen als degelijke gordeltjes neem ik voor lief, het mooie en sexy gevoel dat kousen me geven compenseren de nadelen ruimschoots.

Wat is uw keuze?

Ciao,
Ingrid.

vrijdag 22 juli 2011

Jarretelkousen, hold-ups of panties? - Deel 1

Elke vrouw die op het punt staat een rok aan te trekken wordt met deze vraag geconfronteerd. Trek je panties aan, hold-up-kousen of jarretelkousen? Ik ga er hierbij even van uit dat je niet de huidige trend volgt van een legging aantrekken onder je rok, die trend vind ik niet zo mooi. Ik hoop nog steeds met grote hopen dat die uitsterft, want erg elegant en dames-achtig vind ik zo een legging niet. Ook niet onder een rok, ondanks dat ik - op straat rondkijkend - duidelijk in de minderheid ben met die mening.

Dus is het nu kiezen tussen panties, hold-ups en jarretelkousen.

Het voordeel van panties is dat ze makkelijk aan- en uit te trekken zijn. Geen gepriegel met van die prutserige clipjes die steeds losgaan, geen hold-ups die afzakken in plaats van te hold-uppen. En panties zijn relatief goedkoop, vooral als je ze kunt kopen bij Wibra of Zeeman (want ze moeten wel je maat hebben natuurlijk).
Maar zitten ze ook lekker? Als je een gewone maat hebt, dus ergens tussen de 40 en de 46, dan zullen ze denk ik wel goed zitten. En als je een kleine maat hebt, dus zeg maar alles onder de 40, dan zullen ze ook wel goed zitten. De wereld is ingericht op te dun zijn tenslotte, dus voor vrouwen die mooi slank of zelfs te dun zijn is voldoende keus qua panties. Mochten ze iets te strak zitten rond de bovenbenen dan kun je ze een maatje groter kopen. Sexy zijn panties natuurlijk niet, maar een gewoon paar panties kost nog geen twee euro en je portemonnee vindt dat wel erg leuk :)

Voor Rubensdames - ongeveer maat 48 en groter - ligt dat al weer wat anders. Als je als Rubensdame een appelfiguur hebt kun je redelijk goed uit de voeten met een paar panties van bijvoorbeeld Ulla Popken, al ben je dan niet zo goedkoop uit als bij de Zeeman. Maar als je, zoals ik, gezegend bent met een peerfiguur en dus vooral de heupen, billen en bovenbenen je forse punten zijn, dan zitten panties niet lekker. Want zelfs de grootste van de grootste maten zit veel te strak om je bovenbenen. En het gevoel dat je bovenbenen zowat in twee geknepen worden, is niet erg prettig. Panties zijn dus niet altijd een fijne optie als je Rubensdame bent.

Volgende keer: maar hoe zit het dan met jarretelkousen en hold-ups?

Ciao,
Ingrid.

maandag 4 juli 2011

Smakelijk tandenstokeren



Samen uit eten gaan is meestal toch wel erg gezellig. Maar aan het eind van de maaltijd staan er bij veel restaurants dan ineens tandenstokers op tafel, gebroederlijk naast de pepermuntjes. Meestal zijn het tandenstokers die mijn tandarts altijd fanatiek afraadt, want slechte kwaliteit. Toch denken veel mensen in mijn omgeving dat ze ze gebruiken moeten "want ze staan er toch niet voor niks?". Maar ze weten dan niet hoe ze ze gebruiken moeten en voordat je het weet zit je tegen iemand's amalgaamvullingen aan te kijken terwijl hij of zij restjes vlees tussen de tanden wegpulkt.

Sja.
Eigenlijk vind ik dat een heel onsmakelijk gezicht.

En het hoeft helemaal niet zo onsmakelijk er uit te zien.
Allereerst is daar de vraag of dat wel nodig is, zo uitgebreid in je mond zitten roeren na elke maaltijd. Vraag eens na bij je tandarts of mondhygiënist wat voor jou het beste is. Mijn tandarts zegt dat tandenstokeren hoogstens één keer per dag moet, en dan bij voorkeur op een vast tijdstip zodat het in je dagelijke routine gaat zitten. En dan met - in zijn ogen - fatsoenlijke tandenstokers, of floss, en niet met die plastic rommel die je in een restaurant vaak voorgezet krijgt.

En als je toch per sé wilt stokeren, trek jezelf dan even terug op het toilet of in een badkamer ofzo. Ergens waar je privacy hebt en anderen niet tot last bent. Als dat niet kan, houd dan alsjeblieft je hand voor je mond zodat ik niet naar jouw etensresten hoef te kijken terwijl ik nog zit te eten.
Want dat doet mij de etenslust danig vergaan.

Ciao,
Ingrid.

vrijdag 27 mei 2011

Drakenjurk



Soms heb je van die nachten dat je verbeelding je door de diepste dalen voert van nachtmerries en soms voert je verbeelding je 's nachts over de hoogste toppen van heerlijke dromen. Van die dromen die overdag bij je blijven en die heel de dag een glimlach op je gezicht toveren.

Zo'n droom had ik vannacht.

Ik droomde dat ik een draak was.
Een hele mooie chinese geluksdraak, met goudkleurige schubben en witte stekels op de nek en rug, vanaf mijn kop helemaal tot het puntje van mijn staart. En een sterke nek en grote gouden vleugels, van die vleermuisachtige, en grote ivoren tanden en ogen die wel van barnsteen gemaakt leken. Ik droomde dat ik mijn spiegelbeeld bewonderde in een meer terwijl bewoners van de stadjes en dorpjes in de buurt om me heen zwermden om mij eventjes aan te mogen raken - mij aanraken bracht ze geluk. Als ze te opdringerig werden, brulde ik gewoon even, of spuwde ik wat vuur in de lucht. Dat schrok ze genoeg af om respectvol te blijven.

