Posts tonen met het label samen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label samen. Alle posts tonen

vrijdag 20 maart 2015

Geldloos. Zou dat kunnen?

Geld is belangrijk voor ons. Als je er te weinig van hebt, beheerst het je hele leven, zo blijkt uit verhalen die je kon horen bij de Voedselbankactie rond afgelopen kerst. Toen ik laatst weer eens Star Trek zat te kijken en in dezelfde periode Thea Beckman’s Thule-trilogie (Kinderen van Moeder Aarde, Het Helse Paradijs en Het Gulden Vlies van Thule) zat te herlezen, vroeg ik me ineens af of we met ons allen - zo ongeveer wat we  “de samenleving” noemen zeg maar - zonder zouden kunnen. Zou je het hele idee “geld” af kunnen schaffen? Hoeveel zou dat veranderen? Hoeveel zouden wij veranderen? Hoeveel zou het “Het Ons” veranderen?

Een interessant idee was het wel. Ook een moeilijk idee, vooral om jezelf het voor te stellen.

Het verhaal in mijn hoofd redeneerde ongeveer zo: 

In de startrek-aflevering “Time’s arrow”  komt de bemanning van de Enterprise-D terecht in negentiende-eeuws Amerika. Ze ontmoeten daar onder andere Mark Twain en door wat gedoe komt Mark uiteindelijk op de Enterprise-D terecht in de vierentwintigste eeuw. Hij ontdekt dat ze geen Havanasigaren aan boord hebben en is daar he-le-maal niet blij mee. In de scène loopt hij door een van de vele gangen van het schip terwijl hij het daarover heeft met Counselor Deanna Troi, die hem vertelt dat er andere voordelen tegenover staan.

Ze vertelt hem dat ze geld en daarmee armoede geëlimineerd hebben, en dat een heleboel andere dingen die dat normaal met zich mee brengt ook verdwenen zijn. Mark is niet meteen overtuigd, hij vindt dat hij uit een tijd komt waarin de rijken rijker en machtiger worden door op de ruggen van de armen te staan. Uiteindelijk vindt hij toch dat het misschien toch wel waard is om zijn geliefde sigaar voor op te geven.

Geen geld. Een samenleving zonder geld. Zou dat kunnen? 

Wacht eens, dat boek ging ook over zoiets.

Thea Beckman beschrijft in haar Thuletrilogie een maatschappij die zo ongeveer hetzelfde probeert te bereiken. Mensen helpen elkaar gratis, en nemen niet meer van de gemeenschap (het collectief, zo je wil - al klinkt dat wel meteen weer heel erg akelig communistisch) dan ze nodig hebben. Ze hebben wel een munt, konarciq of zo heet het ding, maar die staat niet in hoog aanzien, vertelt een verthuleenste Badener in Het Helse Paradijs aan net aangekomen Badeners die het land willen veroveren. Thulenen ruilen liever goederen direct voor goederen of diensten, in plaats van voor geld. Eigenlijk net zo'n beetje als de Kelten goederen voor goederen ruilen in Manda Scott's "Boudica: Droom van de Arend". 
Maar de Thuleense (en ook Manda Scott's Keltische) samenleving is wel héél anders en vindt wel héél andere dingen belangrijk, blijkt uit de boeken als je ze leest. 

Dat krijg je niet zomaar voor elkaar, dat we met ons allen ineens heel andere dingen belangrijk gaan vinden dan we nu doen.

Maar zou dat in het echt kunnen? 
Laat ik eens proberen om het me voor te stellen.

Stel je eens voor, dat je bij de supermarkt je boodschappen gratis krijgt. Dat je bij de benzinepomp je auto gratis voltankt, en dat de fietsenmaker gratis je fiets repareert. Dat de supermarkt gratis zijn voorraden krijgt van de leverancier, die ze weer gratis krijgt van hun leveranciers en zo verder. 

Dat werkt natuurlijk alleen zolang we onszelf met elkaar een gemeenschap voelen. En zolang mensen niet uitgebuit en onderdrukt worden, zoals bijvoorbeeld die Bangladeshers die vorig jaar of zo in het nieuws waren omdat ze voor bijna niks onze kleren maken en wij dat nog helemaal prima vinden ook terwijl zij langzaam doodgaan van de honger.

