donderdag 25 september 2014

Naar 't Spoorwegmuseum

Al vaker had ik er over nagedacht maar nog nooit was ik er echt geweest: het spoorwegmuseum in Utrecht. Dus toen ik dagkaarten kocht in een blokkeraanbieding, moest ik daar ineens weer aan denken. Misschien moest ik er toch maar eens heen. Ik had vakantie nu, immers. 


Er bleek een trein heen te gaan vanaf Utrecht Centraal. Een van de weinige musea die een station op zich is, denk ik. De trein erheen was een ouwe gele met een hondekop aan de voorkant. De airconditioning bestond uit ramen die je open kon zetten en de motor gromde onder mijn voeten. Een goed begin, zo'n echte oude trein. Ook al stond er gewoon een chippaal bij het museum waar je uit kon checken. 

Aangekomen wou ik eerst koffie (want dat had ik vanaf Groningen niet meer gehad), dan kon ik ook meteen rustig even de plattegrond bekijken die ze me bij de ingang gegeven hadden. Ik zag al snel dat ze het museum ingedeeld hadden in werelden, genummerd van een tot en met vijf. Ik begon dus braaf bij hal of wereld een. 


Bij de deur stond een mevrouw die me een kastje gaf en een koptelefoon. Het kastje kon ik harder zetten zodat zelfs ik het goed verstaan kon. Ik stapte de deur door een hokje in die er uitzag als een hele oude mijnlift. De deur ging dicht en ik greep me stevig vast aan een handvat. Die handvaten zaten er vast niet voor niks, dacht ik net voordat de bodem begon te trillen en schudden. 


Hoewel de "lift" op zijn plek bleef had je toch best wel het idee dat je ergens heen ging. Volgens de stem van het kastje gingen we terug in de tijd en zouden we uitkomen in de negentiende eeuw. Uiteindelijk hield het schudden op en ging er een deur open. Ik stapte erdoor en stond in een mijngang. Met rails op de grond en een mijnkarretje volgeladen met kolen. 

Terwijl de stem in het kastje vertelde over kolen en kanaries bewonderde ik alles om me heen. Helemaal toen we even verderop uit de mijngang in een mijnwerkersdorp terecht kwamen. Het was echt een attractie, zoals in de Efteling. Mooi vormgegeven, net echte stenen muren en alles en details die klopten: een bureaukalender met de juiste datum, een nepmuis die mechanisch over de balken trippelt. Alles met elkaar was ik alweer toe aan koffie toen ik klaar was met wereld een bewonderen. 


Deel 2, of wereld 2, gaat over de Oriënt Express en zo. Zeg maar begin twintigste eeuw, toen je per trein door heel Europa kon reizen. Er staat een zitplaatsrijtuig en een restauratiewagen en je verwacht bijna Hercule Poirot er uit te zien stappen terwijl hij met zijn gedachten bij een moordzaak is die hij onder handen heeft. Erg mooi, je krijgt zoveel zin om eens in die periode rond te kijken. Die periode heeft me altijd getrokken, en dan vooral een trein naar het toen nog magische en mystieke Oosten. En ook heb ik zin om Agatha Christie's moord in de Oriënt express te herlezen.


Ergens anders stonden rijtuigen van de Nederlandse tweede (char à banc) en derde klas (de waggon). Het oogde weinig, een open rijtuig met bankjes. Geen ramen, geen kachel. Een frisse, en in de winter zelfs koude bedoening. Gelukkig hebben we nu 's winters wel een kachel in de trein. Ik moest aan Eline Vere denken bij het zien van de waggon, en hoe ze in het boek aan mevrouw van Raat uitlegt hoe simpel reizen is. Ze zei dat men eens wat vroeg en informeerde en dat "men in zijn waggon ging zitten". Zou zij echt derde klas gereisd hebben? Dat verbaasde me wel; in het verhaal beweegt Eline zich in nogal welgestelde milieus en dan verwacht je eigenlijk stiekem dat ze eerste klas reist. Maar kennelijk had Louis Couperus het toch anders met haar voor want de door Eline genoemde waggon blijkt toch echt derde klas te zijn. 

Er waren verder ook nog een klein achtbaantje (engheidsniveau "kinder" dus precies goed voor mij) en een kleinschalige theatervoorstelling van één acteur, drie decors en twintig minuten verhaal. En treinen! Veel treinen, stoomlocomotieven en rijtuigen van vroeger. Een oude postwagon met de postzakken en sorteervakjes er nog in. Daar werd de post gesorteerd terwijl de trein onderweg was. Toen dat nog met de hand ging. Veel te zien, veel te kijken en veel jezelf voor te stellen hoe dat vroeger geweest moet zijn. 

Voor een treintjesliefhebber als ik is het spoorwegmuseum een prima bestemming!


donderdag 18 september 2014

Vakantie

Het is lunchpauze. Eigenlijk is die alweer voorbij voor de meesten dus is het lekker rustig in de kantine. Kan ik even rustig eten, en een stukje schrijven. 

Vandaag is mijn laatste volledige dag voor de vakantie. Morgen nog een halve dag en daarna tweeëneenhalve week niks. Nou ja, niks, geen computerproblemen op te lossen. Eigenlijk kan ik dat nog helemaal niet bevatten. Mijn verstand weet het wel, maar gevoelsmatig heb ik nog niks van "Jeuj", of zoiets. Zal maandag wel komen, als ik zit te ontbijten en niet maar het werk hoef.

Toch ben ik wel blij met die twee week. Het valt me de laatste tijd steeds vaker op van mezelf dat mijn tenen steeds langer worden, bijvoorbeeld. Stukken langer dan me lief is, waardoor ik veel gauwer gefrustreerd en kwaad ben dan ik wil. En dan word ik weer kwaad op mezelf omdat ik kwaad word...

Het wordt steeds lastiger om niet te grauwen en snauwen.  En ik wil niet grauwen en snauwen, want dat voelt zelf niet leuk en is voor de mensen om je heen ook niet leuk. Na veertig jaar ervaring met mezelf weet ik wel dat ik heel gemeen uit de hoek kan komen als ik niet tot tien tel. Alhoewel tot honderd tellen vaak beter lijkt dan tot tien. Tien is zo kort! 

Ja ik ben blij met twee week vakantie. Ik ben er toch wel een beetje veel aan toe, geloof ik.