Als je in je eentje op van alles af gaat en niet aan je telefoon vastgeplakt zit (nou ja, probeert te zitten), heb je alle tijd om om je heen te kijken. “Mensen kijken”, noemt mijn familie dat altijd. En ’s mensens doen en laten observeren is meestal erg interessant, en leerzaam, en soms ook wel frustrerend. Maar ook die frustratie is weer bedoeld om mij wat te leren, hoop ik dan maar.
Wat me vaak opvalt, is hoe sterk iedereen om mij heen aan zijnhaar telefoon vastgeplakt zit. Whatsappen, of facebooken, naar de kleuren op het scherm te oordelen (verder dan de kleuren op het scherm kijk ik niet want meelezen met een ander is zo onbeschoft). Mensen zitten soms zelfs de halve tijd aan hun telefoon vastgeplakt als ze met jou iets aan het doen zijn, waardoor je je onwillekeurig toch wel afvraagt of ze het eigenlijk wel léuk vinden, dat wat ze met jou aan het doen zijn, en of ze jou eigenlijk wel leuk genoeg vinden als ze zich zo overduidelijk gedragen alsof ze hun telefoon veel leuker vinden dan jou.
Maar aan de andere kant, omdat ik van mezelf niet stiekem mee mag kijken/lezen/spieken met wat ze aan het doen zijn, weet ik niet wat ze aan het doen zijn. Misschien whatsappen ze wel met hun kinderen die vragen of ze opgehaald kunnen worden van ikweetnietwaar, of misschien whatsappen ze wel met een vriendin die een schouder om op uit te huilen of een ruggesteuntje nodig heeft omdat ze echt rottige dingen meegemaakt heeft. Misschien is het dus wel echt belangrijk.
Maar aan weer een andere kant, is het natuurlijk ook wel een beetje zo dat de combinatie van smartphone plus facebooksocialemediadinges sterk inhaakt op ’s mensens nogal fundamentele behoefte om ergens bij te horen (hoe voel je je zelf als je de heeikhebeenberichtjeping van je telefoon hoort? Denk je dan stiekem bij jezelf één kort momentje “jeujeujeuj”?). Dus het kan ook nog zo zijn dat wat ze dan ook aan het doen zijn op de telefoon, niet echt belangrijk belangrijk is, maar meer hun shotje “erbij horen” is. En dan zou je het ze niet méér kwalijk kunnen nemen dan je het een heroïnejunk kwalijk neemt dat ‘ie een shot nodig heeft, want dan zou het meer iets verslavingsachtigs zijn, en kun je het niet echt meer een vrije keuze vinden om op je telefoon te kijken.
Of misschien is het wel gewoon zo, dat we met ons allen geleerd hebben vooral onszelf belangrijk te vinden (het jijbentuniekenspeciaaleneenprinsprinses fenomeen). En dan is het gewoon een teken van veranderende manieren, waarbij je als oudere of oudere jongere iets zeurends kunt mompelen met “die jeugd van tegenwoordig” er in, gemakshalve even negerend dat de mensen die in de kroeg, de bus, de trein, de typisch nederlandse verjaardagskringfeest en de Efteling aan hun telefoon vastgeplakt zitten ook soms grijze haren en rimpels hebben en het dus echt geen jongeregeneratiedingetje is.
Al die mogelijkheden overdenkend, lijkt het toch het makkelijkst om mezelf te leren accepteren dat dingen zo zijn als ze zijn. Mezelf, daar heb ik tenminste een beetje invloed op, nietwaar?
Mijn goede voornemens voor 2016 zijn dan ook:
- mezelf niet meer ergeren aan tijd die ik en anderen aan hun telefoon vastgeplakt zitten.
- verder gaan met minder aan mijn telefoon vastgeplakt zitten
Doe je met me mee?