dinsdag 28 augustus 2012

Ruziekind - een gedicht

Een gedicht dat mij al een poosje kriebelde. Al sinds vlak na alleenkind eigenlijk.

Zij verstopt zich op haar kamer
In bed met de dekens over haar hoofd
Oh, waren haar ouders maar verdraagzamer
Liggend luistert zij naar hen, van angst verdoofd

Het is weer ruzie thuis, rust is van de baan
Papa schreeuwt en raast en tiert
Dronken is hij, daar is geen twijfel aan
Want wat hij zegt is niet bepaald welgemanierd

Tegen Mama schreeuwt hij, die halve zool
Lieve Mama, bij wie zij altijd uithuilen mag
Als zij ontsnapt is aan de pesterij op school
Vandaag is voor haar niet echt een goede dag

Bang is zij, niet eens kan zij huilen
Stil zijnd doet de angst haar rillen
Zij zou haar ouders nu heel graag ruilen
Maar dat hoor je toch niet te willen?

Dat is lelijk, laag en zondig
Zo is haar steeds geleerd
Zij denkt kort en bondig
And're ouders willen is verkeerd

Ooit zal het over zijn, neemt zij zich voor
Met ogen dicht in fantasie wegdrijvend
Stopt zij haar vingers in haar oor
De fantasie, de mooie droom, beklijvend

Zij stelt zich voor een huisje, klein maar keurig net
Met alleen maar haar er in
Niemand die nauwkeurig op haar let
Niets doet zij tegen haar zin

Niemand die tegen haar schreeuwen zal
Niemand die haar kan bevelen
Niemand die haar afblaffen zal
Die rust zal haar nooit vervelen

Later als zij groot is, zal zij snappen
Dat het zo gemeen bedoeld niet is
Maar vandaag krijgt haar kinderziel zware klappen
Vandaag is het weer eens helemaal mis

Met grote ogen kijkt zij voor zich uit
Haar trouwe teddybeer die kijkt haar aan
Zij klemt zich vast aan zijn pluchen huid
Stille tranen over haar wangen stromen gaan 

maandag 27 augustus 2012

Stereo-horen


Zoals de meeste mensen om mij heen wel weten, heb ik hoorapparaatjes. Die heb ik ooit voorgeschreven gekregen van Ome Dokter omdat ik iets heb dat otosclerose heet (zelf googlen). Zoals alle andere dingen gaan ook hoortoestelletjes wel eens kapot.

Een poosje geleden vond ik dat mijn hoortoestellen wel wat harder gezet mochten worden. Dat vond ik al langer, maar ja, dan moet je naar de hoormeneer en zo. En dat was vreemd genoeg een drempel. Ik heb nog steeds geen idee waarom eigenlijk, maar het was wel zo.  Uiteindelijk was ik er toch zo zat van, dat ik mezelf mentaal een schop gaf en een afspraak maakte. Aan de audicien legde ik mijn probleem voor: dat ik toch wel vaak moest vragen "wat zeg je" en zulke dingen. En dat ik mijn hoortjes wel wat harder wou hebben. Hij keek in het systeem, en stelde toen voor om nieuwe schaaltjes om mijn hoortjes te laten maken. Dan zouden ze een langer "tuitje" hebben en dus dieper in de gehoorgang komen en dichterbij het trommelvlies zitten.
Vroeger op school bij natuurkunde had ik geleerd dat volume afneemt met het kwadraat van de afstand, dus ik snapte vrijwel meteen waarom hij dat wou. Zelfs nog voor hij uitlegde dat dat net is alsof je zo'n in-oor koptelefoon dieper in je oor drukt. Het leek mij ook een goed idee. Vrijwel alles wat maakt dat ik beter kan horen vind ik een goed idee :). Alles op halve kracht horen is zó lastig!! 
We spraken af dat eerst het linkertoestel gedaan zou worden en dan het rechter. Omdat het ding opgestuurd moest worden naar de fabrikant, zou het een maandje duren. Een maand later stond ik weer bij de audicien en kreeg ik mijn linkertoestel mee. Ik kon en kan er weer vet veel mee horen, dat is erg fijn. Mijn rechter leverde ik in.