Ik droomde dat ik vloog.
Hoog in de lucht, met salto's en loopings en zinderende duikvluchten.
En dat kon ik als draak net zo makkelijk als ademhalen. Ik keek naar beneden en zag een lappendeken van akkers met daartussen boerderijen zo klein als huisjes bij een speelgoedtreinbaantje op N-formaat. Ik ging op jacht en maakte een duikvlucht en strekte mijn poten met gevaarlijke klauwen om een hert te vangen dat zo dom was in zijn eentje op pad te gaan.
Ik was volkomen vrij.

Ik droomde dat ik een draak was, machtig, gevreesd, bewonderd en geliefd.
Ik heb fantastisch gedroomd.

En nu blijft het beeld hangen van een rode jurk met daarop de slingerende contouren van een gouden draak. Ik weet al precies hoe hij er uit zou moeten zien. Ik moest dat ontwerp maar eens gaan tekenen, voor het geval ik ooit iemand tegenkom die weet hoe je gouden draken op rode jurken moet maken.

Ciao,
Ingrid.

zondag 22 mei 2011

Fan-fifties-tastisch!



Ik ben nogal een fan van de fifties-mode.
Vast lezers weten dat inmiddels wel want ik heb daar al eerder over geschreven. En uiteraard heb ik bij mijn allereerste fotoshoot ooit - afgelopen maart - ook voor de fifties-stijl gekozen. Maar dan wel voor petticoats, geen pencil-dresses.

Vanochtend kreeg ik er ineens zomaar heel erg zin in. In een petticoat. Met een mooie rode jurk met witte polkadots er op. Hij bestaat uit een cirkelrok met een haltertopje. Vandaag ben ik vrij dus kan ik onder dat haltertopje heel stiekem lekker geen behaatje aantrekken, en jarretelkousen dragen in plaats van van die saaie panties. Om die onzedige lingerie te compenseren doe ik een braaf langmouwig vestje over de jurk. Wit natuurlijk, want dat is leuk bij die witte polkadots. Kan ook wel, dat vestje, want het is best frisjes, ondanks dat de zomer met rasse schreden naderbij komt. Voor buiten komt er nog een kort wit zomerjasje over dat ik terugvond en dat nog (of weer) blijkt te passen. Witte schoenen, wit lts-tasje en oorbellen+ketting van parels maken de zaak compleet.

Op straat kijken mensen mij beduidend meer na dan normaal.
Ze zijn het kennelijk niet gewend dat iemand er in jaren-vijftig-stijl bijloopt, maar mooi vindt iedereen het wel want volkomen vreemde mensen roepen mij complimentjes toe, "wat zie je er fan-tas-tisch uit!" en kijken me na. Vooral de mannen, al kan het natuurlijk zijn dat dat ook komt omdat ik vandaag stiekem geen behaatje draag (maar ach, hoe zichtbaar is dat nu onder die jas). En al die mooie reacties maken dat mijn goede stemming alleen maar beter wordt.

Sommige vrouwen betrap ik op een jaloerse blik.
Voor hen heb ik maar een antwoord: trek ook eens wat leuks aan! Verruil die eeuwige spijkerbroek ook eens voor een leuke jurk of rok!

Ciao,
Ingrid

PS: Hier heb ik de beschreven kleding gekocht:
Jurk te koop op http://www.topvintage.nl
Plussize jarretelkousen te koop op http://www.evaly.nl
Jarretelgordel van http://www.mioki-lingerie.nl/



vrijdag 6 mei 2011

Vrije vleugels




ik wou dat ik een vogel was
vrije vleugels in het blauw
stijgen, dalen en thermiek
alles naar eigen zin

ik wou dat ik een vogel was
vrije vleugels in het blauw
geen gezanik en gezeur
maar voederplank en vetbolletje

ik wou dat ik een vogel was
vrije vleugels in het blauw
sterven van genadig snelle dood
in de kaken van kat

ik wou dat ik een vogel was
vrije vleugels in het blauw …

Ingrid.




zondag 20 maart 2011

Is mooi zijn belangrijk? - Deel 2



Vorige keer heb ik het gehad over mooi.
Mijn voorlopige conclusie was dat mooi een subjectief iets is, en dat iedereen daar anders over denkt. Vandaar waarschijnlijk ook een spreekwoord als "op ieder potje past een dekseltje".

Maar die conclusie zat me niet helemaal lekker, want hoe verklaar je dan iets als een Miss-verkiezing?
Ergens bestaat kennelijk een setje van objectieve of semi-objectieve regels, zoals gebruikt bij bijvoorbeeld Miss-verkiezingen maar ook op de catwalk, in Hollywoodfilms en op reclameposters en dergelijke. Waar komen die regels dan vandaan? Wie maakt ze? En moeten wij ons er wat van aantrekken? Of moeten we dat zoveel mogelijk negeren en onze eigen weg volgen? Maar je er niks van aantrekken is moeilijk want je komt die regels overal tegen, bij elk bushokje en in elk tv-programma en ook in bladen als Elle en Vogue word je ermee geconfronteerd. Je kunt er gewoon niet omheen kijken en onbewust graven die catwalk/media-regels zich toch een weg je gehersenspoelde mening in.

En die "catwalkregels" zijn nogal streng. Size-zero-streng. Zo streng dat jonge meisjes die zich er veel van aantrekken anorexia nervosa en andere eetstoornissen ontwikkelen. Ze zeggen dat mode-ontwerpers dunne lichamen nodig hebben omdat hun kleding daarop het beste lijkt, en heel de looks-industrie kijkt natuurlijk naar de modeshows van Chanel en Victor en Rolf enzomeer. Kennelijk begint het dus daar. Maar als mode-ontwerpers echt goed in hun werk zijn, zouden ze dan niet ook kleding kunnen ontwerpen die wel mooi staat op iets vollere vrouwen dan size-zero? En als de huidige "grote ontwerpers" dat niet kunnen (of niet willen), zijn zij dan de titel "grote ontwerper" wel waard?

Eigenlijk vind ik van niet!

Dat alles werpt uiteindelijk de vraag op: wil ik wel mooi zijn? Daarop is het antwoord vrij eenvoudig: JA. Maar dan wel mooi volgens mijn regels want ik moet met mezelf leven. Laat de rest van de wereld maar naar de maan lopen!