En zolang niemand meer van “het ons” pakt dat hij of zij nodig heeft. Meer van “Het Ons” afpakken dan je nodig hebt, echt nodig hebt, kan niet. Want dan is er niet genoeg voor iedereen, en gaan mensen het oneerlijk vinden dat die éne zo veel mag pakken en zij niet en dan krijg je uiteindelijk vanzelf rellen en revoluties en zulke ellende. Je mag dus niet hebberig zijn en als je dat wel bent, is dat zo tegen de “je pakt alleen wat je echt nodig hebt” afspraak dat je het een misdaad zou moeten noemen. En het dus bestraffen.

Eigenlijk staat dat lijnrecht tegenover hoe we nu leven, met mensen, reclames en bedrijven die ons wijsmaken dat je vooral meer moet hebben dan een ander, en dat je vooral veel status nodig hebt en dat je vooral egoïstisch en hebberig moet zijn (denk maar eens aan Gordon Gekko’s “greed is good”). En dat je, als je minder hebt, vooral op moet kijken tegen mensen die meer hebben en dat je hen toch vooral heel erg supermegabelangrijk moet vinden en zo. Terwijl ze, zoals mijn vader dat vaak zei, net zo goed stinken als ieder ander als ze op de wc zitten.

Stel je voor dat we geld afschaffen. En dat hebberig dus fout wordt. 

Wat doen we dan met iemand die teveel pakt? In ons systeem zou hij of zij de cel in moeten. In de boeken van Thea Beckman kennen ze geen gevangenissen, maar krijgt iedere crimineel een stempel met langzaam vervagende inkt in het gezicht. Een soort tatoeage. Verschillende kleuren staan voor verschillende misdrijven. Ze blijven vrij rondlopen maar worden door iedereen veracht om wat ze hebben gedaan, dat is hun straf. De inkt vervaagt in de loop der jaren en als ’t weg is kan iemand opnieuw beginnen.

Zou zo’n systeem in het echt kunnen werken? Ik probeer het me voor te stellen maar dat lukt niet echt. Er zou dan zó veel moeten veranderen! En we zouden dingen als hebberigheid en status moeten afschaffen, dat lijkt me wel erg moeilijk. We zijn door de de eeuwen zó gewend en getraind om dat belangrijk te vinden. 

Ik denk niet dat het zou kunnen. 
In elk geval niet zomaar. 
Maar een interessant idee is het wel. 

Stel je eens voor dat je het hele idee “geld” zou kunnen afschaffen. Best wel een bijzonder idee, eigenlijk. 

Aan de andere kant misschien minder bijzonder dan het lijkt: als ik Joris Luyendijks boek "Dit kan niet waar zijn" goed begrijp, bestaat ons meeste geld nu ook al enkel digitaal en is daarmee eigenlijk niks. Gebakken lucht misschien. Lucht waar we met ons allen in geloven, maar toch lucht. Minder dan lucht nog, misschien. 

En toch, stel je eens voor. Een samenleving zonder geld. Ik vind het moeilijk om het me voor te stellen. Erg moeilijk. Het is zó anders dan wat we gewend zijn!

zondag 2 september 2012

Droomouders - alweer een gedicht

zij is diep in slaap en droomt
van ouders lief en aandachtsvol
kinderdromen goudgerand omzoomd
haar slapend gemoed schiet vol
Voor huilen is zij niet meer bang
In haar slaap glijdt een traan over haar wang

droomouders die haar knuffelen en omhelzen
geliefd en diep gelukkig voelt zij zich
droomouders fluisteren haar toe
"wij houden van je, lieve wicht"
haar slaperige droomogen vallen toe

wakker wordt zij, geheel verfrist
de mooie droom is weliswaar voorbij
maar droomouders blijven haar altijd bij

zondag 19 augustus 2012

Terras met een sprookje


Het gaat warm worden vandaag zeggen ze. Hitterecords worden gebroken. Desondanks ben ik heel eigenwijs toch naar de stad gegaan, om in de schaduw van een parasol op een terrasje te zitten en appelsap of spa blauw of zo te drinken. Met ijs uiteraard.
Twee tafeltjes verderop zitten een man en een vrouw. Eind twintig schat ik zo. Zij kijkt verveeld om zich heen, alsof ze niet bij hem hoort maar alleen maar toevallig aan hetzelfde tafeltje zit. Maar omdat er nog heel veel lege tafeltjes zijn, lijkt me dat onwaarschijnlijk. Hij zit ingespannen en geconcentreerd naar een telefoon te turen. Een iphone zo te zien. Hij kijkt naar het schermpje en veegt wat heen en weer en tikt af en toe wat. Hij keurt de dame tegenover hem geen blik waardig. 

