Ineens op een ochtend zag ik hem.
Mijn nieuwe onderhuurder. Compleet met kruis op zijn rug.
Zonder dat ik het wist was hij al druk aan het werk geweest in de tuin, en had een mooi plekje gebouwd voor zichzelf waar hij zijn werk kan doen, nijver ambachtsman en geduldig jager als hij is.
Ook in andere tuinen zijn er veel te zien, en ook in struiken langs de weg. Op een mistige ochtend lijkt het wel alsof iemand watten over de struiken heeft uitgestrooid. Of engelenhaar, misschien, Je weet wel, van dat jeukende spul dat je in de kerstboom stopt. Het is erg mooi om te zien, die fijne waterdruppeltjes bengelend aan de draden die het werk van deze harde werkers samenbinden.
Ik ben geen fan van hun uiterlijk, met die acht poten en zo.
Helemaal niet.
Brrrrrrr!
Maar wat ze doen, daar ben ik wel voor. Want vliegjes, nee, daar hou ik nog veel minder van. Die steken je terwijl je slaapt, heel stiekem, en dan heb je de volgende ochtend een superirritante jeukende muggebult.
Dan heb ik liever een grote spin in de tuin.
Of twee, misschien.
Een Rubense Schone geeft haar meningen, gedachten en gevoelens over alles wat het leven haar brengt. De proza wordt hier gepubliceerd, gedichten worden verzameld op ingridsgedichten.blogspot.com.
Ik publiceer onregelmatig, dus abonneren op rss of e-mail is handig.
dinsdag 19 september 2017
zaterdag 2 september 2017
IJs bij de kachel
Foto: jen (flickr) |
"People who say it's too cold for ice cream are people you don't need in your life".
Oftewel in het Nederlands:
"Mensen die zeggen dat het te koud is voor ijs, zijn mensen die je niet nodig hebt in je leven."
Dat riep meteen een herinnering op. Aan ijs. En aan Oma. En aan een ijsje halen midden in de winter.
Vlakbij waar Oma woonde was een pleintje met wat winkels. Gewoon zo'n lokaal wijkwinkelpleintje. Er was een Fred van der Werff (later de Boer en nog later Super De Boer), er was een fietsenwinkel, een warme bakker, een postkantoor, een kiosk, en er was ook een Jamin. En bij die Jamin verkochten ze onder andere ijs. Rechthoekige ijsjes, en je deed dan een ijsje tussen twee wafeltjes en zo at je 'm op. Woensdagmiddag na school gingen we naar Oma, en dan liepen we in de loop van de middag even naar het plein. En soms, soms, soms mochten we een ijsje van Oma. En ze nam er zelf ook een.
Ook midden in de winter, als het koud was en sneeuw-achtig en zo.
En dan vertelde ze over een tante van haar, Tante Anna, die wel eens op bezoek kwam. Dan vertelde over hoe Tante Anna een decolleté verschrikkelijk vond. "Hai, wat ja bloot", zei ze dan. En over hoe dol Tante Anna was op ijs. Ook in de winter. Oma vertelde dan ook altijd dat Tante Anna dan vond dat een ijsje eten in de winter best kon. "Want we zitten ja toch bij de warme kachel!"
En ze zei altijd dat Tante Anna dat zei, maar eigenlijk vond ze dat zelf ook wel. Of anderen dat nou stom vonden of niet, maakte haar niet uit.
Dus doe gerust eens iets raar als een ijsje eten in de winter. Want je zit immers toch bij de warme kachel!
Abonneren op:
Posts (Atom)