Bij de fabrikant maakten ze er toen een puinhoop van, want toen ik een maand later weer bij de audicien kwam, moest hij vertellen dat mijn hoortoestel in winterswijk lag en het schaaltje er om heen in den haag of daar ergens in de buurt. Het schaamrood stond hem letterlijk op de kaken. Ik was natuurlijk niet blij, maar kwaad worden op hem kon ik ook niet want tenslotte kon hij er niks aan doen, behalve excuses en korting aanbieden. Ik accepteerde een afspraak voor over drie week. Hij beloofde om er een spoedorder van te maken. 
Drie week later kon ik mijn hoortoestel ophalen. Blij ging ik heen, kreeg mijn toestel, om te ontdekken dat hij niet paste. De audicien vermoedde dat er iets misgegaan was met het maken van een afdruk van mijn oor. Zelf denk ik stiekem dat er gewoon het verkeerde schaaltje omheen gezet was. Dat ze dingen door elkaar gehaald hadden toen ze zo aan het rommelen geweest waren. Hij maakte een nieuwe afdruk en stuurde de boel opnieuw op. Afgelopen week kon ik mijn hoortje weer ophalen. Hij paste precies.

Nu heb ik ontdekt dat ik er aan moet wennen dat ik dingen kan horen met rechts. Nog steeds heb ik vaak het gevoel dat mijn rechteroor "uit staat", waarschijnlijk omdat ik zo'n drie maanden met alleen een linkertoestel rondgelopen heb. Soms ben ik er gewoon helemaal duizelig van, van dat stereo-horen. En soms heb ik het idee dat mijn rechtertoestel wel wat harder mag. 

Maar toch is het *heel erg ontzettend* fijn om aan de rechterkant weer wat te kunnen horen!

Ciao,
Ingrid.

zaterdag 25 augustus 2012

Kattenbezoek

Sinds een paar dagen hangt hij rond op de parkeerplaats. Op de een of andere manier vindt hij mij erg leuk want hij zit, staat of loopt steeds in mijn tuin. Soms, als ik naar buiten of naar binnen ga, probeert hij stiekem naar binnen te glippen. Maar meestal merk ik dat toch. Soms omdat ik over hem struikel, soms omdat hij ineens in de gang staat te klagen.

Mauwmauwmauw klinkt het dan.
Met van die zielige oogjes naar mij opkijkend.
Of hij draait om mij heen, steeds kopjes gevend aan mijn laarzen zodat ik geen stap meer kan verzetten zonder mijn nek over hem te breken.

Ik moet zeggen dat hij er wel goed uitziet. Slank, soepel, wit met zwarte vlekken. En net als allemaal kan hij soms zo lief of zielig kijken! Maar toch wil ik hem niet in huis hebben. Dus iedere keer als hij in mijn gang staat te miauwen, stuur ik hem weg. En hij luistert ook nog. Maar iedere keer komt hij weer terug. En ooit zal ik niet meer het hart hebben om hem weg te sturen. Want hij kan zo lief zijn, soms.

Een kat wil mij adopteren als zijn butler...

Ciao
Ingrid

zondag 19 augustus 2012

Terras met een sprookje


Het gaat warm worden vandaag zeggen ze. Hitterecords worden gebroken. Desondanks ben ik heel eigenwijs toch naar de stad gegaan, om in de schaduw van een parasol op een terrasje te zitten en appelsap of spa blauw of zo te drinken. Met ijs uiteraard.
Twee tafeltjes verderop zitten een man en een vrouw. Eind twintig schat ik zo. Zij kijkt verveeld om zich heen, alsof ze niet bij hem hoort maar alleen maar toevallig aan hetzelfde tafeltje zit. Maar omdat er nog heel veel lege tafeltjes zijn, lijkt me dat onwaarschijnlijk. Hij zit ingespannen en geconcentreerd naar een telefoon te turen. Een iphone zo te zien. Hij kijkt naar het schermpje en veegt wat heen en weer en tikt af en toe wat. Hij keurt de dame tegenover hem geen blik waardig. 

Zij zegt wat tegen hem.
Hij reageert niet, is met zijn telefoon aan het spelen. 
Ze zegt het nog een keer, duidelijker. 
Hij reageert nog niet. 
Ze stoot hem aan, stelt de vraag ten derden male.
Geërgerd kijkt hij op. Ze ziet toch dat hij bezig is! De geïrriteerde toon waarop hij dat zegt hoor ik twee tafeltjes verderop zelfs.

