maandag 23 november 2015

Hoe de kerstman de kerstman werd - deel 2 van een verhaal in 6 delen


deel 1 | deel 2 | deel 3 | deel 4 | deel 5 | deel 6

Oké, dit was niet goed. Helemaal niet goed. Waar was de rest van de kudde gebleven? Alleen zijn negen lievelingen liepen nog achter hem aan, en Rudolf zag er nu echt helemáál niet goed uit, zijn neus was helemaal rood en hij moest steeds niezen. Kris maakte zich erge zorgen, hoe moest hij in leven blijven zonder rendieren? En zonder Rudolf?

Want wat was er nu eigenlijk mis met hem? Hij hield van Rudolf, het dier was al zo lang bij Kris dat die zichzelf helemaal niet meer voor kon stellen zonder Rudolf. Rudolf wist altijd de weg terug naar de kudde en naar de stam. Kris was daar in de loop der jaren zó op gaan vertrouwen, dat hij dat zelf een beetje verleerd was. En nu Rudolf ziek was, merkte je dat meteen, want hij was prompt verdwaald.

Kris keek om zich heen. Ja, hij was inderdaad verdwaald. Gompie wat was het donker. En koud. Hij keek omhoog, maar het was bewolkt dus hij kon ook niet aan de sterren zien welke kant hij op moest. Misschien moest hij morgen maar verder zoeken, want als hij nu geen vuur maakte zou hij vannacht bevriezen, en wie zou er dan voor zijn rendieren zorgen? Het werd hoog tijd om hout te gaan sprokkelen en een mooie beschutte plek te zoeken, dacht hij bibberend.

Verder sjokkend vond hij een mooie open plek. Beschut door de bomen zodat hij niet zoveel last had van akelig koude wind, maar hij kon er wel mooi een vuurtje stoken dat hem en zijn negen overgebleven rendieren 's nachts warm zou houden. Zijn rendieren krulden zich tegen hem en elkaar aan voor de warmte, en moe als hij was sliep hij al gauw in. Het laatste wat hij zag voordat hij in slaap viel, was een glimp van een ongewoon heldere ster tussen de voortjagende wolken aan de donkere winterhemel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten