Boeken zijn zeer beslist De Grootste Liefde in mijn leven. Zelfs nog voor dansen, hoewel ik dat ook heel erg leuk vind. Maar Boeken staan op nummer één. Meestal lees ik fictie, zoals bijvoorbeeld de boeken van Raymund Feist. Even lekker alles vergeten terwijl ik mezelf verdiep in een lekker spannend boek, heerlijk.
Maar soms word ik nieuwsgierig naar andere boeken, meestal non-fictie boeken. Door dingen die ik hoor op de televisie, of lees op internet, of door mensen die vinden dat ik dit of dat toch echt een keer moet lezen. Zo heb ik bijvoorbeeld Organisatiestructuren gelezen. En ik vond het erg interessant, ik ga hem vast en zeker nog een keer lezen (want ik heb hem gekocht natuurlijk, niet alleen is het een superinteressant boek, hij staat ook erg mooi in de kast :) ). En de laatste maanden ben ik ook steeds nieuwsgieriger geworden naar een ander boek: Kritiek van de zuivere rede van Immanuel Kant. Mensen hebben mij voor dit boek gewaarschuwd. "Weet waar je aan begint" kreeg ik te horen, "het is een erg moeilijk boek en dat ding lezen is een levenswerk op zich". En omdat ik nogal tegendraads in elkaar zit soms, heb ik die waarschuwingen in de wind geslagen en ben lekker toch met lezen begonnen. Ik heb de inleiding al uit...
Een moeilijk boek is het inderdaad. Niet alleen omdat de schrijver allemaal hele lange zinnen gebruikt met bijzinnnen in bijzinnen in bijzinnen, en niet alleen omdat de schrijver allemaal moeilijke woorden gebruikt war ik aan moet wennen, maar vooral omdat het – tot dusver – gaat over dingen waar je normaal eigenlijk nooit bij stilstaat of over nadenkt. En ik ontdek dat ik juist dat hartstikke leuk vind aan dat boek. Ik heb alleen de inleiding nog maar gelezen, maar ik betrap mezelf er op dat ik ineens over dingen uit die inleiding zit na te denken, en dat ik mezelf dingen afvraag die ik mezelf nog nooit eerder heb afgevraagd. En dat ik zit te kijken naar hoe mensen leren/kennis opdoen. Vooral dat laatste.
Ik heb namelijk een stuk achter de rug waarin nagedacht wordt over kennis. Dat komt uit ervaring, Er staat een hele verhandeling over kennis vóóraf en en kennis achteraf. Het doet me wat denken aan bijvoorbeeld hoe natuurkundige experimenten worden gedaan: eerst een theorie, dan experimenten bedenken die de theorie moeten verifieren of falsificeren, dan het experiment doen en daarna kijken of de theorie (de kennis vooraf dus) klopt. Dus nu zit ik heel de tijd na te denken over en te kijken naar kennis, en kennis opdoen. Hoe mensen dat doen, aanpakken. Hoe ik dat doe. Hoe mijn dansleraren kennisoverdracht aanpakten. Enzovoorts
En ergens roept de schrijver dan ook nog dat kennis die niet gebaseerd is op ervaring absolute of zuivere kennis is. Toen ik afgelopen weekend een paar kinderen zag spelen, moest ik daaraan denken. En prompt zat ik me af te vragen of zuivere kennis dan wel bestaat. Kinderen leren spelenderwijs, door ervaringen op te doen. Pas op school ga je leren wat anderen je vertellen. Valt de kennis die je daar opdoet ook onder ervaringskennis? Tenslotte leer je daar indirect via ervaringen van anderen lijkt me. En het leren zelf is ook een ervaring.
En dan ben ik nog maar aan het begin.
Ik ben zó nieuwsgierig naar de rest van het boek!
Ciao,
Ingrid.