Gezellig hoor, samen een terrasje pakken. 

Gelukkig kan het ook anders.
Eén tafeltje de andere kant op zit een ouder echtpaar onder de parasol. Ze praten zo luid dat ik heel het gesprek kan horen. Ze hebben het over het weer. Dat het wel erg warm is, maar dat ze toch maar mooi boffen met al die zon op hun tweede huwelijksreisje. En ze praten over het hotel, dat dat zo netjes was en alles. En dat dat Noorderzondinges zo leuk was. Dan ineens hebben ze het over "het feest volgende week". Ik begrijp dat ze bijna vijfendertig jaar getrouwd zijn en nu een tweede huwelijksreis maken, terug naar de stad waar het vijfendertig jaar geleden begon. Stiekem werp ik een blik opzij, getroffen door de gelukkige en verliefde toon in hun stemmen. Ze zitten hand in hand verliefd naar elkaar te kijken. 

Geweldig vind ik dat. Hun geluk kan ik voelen, het is zo sterk dat het bijna tastbaar is. Alsof je het vast kunt pakken. Ze doen me denken aan een liedje waar we een leuk countrydansje op hebben. Ik weet niet meer hoe het heet, maar het gaat over dat een oude Oma vertelt over hoe ze het voor elkaar gekregen heeft om vijftig jaar gelukkig getrouwd te zijn. "We work it out, time after time" zingen ze dan in het refrein. En "our love is never in doubt, we work it out". Het is een mooi liedje.

Ik kijk uit een ooghoek nog een keer naar het tafeltje naast mij, naar het oudere echtpaar dat nu bezig is de rekening te betalen.

Het sprookje bestaat echt. 

Ciao,
Ingrid.

vrijdag 17 augustus 2012

Alleenkind

Vanmiddag had ik een poosje de tijd voordat de film begon in de bioscoop. In dat uur had ik tijd om wat losgewoelde emoties om te zetten en van me af te schrijven in een gedicht. Onderstaand gedicht, geschreven in "piggelmeestijl".

Alleenkind:

Alleen in de schoolbanken zit zij
Haar trouwste vrienden zijn papier en pen
Op het bord de sommen in een nette rij
Te makkelijk voor haar want ze heeft ze al klaar

Om zich heen kijkend naar haar klasgenoten
Die gebogen zitten te zwoegen op de som
Zwetend werken en studeren, onverdroten
Terwijl zij zich zit te koest'ren in de zon

De bel gaat en allen stuiven het schoolplein op
Met tegenzin sjokt zij er achteraan
Zij roepen tartend naar haar: "studiebol" en "varkenskop"
Eenzaam huilend sjokt zij weg door de lange laan

Thuis wacht Lieve Mama met koekjes en thee
Haar Mama vertelt zij heel 't verhaal
Mama leeft intens met haar mee
Laat haar uithuilen ten wedermaal

Dag in dag uit hetzelfde ritueel
Bang voor buiten en school wordt zij
Scheld- en pestpartijen zijn haar deel
Spitsroeden lopen door de kindermaatschappij

Het enige leuke aan school is 't leren
Want sommen maken kan zij goed
Of droom'rig luist'ren naar juffen en meneren
Als die van geschiedenis verhalen doet

Rust en vrede vindt zij pas echt
In het wand'len in de vrije natuur
Sluipend langs vlaamse gaai en specht
Geniet zij van dit zo echt en puur

De wind zo teder en fris door haar haren
Nooit scheldend of pestend op haar weg
Brengt haar zielepijn tot bedaren
Zegt "er is met jou niets mis hoor, zeg!"

Neer zijgt zij onder een boom
Een blaadje dwarrelt zachtjes op haar neer
In slaap valt zij, een mooie droom
Pestkoppen bestaan voor haar eventjes niet meer

dinsdag 14 augustus 2012

Luchtspringers



Ik zat in de bus naar de stad en keek dromerig en afwezig uit het raam naar het van Starkenborghkanaal waar we over heen reden. Er vlogen twee ogenschijnlijk erg kleine vogeltjes naast de bus door de lucht. Mijn oog bleef bij ze hangen, want vogels en vogeltjes vind ik nu éénmaal leuk om naar te kijken. Het viel me op dat ze op een manier vlogen die mij nog niet eerder was opgevallen. Een soortement van vliegen met pauzes, of haperend vliegen.

