Een Rubense Schone geeft haar meningen, gedachten en gevoelens over alles wat het leven haar brengt. De proza wordt hier gepubliceerd, gedichten worden verzameld op ingridsgedichten.blogspot.com.
Ik publiceer onregelmatig, dus abonneren op rss of e-mail is handig.
donderdag 24 november 2016
Behoud van de sterrendiamanten, deel 6 van 9
Download het eBook: http://rubenseschone.nl/ebooks.php
Buiten de deur volgde het gezelschap Silmana naar een rustig hoekje van de tuin, waar ze eventuele afluisteraars van verre konden zien aankomen. "Heren", begon Silmana, "zoals u wellicht al gezien hebt, hebben wij veel te doen met betrekking tot de elfen oftewel sterrendiamanten. Aangezien u drieën wetenschappers bent, en dus geen handelsbelangen hebt, neem ik nu het risico om u te vertrouwen", ging Silmana op zachte toon verder.
"Een sterrendiamant is één van de vele vormen van de elfen die hier wonen. Het gaat hier om bewuste, denkende, aanspreekbare wezens met een eigen wil en een eigen mening. Het is verkeerd om hen te verhandelen alsof zij dieren of dingen zijn. Een aantal van ons is in de handelsketen geïnfiltreerd en met uw hulp hopen wij die handel op te kunnen rollen. Om ook aan deze zijde hulp te kunnen hebben en bieden, heb ik een audiëntie geregeld met het staatshoofd hier. Over tien minuten worden we opgehaald op het plein hier recht tegenover en dan …"
"Wacht even!", onderbrak de oude van Vliet, " 'We'? Wie zijn die 'we' eigenlijk? En wat hebben zij met ons onderzoek te maken? Ik wil wel wat meer van deze slangenkuil weten voor ik verder ga." Professor Fonda knikte instemmend, daar was hij ook wel benieuwd naar. Er was hier van alles aan de hand waar zij totaal niets van wisten en wat voor hun onderzoek van belang kon zijn.
"Terechte vraag", vond Silmana, "ik zal onderweg alles uit de doeken doen, ik hoor ons vervoer al aankomen. Voorlopig kunt u er van op aan dat ik met lijf en leden garant sta voor uw welzijn". Enigszins gerustgesteld luisterde professor Fonda, maar hoorde niets, behalve het zachte tinkelen van belletjes ver weg dat langzaam dichterbij leek te komen.
"Ik hoor niets", zei hij.
"Hoort u die belletjes?".
"Ja, maar wat hebben die belletjes…"
"Dat is ons vervoer. Kijk daar in de lucht".
En Silmana wees naar de horizon, waar een klein stipje langzaam groter werd, en uiteindelijk de vorm aannam van een heuse arrenslee met rendieren.
De arrenslee landde, en de professor zag dat hij leeg was. Er waren comfortabel uitziende banken waar ze op konden zitten, en achteraan was een grote bak waar kennelijk op kerstavond de grote zak met pakjes in vervoerd werd. Even voelde hij zich weer een kind, die aan de hand van zijn moeder bij het warenhuis in de rij stond voor een ontmoeting met de kerstman. Het zag er echt naar uit dat dat onbekende staatshoofd de kerstman kon wezen, al was dat natuurlijk ongelooflijk. Maar in de korte tijd die hij nu op deze wereld was, had hij aan de lopende band ongelooflijke dingen gezien.
Silmana nam hen mee om met de rendieren kennis te maken. Hij stelde ze alle negen voor (zelfs de namen van de rendieren klopten precies, bedacht de professor opgewonden) en één voor één negen ze het hoofd ter begroeting. "Prettig kennis te maken", sprak de voorste, die voorgesteld was als Rudolf en net zo'n rode lichtgevende neus had als in de kerstliedjes. "Als u in de slee stapt, brengen wij u naar het hoofdkwartier. Gelieve wel de gordels vast te maken, want we zullen hoog en snel vliegen en als u uit de slee valt, kunnen we niet vlug genoeg bij u zijn om u op te vangen voor u te pletter valt". Ze klauterden in de slee en vertrokken meteen met een flinke vaart.
zaterdag 19 november 2016
Behoud van de sterrendiamanten, deel 5 van 9
Download het eBook: http://rubenseschone.nl/ebooks.php
Hij wist niet wat hij zag, en daarom stond professor Fonda met open mond en grote ogen te staren. "Sodeju, werkelijk zeg, sodeju", hoorde hij de jonge van Vliet naast hem vol verbazing mompelen. En wát een magnifiek gezicht was het!