Ciao,
Ingrid.

vrijdag 11 maart 2011

Is mooi zijn belangrijk? - Deel 1



Veel vrouwen willen mooi gevonden worden. Mooi gevonden worden is leuk, want dan krijg je complimentjes dat je mooi bent bijvoorbeeld, en mannen kijken je na op straat. En regelmatig komt er in het nieuws dat onderzoek weer eens uitwijst dat mooie vrouwen vaak ook meer salarisverhoging krijgen en gauwer promotie krijgen en zulke dingen meer. Helaas is het dan ook weer zo dat er nooit een link naar het originele onderzoek bijgeleverd wordt, zodat ik nooit kan controleren of dat onderzoek wel klopt en goed uitgevoerd is. Mooie kinderen krijgen onbewust meer aandacht van de onderwijzers (zegt alweer een nieuwsbericht zonder link naar het originele onderzoek :( ) waardoor ze het beter doen op school, hogere cijfers krijgen en dus het later in het werk ook beter doen, waardoor ze meer salaris en gauwer promotie krijgen enzo....

Mooi zijn is dus kennelijk best wel handig en ook wel belangrijk en dat mensen die zichzelf niet zo mooi vinden nog wel eens jaloers worden op mensen die ze wel mooi vinden is dus erg begrijpelijk. Vandeweek nog zag ik een intelligente vrouw die goed is in haar werk in twee woorden min of meer afgeserveerd worden omdat ze volgens de heren niet mooi genoeg was (en dat was alleen maar een gevalletje naar-de-kapper-sturen, daar konden die mannen niet eens doorheen kijken.......). Mooi zijn - of anders in elk geval je best doen om mooi te zijn - is dus handig, zo leert mijn ervaring.

En dan nu de hamvraag:
Wat is mooi?

In het engels is een spreekwoord dat zegt: "beauty is in the eye of the beholder". "Schoonheid is in het oog van de waarnemer", zeg maar. En als je tien mensen vraagt wat ze mooi en aantrekkelijk vinden, krijg je tien totaal verschillende antwoorden, dus het klopt ook best wel.
Een poosje commentaren op "dik-artikelen" op internet in de gaten houden - artikelen over de zogenaamde obesitax bijvoorbeeld leveren altijd weer heel veel heel heftige reacties op, levert een aardig rijtje tegenstellingen op wat mensen zoal mooi en aantrekkelijk kunnen vinden. Je komt dan bijvoorbeeld de klassieke tegenstellingen tegen als blond haar versus zwart haar, blauwe ogen versus bruine/zwarte ogen, slank figuur versus rubense schone en zulke dingen meer.

Mooi is dus subjectief, en daar denken we allemaal anders over. Tot zover alles prima, mooi is subjectief en iedereen denkt daar overduidelijk anders over. No problemo.

Alleen, daar eindigt het niet.
Want hoe verklaren we nu het bestaan van een ogenschijnlijk objectief setje regels die gebruikt worden op de catwalk, in reclameposters, op TV en in de film en last but not least Uiteraard De Miss-Verkiezing (en dan bedoel ik dus niet de Miss Maxi of Miss Plussize verkiezingen). Overal word je met dat setje regels geconfrontreerd, maar waar komen ze vandaan en hebben ze echt invloed op ons eigen en persoonlijke idee van mooi? En wat moet ik als Rubensvrouw dan met die regels?

Volgende keer in deel 2 verder!

Ciao,
Ingrid.

woensdag 2 maart 2011

Levensweg-spel-dinges



Jaren geleden, als kind, maakte ik kennis met het gezelschapsspel Levensweg. Het is net het echte leven: je begint met kind-zijn en dan studeren en dan krijg je een baan, en dan kom je op een vakje waar je moet trouwen (ieuw en jakkes maar je hebt in dat spel niet de keus om single te blijven of een LAT-relatie te hebben ofzo) en daarna zijn er vakjes waar je kinderen krijgt en belasting moet betalen en zulke dingen meer. Vooral veel betaalvakjes. En je krijgt steeds salaris, dat je met al die betaalvakjes ook wel nodig hebt. En als pionnetje hebben ze kleine plastic autootjes waar je ieniemienie-kleine poppetjes in kunt zetten: blauw voor mannetjes en roze voor vrouwtjes. Al met al kun je er een hoop leuke grappen over maken met elkaar, over levensweg, en dat maakt het voor mij best wel een leuk gezelschapsspel.

Maar dat is maar een spel, en niet echt.
Alhoewel...

Een goede vriend van mij zegt vaak dat ik het leven wat meer als een spel moet zien, en niet zo serieus moet zijn. In elk geval wat dat serieus zijn betreft heeft hij volkomen gelijk; ik ben inderdaad erg serieus aangelegd en dat is soms best lastig, vooral omdat het erg stevig verankerd zit in mijn karakter. Maar aangezien hij meestal gelijk heeft in dit soort dingen, zal hij nu ook wel gelijk hebben dat ik alles wat meer als een spel moet zien; een van mijn vorige bazen - Frank - zei ook vaak zoiets, bijvoorbeeld als hij uitlegde hoe bepaalde onderhandelingen verliepen zei hij vaak "maar dat is hoe het spelletje gespeeld moet worden". Toen dacht ik dat dat vaagtaal was of beeldspraak of jargon, net zoals je "iets handen en voeten moet geven" of "ergens een helder beeld van moet hebben" of zoiets. Maar ik vraag me nu af of Frank dat letterlijk zo bedoelde, dat het een spelletje is. Ik heb zijn e-mailadres, dus misschien ga ik wel eens een e-mailtje sturen om hem er naar te vragen.
In ieder geval, als meer mensen met verstand van zaken zeggen dat alles eigenlijk een spel is, zal er toch wel een hoop waars inzitten nietwaar?

Maar ik vind dat toch wel lastig, moeilijk zelfs.
Echt leven zien als een soort opgewaardeerde levensweg.

