Posts tonen met het label beleefd. Alle posts tonen
Posts tonen met het label beleefd. Alle posts tonen

zaterdag 6 oktober 2012

Wurmers

Drie weken heeft mijn moeder in het ziekenhuis gelegen. Drie weken lang ging ik elke dag na mijn werk naar het ziekenhuis bij haar op bezoek. Al snel had ik door dat het meestal best wel druk was in de parkeergarage, dus reed ik meestal gelijk door naar de min-derde verdieping. Daar was eigenlijk altijd wel plek zat. En omdat ik te lui ben c.q. te weinig conditie heb om drie trappen op te sjouwen met een zware laptoptasrolkoffer, heb ik vaak in de lift gestaan. Gemak dient de mens, immers.

Meestal kwam ik aan tegen een uur of vier. Dat was een tijdstip waarop veel mensen weg gingen, want er reden dan altijd meer auto's de garage uit, dan in. En als ik dan met de lift op de begane grond aankwam, stond er een hele rij te wachten voor de lift. En elke dag ging het uitstappen uit de lift hetzelfde. Elke dag waren er dezelfde kleine ergernissen:

Als de liftdeuren open gingen, kwam ik naar voren om de lift uit te stappen, met mijn tasrolkoffertje achter me aan rollend. Steevast stoven de wachtenden dan al naar voren om zich de lift in te wringen, zonder eerst te wachten tot ik uit de lift gegaan was. En als ik mezelf dan de lift uit probeerde te wurmen langs hen heen, kreeg ik vaak vuile blikken. En soms kreeg ik als cadeautje dan ook nog blauwe plekken op mijn voeten en scheenbenen. Weer een moeder/vader met wandelwagentje dat doodsbang was dat de lift zonder hen vertrok. Best wel irritant, als je dat elke dag gebeurt.

Het deed me denken aan jaren geleden. Ik was toen een week in Londen geweest, waar instappers netjes wachtten totdat uitstappers uit de lift, trein, metro, bus of wat dan ook gestapt waren. Toen ik na die week weer in Nederland terug was, ontdekte ik dat ik in een land woon van onbeschofte en ongeduldige zichzelf-erlangs-wurmers.

Net als toen neem ik mezelf voor om altijd eerst netjes te wachten totdat de uitstappers uitgestapt zijn. En als het kan, zo te gaan staan wachten dat instappende wurmers achter me staan. Zodat zij ook netjes moeten wachten totdat de uitstappers uitgestapt zijn.

Ciao,
Ingrid.

woensdag 20 januari 2010

Auto of Tank?

Ik rij in een Ford Ka. Meestal noem ik hem liefdevol "mijn KAatje".

Hij is erg trouw, en doet het altijd in een keer als ik het contactsleuteltje omdraai, brengt me betrouwbaar van A naar B en weer terug. Maar hij is wel wat aan de kleine kant.

Meestal vind ik dat niet zo erg, dat kleine. Scheelt best wel in de wegenbelasting, en je kunt er net zo uistekend mee in de file staan als met een dikke onbetaalbaar dure BMW. Maar soms is dat kleine wel een beetje lastig. Want soms denken medeweggebruikers dat "die muts met die mutsenauto" zich wel even aan de kant laat duwen. Dat overkwam me vandaag dus weer eens.
Ik stond voor het stoplicht (excuses, verkeerslicht bedoel ik natuurlijk) om linksaf te slaan. Bij dat stoplicht zijn er drie rijstroken, eentje voor rechtsaf, eentje voor linksaf en de middelste is voor rechtdoor en linksaf. En op die middelste stond ik. Want dan kan ik linksaf slaan en op de rechterrijstrook terecht komen. De mensen die op de linkse linksafstrook staan, draaien dan de linkerrijstrook op. En zo kun je prima samen door de bocht. Ik pak bij dat stoplicht meestal de middelste strook, want even verderop moet ik rechtsaf en dan is het handig als je al aan de rechterkant van de tweestrokige rijweg zit.
Vanochtend stond op de linkse linksafstrook een busje, met reclame er op voor een of ander bouwbedrijf. Het stoplicht springt op groen, we trekken allebei op, we sturen allebei naar links de bocht in en...het busje rijdt zo de rechterrijstrook op van de weg en duwt mij zowat tegen de berm in het talud op. Ikke toeteren natuurlijk, en vol in de ankers om een botsing te voorkomen. Ik was kwaad, die *Lutser* had potverdorie prima gezien dat ik voor het stoplicht stond en linksaf moest, want hij reed eerst achter mij en ik had mijn linkerknipperlichtje al aan!

Ik nam me prompt voor om mee te gaan doen met de Staatsloterij. Als ik dan win, koop ik een *TANK*. Eens zien of ze me dan nog aan de kant durven douwen of de pas af durven snijden!!

