Vandaag is het warm.
Erg warm.
Ik ben blij dat ik moet werken, in ons kantoorgebouw hebben we airconditioning. Dat houdt de temperatuur een beetje op "denkbare" hoogten. Desondanks merk je toch dat het buiten erg warm en broeierig moet zijn; op de één of andere manier sluipt die broeierigheid toch naar binnen. Ik ben blij dat ik thuis alles dicht heb, deuren, ramen, gordijnen. Dat houdt de warmte buiten, zodat het thuis lekker koel zal zijn als ik thuis kom. Het nadeel is natuurlijk dat je thuis in een soort van bunker zit waar je enkel 's avonds uit kunt als de warmte weg is, maar je hebt in elk geval een koel huis.
Na mijn werk loop ik naar buiten, naar de auto. Ons gebouw heeft van die dubbele schuifdeuren waar je doorheen moet. In de hal is het nog lekker koel, maar als ik de eerste schuifdeur door ben verandert dat al en als ik de tweede schuifdeur door ben, loop ik tegen een muur van warmte op. Amai, het is inderdaad heet! En mijn autootje staat nog in de zon ook, dat wordt dus alle ramen open die open kunnen als ik wegrijd naar huis. Gauw koers ik op huis aan en vlucht weer naar het lekkere koele binnen. Als ik de voordeur open doe en mijn huis binnenloop, moet ik wel even wennen aan de temperatuur. Het verschil is zó groot, dat ik het toch eventjes koud krijg. Maar het went snel en met tegenzin bedenk ik dat ik eigenlijk nog naar de supermarkt moet om wat te eten te halen voor het diner. Hoe meer ik er over nadenk, hoe minder zin ik heb om nog naar buiten te gaan. Dus bel ik gauw de chinees, gisteren heb ik mijn portemonnee volgetankt bij de flappentap dus liquide middelen zijn geen probleem.
Later, zo aan het begin van de avond, valt het me op dat de zon weg is. De ruiten van mijn huiskamer kijken uit op het westen, dus als de zon dan 's avonds ineens achter de wolken verdwijnt, valt dat nogal op. Ik kijk naar buiten. Het is stil. Windstil. In een opwelling doe ik de tuindeur open, ik ben nieuwsgierig of het nog steeds zo heet is. Verbaasd loop ik naar buiten; het is zowaar lekker! Niet warm, niet koud, gewoon prima weer. Dan bedenk ik me dat ik vanochtend een sms had gehad van het weeralarm; kennelijk komt dat noodweer nu echt dichtbij. Ik moet maar niet meer weg gaan, of althans in elk geval niet ál te ver.
Dan begint het te waaien.
Een klein briesje, stelt niks voor, een heel klein zuchtje wind maar.
Maar toch wind.
Algauw wakkert die een beetje aan en ruisen de boomtoppen volop. De lucht wordt donkerder, er komt een "schip met zure appels aan" zoals we dat in Groningen zeggen. Tegen kwart over achten des avonds is het zo donker geworden dat ik in huis de lampen aan moet doen; het lijkt jandorie wel nacht. En nog worden de wolken donkerder; even later floepen de straatlantaarns aan. Aangezien de schemering nu ook niet zo lang meer op zich laat wachten verwacht ik niet dat het nog weer licht wordt vandaag; dat betekent dat het toch zo'n drie kwartier eerder donker is dan normaal.
De eerste druppels vallen, en in de verte flitst het.
Volgens mij krijgen we vanavond de volle lading.
Ik blijf voor het raam staan kijken.
Ciao,
Ingrid.
Een Rubense Schone geeft haar meningen, gedachten en gevoelens over alles wat het leven haar brengt. De proza wordt hier gepubliceerd, gedichten worden verzameld op ingridsgedichten.blogspot.com.
Ik publiceer onregelmatig, dus abonneren op rss of e-mail is handig.
donderdag 20 augustus 2009
dinsdag 11 augustus 2009
Mu-regen-ziek
Ik kijk
Regendruppels langs de ramen
Als kleine riviertjes
De regen tikt
Op het dak van de auto
Ik zet de ruitewissers aan
Ik geniet
Van het geluid van de regen
Mooier dan de mooiste muziek
Regendruppels langs de ramen
Als kleine riviertjes
De regen tikt
Op het dak van de auto
Ik zet de ruitewissers aan
Ik geniet
Van het geluid van de regen
Mooier dan de mooiste muziek
Abonneren op:
Posts (Atom)