Want in het echte leven hebben mensen echt geluk en echt verdriet en echt leuke momenten en echte teleurstellingen en echt pijn en alles. En dat is geen kattepis (en ook geen katteNpis trouwens). Je kunt in één onnadenkend moment mensen om wie je geeft veel pijn doen, dus nadenken en serieus zijn lijkt me erg handig. Alles als een spelletje zien betekent dat de mensen om je heen alleen maar pionnen zijn op het spelbord, net zoals je dat zelf dan bent. En hoe belangrijk of onbelangrijk is een simpele pion? En als we met ons allen echt zo onbelangrijk zijn, wat maakt het dan nog uit of je goed of slecht bent, braaf of stout, egoïstisch of altruïstisch?

Is alles wat wij zoal leven noemen inderdaad een spel en is alleen de inzet hoger?

Ik lees graag hoe jullie er over denken, want ik weet het antwoord niet!

Ciao,
Ingrid.

woensdag 23 februari 2011

Fotoshoot update



Een poosje geleden schreef ik dat er plannen waren voor een fotoshoot. Met mij als model, en dan in jaren-vijftig-stijl met zo'n heeeeeeeele moooooooooie wijijijijijde petticoat en alles. En dat ik viereneenhalf jaar geleden in Rome met een hele aardige meneer had samengewerkt die toen al amateurfotograaf was en zich tegenwoordig op modellenfotografie toelegt.

In mijn stukjes is het op dit front alweer bijna twee maanden stil, dus hoe is het eigenlijk nu met die plannen?

We hebben in die twee maanden niet stilgezeten. We hebben samen over de chat over de details van de shoot zitten praten, bijvoorbeeld over hoe ik dan zou moeten poseren om het echt jaren-vijftig te laten lijken en over achtergrond/decor. We hebben op internet gezocht naar foto's uit die tijd om te zien hoe dames toen op de foto stonden. En we hebben gekeken naar geschikte lokaties, met een interieur dat bij het thema past. En wanneer het dan zou kunnen. Zulk soort dingen. En beslissingen daarover hebben we ook genomen.

En inmiddels zijn we zover dat we Yankee Doodle hebben uitgekozen, die in Hoogkerk dus. We hebben contact opgenomen met Yankee Doodle om te vragen of het mag, en nu zijn we zover dat het eind maart gaat gebeuren!

En dan ga ik het echt meemaken!! Ik heb er superveel zin in en hoop nu dus met grote hopen dat er geen kink in de kabel komt die niet op te lossen is!

Ciao,
Ingrid.

vrijdag 18 februari 2011

Alles of niets



Zo rond mijn tiende verjaardag kreeg ik mijn eerste computer. Een ZX Spectrum. En al gauw kon ik er wat simpele programma's op maken, en kon ik dus programmeren. Later ben ik bij een ICT-bedrijf gaan werken, waar ik computerprogramma's maakte. En dat doe ik nu nog steeds. Ik zit dus al heel lang tussen de computers, en ik programmeer nu al 27 jaar waarvan de laatste 14 jaar dus als mijn werk. Best wel lang dus. En als je zolang met computers omgaat, ga je vanzelf een beetje denken als zij.

Dat ik dat vaak doe valt me wel eens op als ik anderen woorden als "alles", "niets" en "altijd" hoor gebruiken. Soms heb ik het er wel eens over met collega's en hen valt hetzelfde denkverschil op tussen "ons" programmeurs (want ik ben niet de enige met deze afwijkende manier van denken) en "hun" niet-programmeurs. En ondanks dat we het weten van onszelf, is het toch wel makkelijk vergeten dat wij woorden als alles anders interpreteren dan anderen. En dat geeft soms heftige discussies omdat je elkaar dan even niet snapt terwijl je denkt dat je elkaar wel snapt.

Maar hoezo denk ik dan anders over zulke woorden dan anderen?
Ik kan dat het beste uitleggen met een voorbeeld. Stel je hebt de volgende stelling:

"Alle vogels vliegen"

De meeste mensen zullen daarop iets zeggen als "ja dat klopt alleen de struisvogel en de pinguin vliegen niet". Het woord alle is bij hen een soort van elastiekje dat je uit kunt rekken zodat het ineens "de meeste" betekent en de struisvogel en de pinguin er ineens niet meer bijhoren.

Maar mijn eerste reactie is: "Nee dat klopt niet want de struisvogel en de pinguin vliegen niet en dat zijn ook vogels." Het woord alle betekent bij mij genadeloos ALLE. Geen uitzonderingen, want dan is het niet meer "alle", maar "de meeste". En op de een of andere manier lijken alleen mede-programmeurs en aanverwante technici net zo te denken. Er zijn meer woorden die absoluut zijn en geen uitzonderingen kennen, bijvoorbeeld altijd, nooit, en niets.
En dat absolute is voor mij zo vanzelfsprekend en logisch dat ik wel eens vergeet dat taal niet vast is als een blok beton, maar eerder flexibel als een stukje klei (van die vrolijkgekleurde kinderklei van Play-Doh ofzo) dat je kunt kneden in de vorm die je wilt en dat veel mensen die klei anders kneden dan ik en dus zulke woorden anders interpreteren dan ik.

Mensen zeggen vaak dat ICT'ers niet kunnen communiceren. Uit bovenstaande overwegingen kan ik denk ik wel veilig de conclusie trekken dat ik prima kan communiceren, maar dat ik dat wel anders doe dan de meeste mensen. En dat moet je dan net weer even weten.

U bent dus gewaarschuwd :)

Ciao,
Ingrid.


vrijdag 11 februari 2011

Doe normaal!!



Als ik terugdenk aan vroeger, toen ik nog op school zat en nog een eigenwijs kind was en dus de nodige opvoeding nodig had van ouders en leraren, kreeg ik regelmatig de vermaning "Doe normaal!" of anders "Gedraag je!". Wat meestal betekende: "houd je mond want ik ben wat aan het uitleggen aan de klas en ik wil niet dat iemand er doorheen kletst". Zeer begrijpelijk. Als ik de docent was geweest had ik misschien wel hetzelfde gezegd.
We zijn nu een flink aantal jaren verder, en je zou zeggen dat ik dat inmiddels allang vergeten ben en over dat eigenwijze kind heengegroeid ben. Soms komt - met het eigenwijze kind - die herinnering weer terug, en hoor ik in gedachten weer "doe normaal" tegen me geroepen worden. Laatst gebeurde me dat weer eens, en toen vroeg ik me ineens af: "maar wat is dat dan eigenlijk, normaal doen?". Daar had ik nog nooit eerder echt bij stilgestaan, maar ineens kwam die vraag mijn hoofd binnenfloepen, ondanks dat ik al eerder met normaal geworsteld heb (wat hier terug te lezen is). En ik had er geen antwoord op. Dat schreeuwt natuurlijk om nader onderzoek want ik kan er ab-so-luut NIET tegen om iets niet te snappen, dan word ik helemaal iebelig en chagrijnig.