Ciao,
Ingrid.

dinsdag 17 november 2009

Duud'lek!!

Ik hou er van als ik snap wat er gezegd wordt. Of wat er geschreven wordt. Meestal lukt me dat ook wel, het woordenboek in mijn hoofd is redelijk groot en ik heb op de middelbare school goed opgelet bij Nederlands. Maar soms kom ik iets tegen wat mij toch drie keer achter mijn oren doet krabben.

Zoals vorige week.
In mijn inbox verscheen een e-mail die vertelde over de oprichting van een nieuwe afdeling. Hij probeerde uit te leggen waarom die afdeling opgericht werd en wat de nieuwe afdeling moest gaan doen. Een interessante e-mail dus, die de moeite van het lezen waard is, vind ik dan dus, want ik heb hart voor de zaak. Maar het kostte wel veel moeite en enig googlen om erachter te komen wat er bedoeld werd. Er werden zoveel moeilijke woorden gebruikt!

In eerste instantie werd ik kwaad, want ik heb vroeger altijd geleerd dat het nogal onbeschoft is om taal te gebruiken die je lezer niet kent. Je praat in een winkel toch ook geen oeigoers ofzo. En om allemaal van die dikdoenerige woorden te gebruiken, dat kwam toch wel kleinerend over. Maar goed, die e-mail wou ik toch lezen, dus ik schoof mijn kwaadheid even aan de kant en begon moedig aan een poging. Waarop ik toch algauw weer vastliep.

Zo stond er bijvoorbeeld ergens in "IT als business enabler". Ehhh.....Even denken. To enable is engels voor aanzetten of mogelijk maken. En een business, was dat niet een bedrijf? Maar een bedrijf áánzetten?? Een bedrijf zet je toch niet aan, die richt je op. Ergens anders stond "als entiteit ketenverantwoordelijk voor de ICT en Informatiehuishouding". Weer even denken. O, wacht. Dat "als entiteit" zal wel "als afdeling" betekenen.

Uiteindelijk heb ik het halverwege de derde alinea maar opgegeven. Het werd laat en ik had nog wel meer te doen dan een poging doen om al die onbekende woorden en uitdrukkingen te snappen.

Maar ik vroeg me wel af: dat ik het niet snap, komt dat omdat de mail niet voor mij bedoeld is? Maar waarom sturen ze hem dan ook naar mij? Of verwachten ze van mij dat ik het wel snap? En waarom verwachten ze dat dan?

Na wat navragen her en der bleek dat ze gewoon niet wisten dat dit moeilijke taal is voor mij. En voor een hoop van mijn collega's. Gelukkig weten ze dat nu wel! Zou dat blijven hangen?

Ciao,
Ingrid.

woensdag 6 mei 2009

Bullebakken

Een paar blogjes geleden meldde ik dat ik Star-Trek-afleveringen aan het kijken was. Daar ben ik nog steeds mee bezig, en vandeweek keek ik naar de aflevering "Pegasus". In die aflevering zag ik een heel nieuw niveau van - in mijn ogen - slecht leiderschap.

In de aflevering in kwestie gaat de USS Enterprise op zoek naar de USS Pegasus. Dit ruimteschip moet geborgen worden, ondanks dat het al een oud schip is kan Starfleet het zich niet permitteren om het schip (en daarmee de technologie) in vijandelijke handen te laten vallen. Omdat de Pegasus een experimenteel schip was en er nog steeds geheime apparatuur aan boord moet zijn gaat Admiraal Eric Pressman (ooit Captain van de Pegasus en kennishebber van alle apparatuur) mee op deze missie.
Starfleet dacht heel lang dat de Pegasus vernietigd was; in de loop van de aflevering blijkt dat het schip een - illegale - "phased cloaking device" aan boord had. De bemanning was het niet eens met de experimenten daarmee en sloeg uiteindelijk aan het muiten. Een toen jonge cadet die net van de Academie kwam verdedigde Captain Pressman en met zijn tweeen zijn ze ontsnapt. Eenmaal in een reddingscapsule zagen ze een explosie die naar ze dachten het schip vernietigde. De toen jonge cadet in kwestie is nu Commander William Riker, en hij vindt het maar niets dat hij toen zo gehandeld heeft. En hij vindt het cloaking device ook maar niks, want dat is in strijd met het Verdrag van Algeron. Na een hoop discussies en zelfs ruzies met Admiraal Pressman krijgt hij de opdracht om te zwijgen van de Admiraal:

"You keep your mouth shut about this, that's an order. I made you mister, and I can break you just as easily!!"