Ze stonden in een grote hal, een soort foyer, met aan de ene kant een serie balies en aan de andere kant hoge ramen en glazen deuren die uitkwamen op wat een grote tuin leek. Vreemd vertrouwde wezens krioelden door elkaar, bezig met wie-weet-wat, en sterrendiamanten zweefden door de lucht terwijl ze glinsterend fonkelende stof uitstrooiden. Professor Fonda wist niet waar hij moest beginnen met kijken, maar na een ogenblik begonnen hem toch dingen op te vallen.
Voor een balie stonden twee rendieren met rode neuzen op luide toon te redetwisten met het peperkoekmannetje dat achter die balie hulpeloos met een vel papier stond te zwaaien. Een balie verderop zweefden een stel elfjes die bezig waren met het invullen van een stapel formulieren, hun fragiele vleugeltjes glinsterend in het licht van de enorme kerstboom die in het midden van de hal vrolijk kerstliedjes stond te zingen. Een grote zwerm rood-witte snoepstokken hinkelde over het grasveld buiten terwijl ze onder elkaar vrolijk kwetterden. Terwijl hij naar ze stond te kijken, veranderden de twee elfjes pardoes in sterrendiamanten en scheerden door één van de deuren naar buiten over de snoepstokken heen, waar de snoepstokken zo van schrokken dat ze pardoes alle kanten uit hinkelden. Het was net een troep mussen, vond professor Fonda.
"Silmana had gelijk", dacht de professor, "het zijn inderdaad levende wezens. Elfjes nog wel!". Iemand naast hem porde hem in de zij.
"Wat een kerstige boel hier, niet?", zei de jonge van Vliet met een lyrische uitdrukking op zijn gezicht. "Is het niet geweldig!".
"Ja, zag je net ook hoe die twee elfjes ginder pardoes in sterrendiamanten veranderden?", vroeg professor Fonda.
"Ja, man! Zouden die sterrendiamanten die bij ons thuis verkocht worden ook elfjes zijn? En kunnen ze dan nog wel terug veranderen, of zitten ze opgesloten?". De lyrische uitdrukking op het gezicht van de jonge van Vliet was verdwenen en had plaatsgemaakt voor een bezorgde uitdrukking. "We hebben hier in elk geval een hoop te doen, en thuis straks ook, want dat kan natuurlijk niet zomaar.", besloot de jonge van Vliet strijdlustig.
Hij wist niet wat hij zag, en daarom stond professor Fonda met open mond en grote ogen te staren. "Sodeju, werkelijk zeg, sodeju", hoorde hij de jonge van Vliet naast hem vol verbazing mompelen. En wát een magnifiek gezicht was het!
Ze stonden in een grote hal, een soort foyer, met aan de ene kant een serie balies en aan de andere kant hoge ramen en glazen deuren die uitkwamen op wat een grote tuin leek. Vreemd vertrouwde wezens krioelden door elkaar, bezig met wie-weet-wat, en sterrendiamanten zweefden door de lucht terwijl ze glinsterend fonkelende stof uitstrooiden. Professor Fonda wist niet waar hij moest beginnen met kijken, maar na een ogenblik begonnen hem toch dingen op te vallen.
Voor een balie stonden twee rendieren met rode neuzen op luide toon te redetwisten met het peperkoekmannetje dat achter die balie hulpeloos met een vel papier stond te zwaaien. Een balie verderop zweefden een stel elfjes die bezig waren met het invullen van een stapel formulieren, hun fragiele vleugeltjes glinsterend in het licht van de enorme kerstboom die in het midden van de hal vrolijk kerstliedjes stond te zingen. Een grote zwerm rood-witte snoepstokken hinkelde over het grasveld buiten terwijl ze onder elkaar vrolijk kwetterden. Terwijl hij naar ze stond te kijken, veranderden de twee elfjes pardoes in sterrendiamanten en scheerden door één van de deuren naar buiten over de snoepstokken heen, waar de snoepstokken zo van schrokken dat ze pardoes alle kanten uit hinkelden. Het was net een troep mussen, vond professor Fonda.
"Silmana had gelijk", dacht de professor, "het zijn inderdaad levende wezens. Elfjes nog wel!". Iemand naast hem porde hem in de zij.
"Wat een kerstige boel hier, niet?", zei de jonge van Vliet met een lyrische uitdrukking op zijn gezicht. "Is het niet geweldig!".
"Ja, zag je net ook hoe die twee elfjes ginder pardoes in sterrendiamanten veranderden?", vroeg professor Fonda.