Toen ben ik eens voorzichtig om me heen gaan kijken om te zien of ik kan uitvissen wat mensen zoal onder normaal verstaan, en - zoals mijn GBV*) mij al stiekem souffleerde - normaal is voor iedereen anders. Het hangt helemaal af van waar je wiegje stond en wie je ouders waren en wat voor opvoeding je gehad hebt en welke denkbeelden je als volwassen mens ontwikkeld hebt enzomeer. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar het volgende lijstje van tegenstellingen:

  • sommige mensen vinden dat een vrouw een burka of niqab moet dragen, anderen vinden dat abnormaal en vinden dat mensen zo veel of weinig om het lijf moeten hebben als ze zelf willen. Naturisten vinden het zelfs normaal om helemaal bloot te lopen.
  • sommige mensen vinden het normaal om stil te zijn tijdens de twee minuten stilte op 4 mei, anderen hebben er geen problemen mee om een flink potje te gaan schreeuwen tijdens die twee minuten.
  • sommige mensen vinden het normaal om getrouwd en trouw te zijn, anderen vinden het normaal om vrijgezel te zijn en een hele harem aan vriendjes en vriendinnetjes te hebben.
  • sommige mensen vinden het normaal om op wintersport te gaan en anderen moeten daar niet aan denken en gaan liever naar de zon of blijven gewoon thuis.
  • sommige mensen vinden dat kinderen hun mond moeten houden als grote mensen praten, anderen vinden dat kinderen ook hun zegje moeten kunnen doen.
  • sommige mensen vinden het normaal dat vrouwlief thuisblijft en voor het huishouden en de kinderen zorgt, anderen vinden het normaal dat ook vrouwlief een baan heeft en financieel onafhankelijk is.
  • Meneer Mubarak vindt het normaal om de president van Egypte te zijn, maar een groot aantal van zijn onderdanen vinden dat niet normaal en demonstreren al heel lang op het Tahrirplien in een poging om hem weg te krijgen.
  • een heleboel spanjaarden vinden het normaal om naar stierenvechten te gaan kijken, dieren- en natuurbeschermingsorganisaties vinden dat niet normaal en proberen dat te stoppen.
  • een hoop engelse mensen vinden de traditionele engelse vossenjacht normaal, de engelse regering besloot een paar jaar geleden om dat niet meer normaal te vinden en maakte een wet die de vossenjact verbood.
  • bankiers vinden het normaal om zo snel na de kredietcrisis alweer hele hoge salarissen en bonussen te krijgen, diverse regeringen vinden dat helemaal niet normaal en maken ruzie met de heren en dames bankiers.

En als je in de geschiedenis kijkt, zijn er ook in het verleden heel veel mensen geweest die het met elkaar niet eens waren over deze vraag. Ze waren het soms zelfs zozeer met elkaar oneens over wat nou normaal is wat niet, dat er een hoop ellende uit voort kon komen:

  • in de middeleeuwen vonden wijze kruidenvrouwtjes het normaal om hun best te doen de mensen in hun omgeving te helpen met hun kruidenkennis en zo mogelijk te genezen. De mensen van de katholieke kerk vonden dat niet normaal en zorgden er met Malleus Malleficarum in de hand voor dat ze op de brandstapel terecht kwamen.
  • Julius Caesar vond het normaal dat Alexander de Grote zoveel bereikt had en ging half europa veroveren voor Rome om niet voor meneer Alexander onder te doen.
  • Spaanse conquistadores in de 16e en 17 eeuw vonden het normaal om christen te zijn en gingen de Zuid-Amerikaanse mensen dwingen om ook christen te worden.
  • Meneer Hitler vond het normaal om te vinden dat joden "untermenschen" zijn, maar de meesten van ons vinden dat - gelukkig - niet normaal.
  • De oude Romeinen vonden het normaal om hun keizer te aanbidden als ware hij God/Jupiter. Vroege christenen vonden dat niet normaal en belandden in de arena.
  • De toch wel heel nederlandse West Indische Compagnie vond het in de gouden eeuw normaal om mensen te "vangen" in Afrika en die dan als slaaf te verkopen in Amerika. Tegenwoordig vinden de meeste mensen dat niet normaal maar barbaars.
  • in de negentiende eeuw in Noord-Amerika vonden de mensen die in de staten van de Confederatie woonden, het normaal om slaven te houden. De mensen van de Federatie vonden dat niet normaal.

En zo zijn er nog veel meer dingen te bedenken die voor iedereen anders zijn en soms zelfs zozeer anders dat het onwijs veel ellende geeft. Normaal is dus afhankelijk van je cultuur, je opvoeding, je gezond verstand, en ook is normaal afhankelijk van de tijd waarin je leeft. En om ellende te voorkomen (of te genezen) is het eigenlijk ook wel handig als je dat beseft, zodat je er met elkaar over kunt praten (het gemeenschappelijk begrip over het begrip normaal verhogen dus in managementspeak).

Helaas roept het besef dat normaal voor iedereen anders is bij mij wel weer een hele reeks erg lastige nieuwe vragen op.

Want als normaal voor iedereen anders is, wat is normaal dan voor mij? Welke afspraken heb ik daarover bewust of onbewust met mezelf gemaakt? En als normaal ook in verschillende tijden steeds weer anders is, zijn die afspraken tussen mij en mezelf die ik ooit gemaakt heb dan nog wel handig, of moet ik die hoognodig herzien? En als mijn normaal heel erg afwijkt van het normaal van anderen - en ik dus als "raar" of "excentriek" beschouwd word door veel mensen, vind ik dat dan erg en moet ik me schamen of vind ik dat niet erg en mag ik trots zijn op mezelf en mijn-anders-zijn?