Ze sloegen steeds een paar keer met de vleugel en klapten dan de vleugels in om een paar seconden loos door de lucht te zeilen. Dan gingen de vleugeltjes weer uit en flap-flap-flap-flap, sneller dan mijn oog kon bijhouden sloegen ze weer een paar seconden met de vleugels om ze vervolgens weer in de klappen en eventjes loos door de lucht te zeilen. 
Terwijl de bus met fikse snelheid verder raasde over de busbaan bleven ze naast de bus meevliegen, steeds een beetje hoger totdat ze ver boven de bus vlogen. Flap-flap-flap-zeil....flap-flap-flap-zeil...flap-flap-flap-zeil...enzovoorts. Op het laatst zag ik alleen nog maar twee zwarte stippen die steeds in een boogje eerst een eindje omhoog gingen en dan weer eventjes naar beneden. Het zag er uit alsof ze door de lucht sprongen, zo van hoeps, hoeps, hoeps.

Luchtspringers dus.

Ik vraag me af welk "merk" vogel dat was! En of meer vogels zo vliegen. Even er over nadenkend lijkt het me dat je door zo te vliegen wel energie kunt besparen, mits je klein en licht genoeg bent om niet als een baksteen naar beneden te tuimelen tijdens de zeilperiodes. Dan zouden kleine vogeltjes wel zo kunnen vliegen, maar grote niet. Die zouden eventueel wel kunnen vliegen als een zweefvliegtuig (zoals meeuwen bijvoorbeeld doen, en albatrossen heb ik op teevee ook zweefvliegtuigachtig zien vliegen), maar niet zo met steeds de vleugels inklappen en uitvouwen. 

Strakjes toch eens googlen om mijn vogelnieuwsgierigheid te bevredigen.

Ciao,
Ingrid.

PS: inmiddels heb ik via twitter te horen gekregen dat het huismusjes zijn geweest. Nooit geweten dat die zo vlogen! Weer wat geleerd :)

maandag 13 augustus 2012

Vakantietijd, stiltetijd

Ik zat in de auto onderweg naar het werk en zag een leeg MacDonaldszakje als een bosje buitelkruid over de weg heen rollen. De typische western-film-mondharmonica kon ik me zo goed voorstellen. En toen was er ineens een gedichtje in mijn hoofd:

Als een bosje buitelkruid
tuimelt een leeg MacDonaldszakje
eenzaam over de weg

De enige auto dees' ochtend
Is degeen waar ik in zit
Uitgestorven lijkt de stad

Het is vakantietijd 

woensdag 8 augustus 2012

Kom je erbij zitten?


Op het moment volg ik een assertiviteitscursus. Of training eigenlijk. Zo een cursus waar je leert zelfvertrouwen te hebben, en waar je destructieve gedachtenpatronen leert herkennen, en ook waar je Nee leert zeggen, kritiek geven en ontvangen, complimenten geven en ontvangen, en verzoeken durven doen en nog veel meer nuttige dingen. Deze training is in groepsverband. En dan moet je natuurlijk wel een beetje geluk hebben met de groep waar je in terecht komt. En de trainer natuurlijk ook, maar de groep is toch wel wat het hem doet. 

Uiteraard zijn er een hoop dingen die het makkelijker maken dat de mensen die samen de training volgen gevoelsmatig naar elkaar toe trekken: je hebt allereerst de training zelf met elkaar gemeen, en verder heeft ook iedereen moeilijke issues waar hij/zij aan wil werken. Dat geeft best wel onderling begrip. Maar daar bovenop heb ik het geluk met een aantal mensen in de groep te zitten die echt hartelijke mensen zijn. Lieve mensen. Mensen die echt naar je luisteren en je ervaringsbegrijpen. Het voelt als een warm bad.

En op een mooie zomerdag zo ongeveer halverwege de training bleef ik nog even achter om te praten met de cursusleidster. Toen ik uiteindelijk buiten kwam, zaten mijn medecursisten op een bankje in het zonnetje na te praten. "Wil je er ook bij komen zitten?", vroeg één. Ik zei "ja, graag" en ging erbij zitten. 

Ik voelde me zo enorm welkom!

Het moet de mooiste vraag ter wereld zijn:"Wil je erbij komen zitten?"

Ciao, 
Ingrid.