"Ja, man! Zouden die sterrendiamanten die bij ons thuis verkocht worden ook elfjes zijn? En kunnen ze dan nog wel terug veranderen, of zitten ze opgesloten?". De lyrische uitdrukking op het gezicht van de jonge van Vliet was verdwenen en had plaatsgemaakt voor een bezorgde uitdrukking. "We hebben hier in elk geval een hoop te doen, en thuis straks ook, want dat kan natuurlijk niet zomaar.", besloot de jonge van Vliet strijdlustig.
donderdag 10 november 2016
Behoud van de sterrendiamanten, deel 4 van 9
Download
het eBook: http://rubenseschone.nl/ebooks.php
"Zo!",
zei professor Fonda tegen iedereen, "volgens mij hebben we nu alles. Heeft
iedereen het noodzakelijke ingepakt? Ja? Mooi, dan kunnen we gaan. Op naar de
sterrenpoort!", sprak hij terwijl hij zijn rugzak op zijn rug hees. Verbaasd
keek hij om toen zijn twee mede-expeditieleden begonnen te klappen. Die reactie
op zijn toch wel erg magere aanmoedingspreek had hij niet verwacht. Maar
kennelijk was de magie van het onbekende achter de sterrenpoort sterk genoeg om
ook hen te betoveren.
Hij liep
de trap op en bleef op het podium vlak voor de poort nog even staan. Na nog één
blik achterom naar Kodiko en Latoko richtte hij zijn aandacht op de paarse
schemering voor hem waar Silmana al in verdween. Met een mengeling van angst en
nieuwsgierigheid ging hij Silmana achterna naar het onbekende.
De
paarse schemering in de poort was desoriënterend en drukkend en professor Fonda
was blij dat hij na een lange minuut kon afstappen. Hij stond in een groot
gebouw, kennelijk was de poort ook hier in een groot gebouw gebouwd. Of was het
gebouw om de poort heen gebouwd. Om de poort te beschermen? Om de toegang te
kunnen controleren? De poort begon achter hem luid te zoemen, en hij liep gauw
de trap af om plaats te maken voor van Vliet en zich bij Silmana te voegen. Hij
was het inmiddels volledig eens met Latoko's oordeel dat Silmana een louche
sujet leek. Aan de andere kant moest hij toegeven dat Silmana in zijn leven
weinig keuze gehad had en toch net als ieder ander eten en spullen moest kunnen
kopen. De jonge idealist in de professors hoofd vroeg zich af hoeveel Silmanas
er rondliepen in de bendes straatkinderen thuis, en hoeveel daarvan gered
konden worden van een uitzichtloos lot als huurling. Hij schrok op uit zijn
mijmering toen Silmana zijn stem verhief.
"De
plaatselijke bevolking is heel vriendelijk", legde Silmana uit, "maar
de tussenhandelaren die de sterrendiamanten verhandelen zijn keihard, en vaak
onderdeel van de maffia. Met hen moet je uitkijken, zij geloven enkel in het
recht van de sterkste." Met een veelbetekenende blik op de professor liep
Silmana een eindje opzij en de professor volgde hem.
"Luister,
professor, ik weet dat u geen hoge pet van mij op heeft. En terecht, want uw
enige kennis over mij komt van Kodiko. Maar het is goed dat u en uw expeditie
meegegaan zijn, want er zijn hier een hoop dingen verschrikkelijk mis en we
kunnen goede wetenschappers goed gebruiken."
"Nou,
ach, eh", begon de professor hakkelend, "ik ben hier voor
wetenschappelijke studie, niet om maatschappelijke problemen op te lossen.
"
"Wetenschappelijke
studie en de bijbehorende publicatie is juist wat nodig is", antwoordde
Silmana fel, "want die sterrendiamanten zijn geen mineralen, maar levende
wezens in gekristalliseerde vorm. Dénkende wezens, bewúste wezens, waar je mee
kunt praten en lachen en debatteren en alles. U zult het straks wel zien.
Professor
Fonda bleef geschokt achter. Levende wezens in kristalvorm? Dat zette niet
alleen zijn ideeën over wat wel en niet leven is op zijn kop, maar riekte ook
naar slavernij. Wat was er nou precies aan de hand? Door de geheimzinnigheid
was hij op zijn hoede en door de opmerkingen van Silmana wist hij niet helemaal
meer wat hij aan die man had en was hij danig van zijn stuk gebracht.
"Oké
mensen!", riep Silmana tegen de hele groep wetenschappers, "zo
meteen, achter die deur, zullen jullie je eerste glimp opvangen van deze wereld
en haar bewoners. Wees voorzichtig: er gelden hier andere regels dan thuis en
zelfs de natuurwetten werken hier anders. En wees vooral op je hoede voor de
magie: dat hebben we thuis niet dus je hebt geen idee wat het doet, kan, en wat
de risico's zijn." Met die woorden stapte Silmana resoluut de deur door en
de expeditieleden dromden gretig achter hem aan, nog nieuwsgieriger geworden
dan ze al waren door Silmanas opmerkingen over andere natuurwetten en magie.