Ik hoop het laatste. Trots zijn op jezelf is zoveel leuker dan je schamen voor jezelf!

In ieder geval, genoeg interessante vragen voor diepe overpeinzingen en in het verlengde daarvan volgende blogjes om jullie deelgenoot te maken van mijn vorderingen, dus toch eens gaan kijken of en hoe ik antwoorden op die vragen kan vinden.

Zoektochttips moogt U natuurlijk altijd mailen!

Ciao,
Ingrid.

*) GBV = Gezond BoerenVerstand


vrijdag 4 februari 2011

Wat is het ergste dat kan gebeuren?



Soms ben ik een ontzettende zenuwpees, stresskip en controlfreak, en dan verander ik graag muggen in olifanten en zie ik graag overal muizenissen enzomeer en kan ik geen land bezeilen met mezelf en ben ik in een ontzettend chagrijnige bui. Een paar weken geleden heb ik een stukje geschreven over mijn anti-pieker-boekje dat ik dan gebruik, ook wel mijn gedachtenboekje genoemd.
Mensen met verstand van zaken zullen ongetwijfeld zeggen dat dat stresskipperige en controlfreakerige voortkomt uit onzekerheid en gebrek aan zelfvertrouwen, en dat dat komt omdat ik vroeger op school best wel vaak gepest werd en dat ik zelfvertrouwen moet krijgen (en gelukkig leggen sommigen op internet dan ook nog uit hoe je dat moet doen, zelfvertrouwen krijgen, al blijft het gemakkelijker gezegd dan gedaan). En het zou best kunnen dat ze daar gelijk aan hebben. Wat me eigenlijk niet zo veel uitmaakt, wat ik waardevoller vind is een tip die ik ooit via twitter oppikte om effectief de strijd aan te kunnen binden met dat soort stresskipaanvallen - en van ze winnen natuurlijk!

Want iemand op twitter gaf ooit de tip "Vraag jezelf op zo'n moment af wat het allerergste is dat er kan gebeuren". Ik lees ook af en toe op internet stukjes over deze vraag en een goede vriend van mij vraagt dat ook regelmatig, het is dus een erg goede vraag. Dus eigenlijk de risico's in kaart brengen (risicomanagement dus in managementspeak), net als bij een IT-project ofzo, en als ik die in mijn gedachtenboekje geschreven heb (dat anti-pieker-ding weet U nog?) en ze terug kan lezen en beoordelen, geeft me dat het gevoel dat ik grip heb op de situatie en dat maakt het makkelijker om de rust weder te laten keren in mijn hoofd.
Ik schrijf dan het probleem in mijn boekje, en schrijf daaronder alle erge dingen op die kunnen gebeuren. Eerst stopte ik hier, en las dan af en toe over en dacht bij mezelf dat die lange lijst van erge dingen toch best wel klopte en dat ik niet stresskipperig was maar gewoon gelijk had, en dat werkte dus niet want ik kwam geen meter verder. Maar na wat nadenken over waarom die tip voor mij in eerste instantie niet werkte, bedacht ik dat ik een rijke fantasie heb en dus de meest rare en onmogelijke en onwaarschijnlijke dingen bedenk die veel te vergezocht zijn. Toen heb ik er een stap aan toegevoegd: nu ga ik eerst het probleem opschrijven, dan alle erge dingen, en daarna geef ik die dingen punten op basis van waarschijnlijkheid. 1 is waanzinnig onwaarschijnlijk, en 10 is super heel erg waarschijnlijk.

Een paar simpele voorbeeldjes:

  • de derde wereldoorlog breekt uit - 1 punt
  • olie raakt zomaar ineens op zodat supermarkten niet meer bevoorraad kunnen worden en we geen eten kunnen kopen - 2 punten, misschien wel 3
  • internet wordt afgesloten - vroeger 1 punt, na dat gedoe in Egypte gestegen naar wel 4 punten.
  • het gaat regenen morgen - aantal punten afhankelijk van de weersverwachting maar meestal best wel veel punten in ons koude kikkerlandje :)
  • het gaat ijzelen en ik krijg een auto-ongeluk omdat De Ka uitglijdt - 5 á 6 punten in de winter, 0 punten in de zomer

En die punten werken, omdat ik dan moet nadenken over hoe reëel een risico is. Eigenlijk is het net brainstormen, eerst ga ik zomaar pardoes alle erge dingen opschrijven (en omdat ik een nogal rijke fantasie heb wordt dat vaak een hele lijst) en daarna ga ik over elk ding nadenken hoe waarschijnlijk het is dat dat gaat gebeuren en geef ik punten en zie ik mijn muizenissen enzo, die ik dan doorstreep. En dan blijven er een paar kleine prutsdingen over die niks voorstellen. Samengevat dus eerst ideeën krijgen en opschrijven en daarna oordelen over waarschijnlijkheid, bruikbaarheid, uitvoerbaarheid, en in dit geval "ergheid".

Want ik denk er over om in moeilijke gevallen een "ergheidsschaal" ook nog toe te voegen, zodat ik punten kan geven voor bijvoorbeeld "ik ga dood/raak dodelijk gewond" (10 punten) en voor kleine prutsdingen als "de koffie is koud geworden" (1 punt). In extreem moelijke gevallen zou ik zelfs "wat te doen als" erbij kunnen schrijven, al ben ik dan wel bezig met problemen oplossen die nog niet eens bestaan en misschien zelfs nooit gaan bestaan, en dát lijkt me eigenlijk ergens best wel dom.

Tien tegen een dat alle erge dingen op mijn lijstje dan 1 of 2 punten krijgen op die ergheidsschaal, dat lijkt me nu net iets voor mij :)!