Zij zegt wat tegen hem.
Hij reageert niet, is met zijn telefoon aan het spelen. 
Ze zegt het nog een keer, duidelijker. 
Hij reageert nog niet. 
Ze stoot hem aan, stelt de vraag ten derden male.
Geërgerd kijkt hij op. Ze ziet toch dat hij bezig is! De geïrriteerde toon waarop hij dat zegt hoor ik twee tafeltjes verderop zelfs.

Gezellig hoor, samen een terrasje pakken. 

Gelukkig kan het ook anders.
Eén tafeltje de andere kant op zit een ouder echtpaar onder de parasol. Ze praten zo luid dat ik heel het gesprek kan horen. Ze hebben het over het weer. Dat het wel erg warm is, maar dat ze toch maar mooi boffen met al die zon op hun tweede huwelijksreisje. En ze praten over het hotel, dat dat zo netjes was en alles. En dat dat Noorderzondinges zo leuk was. Dan ineens hebben ze het over "het feest volgende week". Ik begrijp dat ze bijna vijfendertig jaar getrouwd zijn en nu een tweede huwelijksreis maken, terug naar de stad waar het vijfendertig jaar geleden begon. Stiekem werp ik een blik opzij, getroffen door de gelukkige en verliefde toon in hun stemmen. Ze zitten hand in hand verliefd naar elkaar te kijken. 

Geweldig vind ik dat. Hun geluk kan ik voelen, het is zo sterk dat het bijna tastbaar is. Alsof je het vast kunt pakken. Ze doen me denken aan een liedje waar we een leuk countrydansje op hebben. Ik weet niet meer hoe het heet, maar het gaat over dat een oude Oma vertelt over hoe ze het voor elkaar gekregen heeft om vijftig jaar gelukkig getrouwd te zijn. "We work it out, time after time" zingen ze dan in het refrein. En "our love is never in doubt, we work it out". Het is een mooi liedje.

Ik kijk uit een ooghoek nog een keer naar het tafeltje naast mij, naar het oudere echtpaar dat nu bezig is de rekening te betalen.

Het sprookje bestaat echt. 

Ciao,
Ingrid.

woensdag 8 augustus 2012

Kom je erbij zitten?


Op het moment volg ik een assertiviteitscursus. Of training eigenlijk. Zo een cursus waar je leert zelfvertrouwen te hebben, en waar je destructieve gedachtenpatronen leert herkennen, en ook waar je Nee leert zeggen, kritiek geven en ontvangen, complimenten geven en ontvangen, en verzoeken durven doen en nog veel meer nuttige dingen. Deze training is in groepsverband. En dan moet je natuurlijk wel een beetje geluk hebben met de groep waar je in terecht komt. En de trainer natuurlijk ook, maar de groep is toch wel wat het hem doet. 

Uiteraard zijn er een hoop dingen die het makkelijker maken dat de mensen die samen de training volgen gevoelsmatig naar elkaar toe trekken: je hebt allereerst de training zelf met elkaar gemeen, en verder heeft ook iedereen moeilijke issues waar hij/zij aan wil werken. Dat geeft best wel onderling begrip. Maar daar bovenop heb ik het geluk met een aantal mensen in de groep te zitten die echt hartelijke mensen zijn. Lieve mensen. Mensen die echt naar je luisteren en je ervaringsbegrijpen. Het voelt als een warm bad.

En op een mooie zomerdag zo ongeveer halverwege de training bleef ik nog even achter om te praten met de cursusleidster. Toen ik uiteindelijk buiten kwam, zaten mijn medecursisten op een bankje in het zonnetje na te praten. "Wil je er ook bij komen zitten?", vroeg één. Ik zei "ja, graag" en ging erbij zitten. 

Ik voelde me zo enorm welkom!

Het moet de mooiste vraag ter wereld zijn:"Wil je erbij komen zitten?"

Ciao, 
Ingrid.


zaterdag 14 april 2012

Sterk versus zwak

Als de sterke
Sterk zijnd
De zwakke
Domineert
Onderdrukt
Wiens schuld is dat?

Sterk weet niet
hoe het is
zwak te zijn
Zwak weet niet
hoe dat moet
Sterk zijn
Is er schuld?

Veel beter
is het
samen
Sterk leert zwak
sterk te zijn
Zwak leert sterk
hoe het is
zwak te zijn
Niemands schuld