donderdag 3 november 2016
Behoud van de sterrendiamanten, deel 3 van 9
Download het eBook: http://rubenseschone.nl/ebooks.php
Geïnteresseerd nipte professor Fonda van zijn koffie en ging het hele verhaal in gedachten nog eens na. Dat onderzoek van die sterrendiamanten leek hem wel wat, zijn huidige werkzaamheden konden wel een poosje wachten tot hij terug was van een expeditie. Hij moest morgen die oude van Vliet eens vragen, die was even nieuwsgierig als hij naar de sterrenpoort en de sterrendiamanten, en had bovendien een jonge, sterke en slimme assistent die de klus zeker weten aankon. En hij moest voordat hij wegging ook nog maar eens een bezoekje brengen aan de schietbaan. Latokos opmerking dat die Silmana zaken achterhield, en in het algemeen een louche sujet leek, zinde hem niet. Dergelijke zaken voelde ze over het algemeen goed aan en hij had door de jaren heen groot vertrouwen ontwikkeld in haar oordeel. Het was verstandig om op alle eventualiteiten voorbereid te zijn.
Die avond zat Latoko als een toonbeeld van welopgevoedheid naast het haardvuur te frivolitéën terwijl haar man brieven zat te schrijven. Het viel haar op dat het kennelijk niet wou vlotten, de pen bleef vaak werkeloos in de lucht hangen. Maar ze piekerde er niet over om haar man bij te staan na de ruzie van eerder die dag. "Hij is vast bezig met een brief aan Silmana, laat hem maar ploeteren", dacht ze bij zichzelf. Ze wijdde haar aandacht weer aan haar handwerkje en deed alsof ze niets gezien had van zijn moeilijkheden.
De brief waar Kodiko aan werkte wou inderdaad niet vlotten. Silmana als tussenhandelaar zat hem dwars, hij zou liever zaken doen met de leveranciers achter de sterrenpoort. Want hij was tot de conclusie gekomen dat zijn vrouw gelijk had: Silmana was een louche sujet waar je misschien beter maar niet al te veel mee te maken kon hebben. Haar suggestie om de professor er op af te sturen had hij weggewuifd maar ondertussen stiekem wel een goed idee gevonden. Die ouwe graver was vast zo nieuwsgierig dat hij meteen stond te springen om te gaan, en dan kon hij gelijk mooi een brief van Kodiko meenemen naar wie het dan ook was die over de sterrendiamanten ging. Het idee om zelf te gaan, kwam niet in Kodiko op: hij hechtte daarvoor net te veel waarde aan alle comfort om hem heen.
Geïnteresseerd nipte professor Fonda van zijn koffie en ging het hele verhaal in gedachten nog eens na. Dat onderzoek van die sterrendiamanten leek hem wel wat, zijn huidige werkzaamheden konden wel een poosje wachten tot hij terug was van een expeditie. Hij moest morgen die oude van Vliet eens vragen, die was even nieuwsgierig als hij naar de sterrenpoort en de sterrendiamanten, en had bovendien een jonge, sterke en slimme assistent die de klus zeker weten aankon. En hij moest voordat hij wegging ook nog maar eens een bezoekje brengen aan de schietbaan. Latokos opmerking dat die Silmana zaken achterhield, en in het algemeen een louche sujet leek, zinde hem niet. Dergelijke zaken voelde ze over het algemeen goed aan en hij had door de jaren heen groot vertrouwen ontwikkeld in haar oordeel. Het was verstandig om op alle eventualiteiten voorbereid te zijn.
Die avond zat Latoko als een toonbeeld van welopgevoedheid naast het haardvuur te frivolitéën terwijl haar man brieven zat te schrijven. Het viel haar op dat het kennelijk niet wou vlotten, de pen bleef vaak werkeloos in de lucht hangen. Maar ze piekerde er niet over om haar man bij te staan na de ruzie van eerder die dag. "Hij is vast bezig met een brief aan Silmana, laat hem maar ploeteren", dacht ze bij zichzelf. Ze wijdde haar aandacht weer aan haar handwerkje en deed alsof ze niets gezien had van zijn moeilijkheden.
De brief waar Kodiko aan werkte wou inderdaad niet vlotten. Silmana als tussenhandelaar zat hem dwars, hij zou liever zaken doen met de leveranciers achter de sterrenpoort. Want hij was tot de conclusie gekomen dat zijn vrouw gelijk had: Silmana was een louche sujet waar je misschien beter maar niet al te veel mee te maken kon hebben. Haar suggestie om de professor er op af te sturen had hij weggewuifd maar ondertussen stiekem wel een goed idee gevonden. Die ouwe graver was vast zo nieuwsgierig dat hij meteen stond te springen om te gaan, en dan kon hij gelijk mooi een brief van Kodiko meenemen naar wie het dan ook was die over de sterrendiamanten ging. Het idee om zelf te gaan, kwam niet in Kodiko op: hij hechtte daarvoor net te veel waarde aan alle comfort om hem heen.
Abonneren op:
Posts (Atom)