Ciao,
Ingrid.


zaterdag 29 januari 2011

Gedecolleteerde kwestie



Als ik in de spiegel kijk zijn er dingen aan mezelf die ik mooi vind en dingen die ik niet mooi vind. Elkeen heeft dat, ik net zo goed als ieder ander. En als ik dan al die mooie en minder mooie dingen van mezelf weer zie, voel ik weer de wens om de mooie dingen te benadrukken, te etaleren zo U wil, en om de minder mooie dingen te verstoppen onder de juiste kleding.
En omdat ik natuurlijk elke dag verscheidene malen in de spiegel kijk (zit mijn haar nog goed? zit mijn make-up nog goed? zit mijn rok nog goed?) vallen al die dingen mij veel te vaak op.

Dingen die ik niet mooi vind van mezelf zijn bijvoorbeeld
  • mijn te dikke achterwerk
  • mijn veel te dikke bovenbenen
  • mijn jukbeenderen (een beetje)
  • mijn tanden

Maar er zijn ook dingen die ik wel mooi vind:
  • mijn haar
  • mijn hals
  • mijn oren
  • mijn enkels
  • mijn kuiten
  • mijn taille (+ brede heupen)
  • mijn vingernagels
  • mijn polsen
  • mijn decolleté en mijn borsten (ja dat leest u goed, ik vind mijn borsten mooi. Ongewoon misschien voor een vrouw maar het is toch zo).

Gelukkig is de lijst van mooie dingen langer dan de lijst van niet-mooie dingen aan mezelf. De niet-mooie dingen, en die eigenlijk vooral bestaan uit billen en bovenbenen, verstop ik graag onder een mooie wijde rok. Met petticoat, weet U nog? Ik draag ook wel lange vesten en colberts enzo, maar ook graag een wijde rok met petticoat. Zo een rok valt toch al extreem wijd, dan valt het niet zo meer op dat daar veel te dikke billen en bovenbenen onder zitten, en zo'n wijde rok zwiert langs je benen als je loopt, en de jarretelkousen die ik er onder draag - gewone panty's zitten heel vervelend en irritant en waardeloos - voelen ook erg mooi.
Aan mijn jukbeenderen probeer ik subtiel wat te doen met handig zijn met blusher, en voor mijn tanden heb ik nog geen oplossing. Behalve dan goed blijven poetsen (wat ik helaas te laat in mijn leven geleerd heb, maar beter laat dan helemaal nooit).

Van de dingen die ik mooi vind, vind ik mijn borsten het allermooist. Ik vind ze mooi als ze bloot zijn en ik vind ze mooi als ze in een goed gevuld decolleté gestopt zitten. Dus ik draag graag een diep decolleté want ik voel me mooi en sexy daarmee. Tot dusver nog geen problemen.

Maar ik werk in de ICT.
Als computerprogrammeur (vooral Oracle SQL en PL/SQL voor de geïnteresseerden).
En dat is een mannenwereld.

En in die mannenwereld maakt een vrouwelijk er uit ziende vrouw nogal wisselende reacties los. Sommigen vinden het enig als ik een rok aanheb, vooral bij een petticoat+rok krijg ik van hen bewonderende blikken en erg positieve reacties. Bij deze mannen valt een diep decolleté ook in erg goede aarde.
Maar er zijn er ook die vinden dat dat geen goed idee is om te dragen, en dat ik beter een zakelijk mantelpakje aan kan trekken met *Vooral Geen* decolleté. Want als ik voor de zaak aan het werk ben, vertegenwoordig ik de zaak. En - helaas, helaas - dat is natuurlijk ook zo, zij die dat zeggen hebben volkomen gelijk dus leg ik me er meestal maar bij neer, hoewel ik geen mantelpakje draag want die heb ik niet - wel combinaties die er voldoende op lijken, die moeten dan maar. In ieder geval draag ik dan maar iets "braafs".

Maar geen decolleté!
Geen Decolleté!!
Een klein stemmetje in mijn hoofd schreeuwt en tiert en krijst en weent en jammert iedere morgen weer omdat dat niet mag. Want het is toch immers het mooiste stukje van mij?

Dus nu draag ik - op advies van een goede vriend van mij - graag bloesjes. Die op het werk braaf dichtgeknoopt zitten en waarvan een of twee knoopjes opengaan zodra ik vrij ben en dan lekker toch een decolleté heb. Prima compromis, werkt perfect.

Maar waarom is mooi zijn eigenlijk zo belangrijk voor mij?

Ciao,
Ingrid.


zondag 23 januari 2011

Chatten en eenzaamheid



Ooit zat ik alleen achter de computer om te programmeren. Programmeren was mijn hobby, en is ook mijn werk geworden. Maar door de jaren heen kun je voor steeds meer dingen achter de computer kruipen dan voor programmeren alleen. En internet helpt daar een flink handje aan mee. Hyves, facebook, twitter en chatten, sociale interactie via de computer, en ook beschikbaar en bereikbaar voor mensen die op de een of andere manier aan huis gekluisterd zijn.

En er zijn mensen in mijn omgeving die aan huis gekluisterd waren tijdens de sneeuwperiode. Iemand die toch al niet zo vast ter been is en misschien zelfs met stok of rollator loopt, kijkt wel twee keer uit om de deur uit te gaan als de straten vol liggen met gladde glibberprut. Maar thuis zitten is ook niet alles; bezoek krijg je weinig omdat mensen moeten werken en boodschappen doen en huishouden en alles. Druk-druk-druk en dus geen tijd om op bezoek te gaan bij de minder valide medemens. Dus die mensen zitten heel de dag thuis met geen enkele andere afleiding dan radio, televisie en wie weet een goed boek.

Gelukkig hebben steeds meer van die mensen tegenwoordig internet.

Laatst heb ik het eens geprobeerd, een weekje rustig elke avond thuis, geen gezeur en geen gedoe. Het was tussen kerst en oud en nieuw en de top2000 a Gogo was heel de week op radio 2. Dus ik luisterde zoveel mogelijk naar radio 2 want die top2000 vond ik erg leuk om te horen en ik was en ben dan ook blij dat http://www.ehbooplocatie.nl mij daarover getipt heeft. Maar in ieder geval, ik was dus bezig aan een rustig-thuis-zit-experiment en dacht oprecht dat ik die rust wel zou verwelkomen.