Naarmate de Admiraal tegen het einde van de aflevering steeds verder in het nauw wordt gedreven, doordat Commander Riker het geheim toch deelt met Captain Picard, begint hij steeds meer te dreigen, totdat hij door Captain Picard gearresteerd wordt en in de cel gegooid wordt:

"I have a lot of friends in high places!" roept de Admiraal kwaad.
Picard laat zich niet gek maken en antwoordt kalm: "You're going to need them."

En dan kan ik me ineens toch wel heel goed voorstellen dat de bemanning van de Pegasus aan het muiten was geslagen; met zo'n baas zou ik ook diep ongelukkig zijn. Dan ga je elke dag met een klomp angst in je maag naar je werk. Na even nadenken schiet het me te binnen dat deze Star-Trek-aflevering niet de enige plek is waar ik dit "Leidinggeven door de bullebak uit te hangen" tegenkom. Ik ben hem ook tegengekomen bij sommige van de huurlingenlegers uit de Boeken van de Slangenoorlog van Raimund Feist.

Ik neem me voor om nooit zo'n bullebak te worden.

Ciao,
Ingrid.

vrijdag 10 april 2009

Beschaving der dingen

Laatst hoorde ik op de radio een reclame van SIRE. Ze hadden het over onbewust asociaal, en verwezen daarbij ook naar een website die bij die campagne hoorde. Ik was nieuwsgierig geworden en nam eens een kijkje op die website.

Er stonden een aantal reclamefilmpjes op over dingen waar ik me af en toe behoorlijk aan kan ergeren: voordringen als je in de rij staat omdat je iemand ziet die je kent, gewoon doorbellen met je mobiele telefoon terwijl je probeert af te rekenen; dat soort dingen. Vooral het filmpje met de mobiele telefoon zette me aan het denken, want zo’n ding heb ik ook. In tweevoud zelfs: een voor het werk en een voor privé.

Eigenlijk is een telefoon best wel een onbeschoft ding.
Mobiel of vast, dat maakt niet uit.

Of je nu bezig bent of niet maakt het ding niet uit. Hij gaat toch af
Of je in gesprek bent of niet maakt het ding niet uit. Hij gaat toch af.
Of je in het theater zit of niet maakt het ding niet uit. Hij gaat toch af.


Wat goed dat er een uit-knop zit op een telefoontoestel!

Ciao,
Ingrid.

maandag 19 januari 2009

Manieren

Soms heb je van die momenten.
Van die hopeloze momenten.
Zo'n moment dat mensen voordringen bij de kassa.
Zo'n moment dat je gesneden wordt op de snelweg.
Dat soort momenten.
Momenten dat je denkt: het komt niet meer goed met de manieren in ons kikkerlandje.

Nu zijn manieren altijd veranderlijk. Wat honderd jaar geleden getuigde van goede manieren, is nu ouderwets. Of zelfs ronduit onbeschoft, met de emancipatie in gedachten. Geef je nu netjes een hand als je iemand ontmoet, in de Gouden Eeuw gaf je alleen een hand om een overeenkomst te bezegelen, een deal te sluiten dus. Als je iemand ontmoette, dan boog je. En in alle tijden verzuchtten de ouderen die jeugd van tegenwoordig.... Dat schijnt zelfs bij de Romeinen al een issue te zijn geweest.

Toch vind ik het soms wel jammer dat manieren veranderen. Dat je nu niet meer netjes de deur openhoudt voor iemand, maar die onbeschoft voor zijn neus laat dichtvallen.

Maar, vraag ik me af, veranderen ze echt zo dramatisch? Want net toen ik het helemaal niet meer zag zitten, en nogal beteuterd met een kopje thee in de rij stond voor de kassa bij de LaPlace in V&D, gebeurde er iets moois. Het was druk, dus er ging een kassa bij open. Een jonge jongen, ik schat een jaar of achttien, liep naar die nieuwe kassa en gebaarde dat ik voor hem moest gaan. Ik stond tenslotte voor hem in de rij. Stomverbaasd zei ik "Dank u wel, meneer." Die jongen had toch wel goede manieren.

En later, toen ik de bioscoop uitkwam, hield een ongeveer net zo jonge jongen – niet dezelfde nee – de deur voor me open. "Dames gaan voor", zei hij.
Kennelijk bestaat het nog, fatsoenlijk gedrag en goede manieren tonen.
Ik heb dan ook besloten om koppig te volharden in het netjes "Dank u wel" en "Alstublieft" te zeggen. En netjes te beginnen met U en pas je te gaan zeggen als de ander heeft aangegeven dat dat mag. En bij de buschauffeur netjes te vragen "Zou ik een eurokaartje mogen, meneer?".

Daar blijf ik koppig het goede voorbeeld in geven.
Want iemand moet dat toch doen!

Ciao,
Ingrid.