dinsdag 28 april 2015

Een keurig nette verslaving

De koffieautomaat is op het werk de plek waar ik het eerst heen loop als ik 's ochtends mijn laptop geïnstalleerd heb. En dat geldt voor veel mensen. Normaal is dat ook geen probleem. Je komt binnen, je hoofd nog duf, opent je koffer, plukt daaruit de laptop, voeding, muis en stander en heel de zooi en zet de boel klaar en de computer vervolgens aan. Terwijl het ding staat wakker te worden/op te starten, kun je mooi even koffie halen.

Vanochtend ging dat iets anders dan normaal.

Het laptop-opzetten-deel ging helemaal prima. 

En toen pakte ik mijn koffiemokje en liep naar de koffieautomaat. Om te ontdekken dat er een tekentje op stond dat 'ie onderhoud nodig had en dat hij me geen koffie geven wou. Zelfs geen heet water voor thee. Ik baalde, maar niet getreurd want er zijn nog vier automaten in het pand. Daarvan is er vast ergens wel ééntje die het doet. Toch?

Dus ik de gang door, op naar de volgende koffieautomaat. Waar een tekentje op bleek te staan dat betekende dat 'ie onderhoud nodig had, en me geen koffie geven wou. En ook geen heet water voor thee.

Nu begon ik toch wel een beetje meer dan geïrriteerd te worden. Kwaad eigenlijk, zelfs. 

"Maar", zo dacht ik bij mezelf, "er zijn nog drie automaten!"

Een verdieping lager liep ik de gang in naar de koffieautomaat, mezelf afvragend of deze het wel zou doen. Even later ontdekte ik van niet, en liep ik sip verder naar automaat nummer vier. Die het óók niet deed, en ook geen heet water voor thee meer had. Nu was ik toch wel boos dat ze het niet deden. En ook begon ik steeds bozer op mezelf te worden, omdat ik kennelijk toch wel zo erg koffie nodig had 's ochtends dat ik boos werd als er eens een automaat het niet deed. Boos worden op jezelf omdat je ergens boos om wordt.

Mopperend in mezelf liep ik ten einde raad naar de koffieautomaat op de begane grond. 

Die het ook niet deed.

Uiteindelijk moest ik water drinken, want de automaten wilden me niet eens warm water voor thee geven. Ik was boos dat ze het niet deden, ook al konden die automaten er zelf niks aan doen. En ik was boos op mezelf dat ik kennelijk zo verslaafd ben aan koffie 's ochtends, dat ik boos en geïrriteerd word als ik dat niet krijg. Dan ben ik toch wel verslaafder aan koffie dan ik graag denk.


Zou ik zonder koffie 's ochtends kunnen? Wakker worden met thee, bijvoorbeeld. Misschien moest ik dat eens een week of twee proberen. Een week om af te kicken en door de argh-ik-heb-geen-koffie-gehad-hoofdpijn-periode heen te komen, en één week om te kijken hoe me die thee bevalt. Misschien moest ik dat eens proberen. Een interessant experiment is het wel, vooral als ik in die periode eens een dagboekje ga bijhouden met hoe ik me voel en zo. Endan achteraf kijken of daar verschil is tussen met en zonder koffie. 

Ondertussen zing ik voorlopig maar mee met V.O.F. de Kunst. 

Eééééééééén kopje koffie! 
Lalalalala éééééééééén kopje koffie! 


woensdag 8 april 2015

De zeven werken van barmhartigheid


Voor het eerst hoorde ik van de zeven werken van barmhartigheid van Suske en Wiske's Lambik. In welk album dat was, wist ik niet meer, maar er stond een plaatje van een heks met een harp op de voorkant. Even zoeken leert me dat het het album van Suske en Wiske en de Zeven Snaren geweest is. 

Aan het begin van het album was iemand (ik geloof Lambik) die vroeg naar de zeven werken van barmhartigheid aan willekeurige voorbijgangers; de meesten kwamen niet verder dan een stuk of drie en deden het af als ouderwetse onzin. Uiteindelijk kwam Lambik - inmiddels nogal ontgoocheld - de heks tegen. Die wist ze allemaal wel en somde ze alle zeven met luide stem op:

1. de hongerigen spijzen
2. de dorstigen laven
3. de naakten kleden
4. de vreemdelingen herbergen
5. de zieken verzorgen
6. de gevangenen bezoeken
7. de doden begraven

Bekentenis: ik moest het volledige lijstje van internet plukken (wikipedialink ), want ik weet ze ook niet allemaal uit het hoofd. Die van die gevangenen bezoeken vergeet ik meestal en soms vergeet ik die van de vreemdelingen herbergen ook. 

Eigenlijk was ik die zeven werken min of meer vergeten, maar vandeweek werd ik er aan herinnerd omdat ze bij ons op het werk sinds kort koffiebekers hebben van een bedrijfje dat van elk bekertje een bepaald bedrag naar de voedselbank stuurt (of zoiets). En toen moest ik er ineens weer aan denken, ook omdat ik zelf donateur ben van onze lokale voedselbank.

Als je zo om je heen kijkt in het dagelijks leven, lijkt barmhartigheid soms ver weg. Er wordt volop geklaagd dat we het niet goed genoeg hebben, waarbij we alles dat we wél hebben graag uit het oog verliezen en voor vanzelfsprekend aannemen, compleet met alle voorrechten die daarbij horen. Zoals die kennis die ik laatst hoorde klagen over het feit dat hij nog maar twee keer per jaar met vakantie kon in plaats van drie keer. Dat maakte me kwaad, en ik antwoordde nogal venijnig dat ik mensen kende die nóóit op vakantie konden gaan omdat dat simpelweg te duur was voor ze en dat hij van geluk kon spreken dat hij überhaupt één keer per jaar op vakantie kon, laat staan zelfs twee keer. Wat een zalige luxe om twee keer per jaar weg te kunnen gaan!

Mensen lijken het soms graag te hebben over de "ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken"-samenleving en vergeten tijdens het klagen dat ze zelf geen haar beter zijn. En soms trap ik ook in die valkuil, want klagen is soms zo makkelijk. Veel makkelijker dan proberen er zelf iets aan te doen, in elk geval. 

Maar als je dan een tweede keer kijkt, en wat nauwkeuriger kijkt, zie je dat wij met ons allen de meeste van die zeven werken toch wel doen en het dus eigenlijk best wel meevalt. Het valt alleen niet op omdat we het allemaal zo ver weggestopt hebben in overheid en organisaties en bureaucratie en zo dat het bijna niet meer terug te vinden is onder de enorme stapel paarse krokodillen. Maar we doen ze nog wel, met ons allen. Ga  maar na: we hebben sociale verzekeringen (uitkeringen) die de nummers 1, 2 en 3 voor hun rekening nemen. Voedselbanken die daar nog een schepje bovenop doen omdat spijzen, laven en kleden van een uitkering ook op zijn zachtst gezegd geen vetpot is. 

Ziekenhuizen, huisartsen, wijkverpleegkundigen en mantelzorgers nemen het zieken verzorgen voor hun rekening. Uitvaartondernemingen die voor onze dierbare heengeganen zorgen. Alleen dat van de vreemdelingen herbergen en misschien gevangenen bezoeken zijn erg impopulair: kijk maar naar wat mensen allemaal roepen over asielbeleid en asielzoekers en dat die vreemdelingen vooral weg moeten blijven. 
Maar de meeste punten doen we toch wel, vinden we met ons allen kennelijk toch belangrijk genoeg. 

Voor mijn gevoel is alleen nummer 6 een vreemde eend in de bijt. Gevangenen bezoeken. Doen we dat? Nou ja, de familie en naaste vrienden van de gevangenen misschien, maar verder? Eigenlijk weet ik daar maar weinig van, behalve dan de verhalen die je op internet hoort over bedrijven die penvrienden en -vriendinnen regelen voor gevangenen. Misschien toch eens op internet gaan zoeken, want ik ben toch wel nieuwsgierig wat "we" als maatschappij van dat zesde werk vinden.

En dan neem ik me ook weer eens voor om daar zelf ook wat meer aandacht aan besteden, aan die zeven werken van barmhartigheid.


Verbeter de wereld, begin bij jezelf, immers.