En zonder computer en internet zouden de muren al heel snel op me af gevlogen zijn.

Gelukkig kunnen we tegenwoordig chatten. Een goede vriend van mij luisterde ook heel de week zoveel mogelijk naar die top2000 en aangezien we allebei een duidelijke mening hebben over wat we mooie muziek vinden hadden we een hoop materiaal die week om over te praten, naast alle andere onderwerpen waar we veel over praten dan want we hebben allebei een vrij brede interesse. Afijn, wel hebben samen heel de week zo ongeveer elke avond een poos zitten chatten en omdat ik nog niet zo heel lang een chatfan ben was dat een hele interessante ervaring. Want het lijkt inderdaad veel op echt praten, alsof je naast mekaar op de bank zit te discussieren over de vraag of liedje-zus-en-zo nou eigenlijk die zoveelste plek wel verdiend had en of nummer-dit-en-dat niet veel lager in de top2000 zou moeten staan.

De tijd vloog voorbij terwijl ik helemaal niet doorhad dat ik feitelijk helemaal alleen in mijn uppie thuis zat!

En toen moest ik toch even denken aan al die mensen die de deur niet zo makkelijk meer uitkomen, maar via chatten en chatruimtes toch nog leuk kunnen kletsen en medemensen kunnen ontmoeten. Leve het internet!

Ciao,
Ingrid.

zondag 16 januari 2011

Piekermomenten



Zoals iedereen heb ik ook momenten dat ik een beetje down ben. De ene keer erger dan de andere keer (en 's winters meestal erger dan 's zomers). Als ik down ben ga ik heel raar denken. Dat wil zeggen, anders dan normaal. Normaal ben ik best wel goed in logisch nadenken en verstandig zijn, hoe saai en vervelend dat verstandig zijn ook is.

Maar soms zit ik na te denken en verzand ik ongemerkt van het nadenken in het drijfzand van het piekeren. Heel vervelend, want als ik daar eenmaal inzit, kom ik daar erg moeilijk op eigen kracht weer uit, steeds blijf ik in dezelfde rondjes denken en steeds blijf ik dan met dezelfde vragen worstelen waardoor vroeg of laat heel het leven mij uiteindelijk nogal zinloos voorkomt. En dat is niet leuk om te denken, even los van de nogal filosofische vraag of het leven nou inderdaad zinloos is of niet.

Maar ongeveer anderhalf jaar geleden heb ik een remedie aangeraden gekregen. Ik weet helaas niet eens meer van wie, misschien heb ik het wel ergens op internet gelezen, dat zou ook zomaar kunnen. Ik weet het gewoon niet meer. Maar het werkt wel!

En wat is dan dat anti-pieker-geheim?

Nou, ik heb een apart schriftje dat ik mijn gedachtenboekje noem en waarin ik de vragen opschrijf waar ik over pieker. Plus daarbij alle voors en tegens. Lekker overzichtelijk bij elkaar, en duidelijk opgeschreven kan ik dan alles rustig nalezen en dat alleen al geeft rust in mijn hoofd. Zoveel rust zelfs dat ik dan ineens veel makkelijker de muizenissen er tussenuit kan pikken, en ook zie ik dan veel makkelijker alle olifanten die eigenlijk muizen zijn. En die dingen streep ik dan allemaal weg, of schrijf alles opnieuw op. Soms geef ik alle voors en tegens ook wel punten, en dan kan ik de muizenissen en muizen-die-olifant-gemaakt-zijn-redenen 0 punten toekennen zodat je duidelijk kunt zien hoe onbelangrijk die eigenlijk zijn.

En dat helpt!

En alhoewel ik geen idee heb van wie ik deze tip heb: bedankt!
Mijn gedachtenboekje is voor mij het perfecte anti-pieker-recept!

Ciao,
Ingrid.

maandag 10 januari 2011

Fotoshoot?

Door een stomme fout mijnerzijds was ik heel de tekst van dit stukje kwijt, hieronder uit het hoofd opnieuw opgeschreven. Excuses!

Vier jaar geleden ben ik in Rome geweest. Nou ja, eigenlijk is dat alweer viereneenhalf jaar geleden. De reisverslagen staan nog steeds online voor de geïnteresseerden (onder Me -> Reisverslagen Rome). In Rome heb ik een aantal leuke mensen leren kennen, en met een aantal van hen heb ik nog steeds contact via facebook en linkedin enzo. Een van die mensen is amateurfotograaf, al jaren. Op flickr heeft hij een portfolio ( http://www.flickr.com/people/fspaan/ ) waar erg mooie foto's op staan. Ik volg die flickr-pagina, want ik heb zelf ook fotografie als hobby en kan dus veel leren van zijn foto's. De laatste tijd legt hij zich steeds meer toe op modellenfotografie en ook dat zijn erg mooie foto's.

Laatst spraken we elkaar via facebookchat, en in de loop van het gesprek vertelde ik eerlijk dat het al jaren een droom van me is om een keer zo'n heuse fotoshoot mee te maken. Met visagie en alles erbij, om de ervaring zo echt mogelijk te maken. En ook vertelde ik dat ik dan graag in jaren-vijftig-stijl op de foto zou willen. Hij was meteen enthousiast en vroeg naar details over kleding en assecoires en ging meteen op zoek naar foto's uit die periode om te kijken hoe dames poseerden en ook ging hij direct nadenken over een fifies-locatie voor de shoot. Het gebeuren zou dan ergens in februari of maart moeten plaatsvinden. Het lijkt me helemaal geweldig om eens mee te mogen maken! Later vertelde ik het aan mijn kapster - die ook erg gecharmeerd is van die fifties-stijl - en zij dacht meteen mee over locaties, en ze kwam ook met het idee om met die foto's naar een modellenbureau te gaan, iets waar ik nog geen seconde over had nagedacht. Het leek me wel direct een goed idee, want "Nee heb je en Ja kun je krijgen" en "Niet geschoten is altijd mis" zeggen de spreekwoorden. Dus nu kan ik bijna niet wachten tot het zover is, een heuse fotoshoot! Ciao,Ingrid.