Eén van de Grote Liefdes in mijn leven is toch wel Star Trek. Qua science fiction deelt Star Trek een op eenzame hoogte staande eerste plaats met Doctor "ik ben écht een gekke man met een blauw hokje" Who (en Star Wars staat met superstip op plek nummer anderhalf). En van Star Trek zie ik vooral de originele serie (TOS) en de Next Generation serie (TNG) graag terug.
Als mijn hersens dan genoeg koffie gehad hebben, vallen me soms dingen op. Bijvoorbeeld het grote scherm op de brug, de Main Viewer. Als er dan een bericht binnenkomt van een ander schip, of van het hoofdkwartier of zo, zegt kapitein Picard: "Op het scherm, meneer Worf!". En dan komt de ander op het scherm en kunnen ze kletsen, plannen smeden, onderhandelen, elkaar bedreigen en wat er nog meer nodig is om het verhaal van die aflevering te doen vlotten.
Dat was wat, toen het zo begin jaren 1990 uitgezonden werd. Videobellen, en dan nog zulke goede kwaliteit en zomaar tussen allerlei vreemde schepen van vreemde makelij en ver weg in de ruimte waar je geen telefooncentrales of ptt-monteurs had en zo. Het stond best wel superfuturistisch, dat je zomaar op een knopje kon drukken of iets kon zeggen en dat je dan kon videobellen.
Snel vooruitspoelend naar tegenwoordig, is het eigenlijk helemaal niet zo'n Ding meer. We videobellen elke dag met collega's, leveranciers, klanten, vrienden, familie en andere mensen die ergens anders op ons aardbolletje rondlopen. Via Skype of Facetime of zo'n soort app. Elke laptop of smartphone heeft tegenwoordig een microfoon en een camera aan boord en de Mensen Die Het Weten Kunnen waarschuwen regelmatig dat die dingen zo vastgeknoopt zitten aan internet dat slechteriken ze op afstand aan kunnen zetten en dat je er daarom een stickertje of een post-it overheen moet plakken.
Met de technologie van tegenwoordig is het meer verbazingwekkend dat in Star Trek een brugofficier iets moet doen om het telefoontje op het Grote Scherm te zetten, en dat je niet gewoon tegen de computer kunt roepen: "zeg computer, zet dat telefoontje eens even op 't scherm". Je kunt de computer in Star Trek tenslotte om een heleboel andere dingen wel vragen, zoals waar bemanningsleden uithangen op het schip (wat wel weer betekent dat je aan boord 100% van de tijd gestalked wordt door de boordcomputer, trouwens, dus hoezo privacy?).
Al begint ook dat praten tegen de boordcomputer zo zoetjesaan al een beetje op gedateerde sci-fi te lijken. Siri, Cortana en hun familie schijnen steeds volwassener en bruikbaarder te worden, volgens mijn kennissen. Zelf gebruik ik ze niet, ik vind het ongemakkelijk om te kletsen tegen mijn telefoon. Maar het kan, in elk geval, en het werkt min of meer fatsoenlijk ook nog, kennelijk.
Stel dat over tien of twintig of weet ik hoeveel jaar de zelfrijdende auto's echt doorbreken.
Zouden we dan met ons allen heel nostalgisch terugkijken naar TOS en TNG?
En ons verbazen over het feit dat niemand toentertijd bedacht had dat ze in de 24ste eeuw misschien wel zelfvliegende ruimteschepen zouden kunnen hebben?
Een Rubense Schone geeft haar meningen, gedachten en gevoelens over alles wat het leven haar brengt. De proza wordt hier gepubliceerd, gedichten worden verzameld op ingridsgedichten.blogspot.com.
Ik publiceer onregelmatig, dus abonneren op rss of e-mail is handig.
Posts tonen met het label science fiction. Alle posts tonen
Posts tonen met het label science fiction. Alle posts tonen
zondag 18 september 2016
dinsdag 5 augustus 2014
Levende sterren
Science fiction series als Doctor Who en Star Trek brengen je in contact met vreemde levensvormen en culturen met totaal andere denkwijzen, vanuit je luie stoel voor de televisie. Of Netflix. En dat is interessant, vind ik, ook al komen die andere culturen uit het brein van een menselijke scriptschrijver en moeten die vreemde wezens door menselijke acteurs gespeeld worden. Een beetje beperking is er dus wel, maar toch blijft het interessant, al die "rare" ideeën.
Rare jongens, die buitenaardsen.
Op het moment ben ik weer eens bezig met een paar Doctor Who afleveringen, en laatst zag ik eentje die als onderwerp een ruimteschip had dat op een ster neerstortte. In de aflevering bleek dat het schip illegaal sterrespul (plasma of zo) geoogst had en nu zonder motor of besturing zijn vernietiging tegemoet ging. In die aflevering zit een scène waar de Doctor naar buiten kijkt, naar de ster, en zich plotsklaps realiseert dat die ster leeft. Een levend wezen is.
Stel je eens voor, dat een ster zoals onze zon een levend wezen zou zijn!
Hoe zouden ze dan met andere sterren "praten"? Zouden ze echt praten, op een soort manier als wij doen, of zouden ze dan telepatisch of zo zijn? De afstanden tussen sterren zijn zo groot dat praten zoals wij doen niet echt praktisch lijkt, want zelfs licht doet er hardstikke lang over om van de ene ster bij de andere te komen. En licht gaat het allerhardst van alle dingen die hardstikke snel kunnen gaan.
Wat zouden ze ook vinden van de planeten, asteroïden en kometen en alles die om hen heen cirkelen? Lastige aanhangsels of kinderen waarvoor gezorgd moet worden?
En wat zouden ze vinden van die ienieminikleine mensjes die op de derde planeet rondlopen? Zouden wij dan de zon haar kleinkinderen zijn, als kinderen van de aarde?
Zouden ze überhaupt wat daarvan vinden?
Misschien gaat ons bestaan wel totaal aan zulke wezens voorbij, zoals wij geen tweede keer en meestal zelfs geen eerste keer nadenken over de bacteriën die zo klein zijn dat we ze niet eens kunnen zien. Misschien zouden wij voor hen wel bacteriën zijn. Of misschien een virus, of zo.
Het kan ook zijn dat levende sterren wel zouden weten dat we bestaan. Dat ze voor ons zouden willen zorgen, zoals de zon ons licht geeft. Dan zou zo'n sterzon een soort Apollo zijn, uit de ik-weet-niet-of-het-nou-de-Griekse-of-de-Romeinse-was mythologie.
En hijzij (is een ster eigenlijk mannelijk of vrouwelijk?) zou broertjes en zusjes hebben: de sterren die uit dezelfde gaswolk ontstaan zijn. Zoals de pleijaden, of in de Orionnevel. En de Melkweg zou dan hun stad zijn. Met in het centrum sterrenwinkels waar allemaal zonnen in en uit lopen (zweven?) en waar ze allemaal mooie modieuze sterrendingen verkopen zouden. Dagcremes tegen zonnevlekken bijvoorbeeld, of drankjes tegen zure oprispingen van zonnevlammen. Een mooie zondagse corona, speciaal voor een zonsverduistering.
Ach in werkelijkheid kan dat natuurlijk niet. Een ster is een heeeeeeeeele grote bol gas, en eentje daarvan noemen we zon. En leven doen ze niet. Tenminste niet zoals wij dat doen.
Maar een leuk idee blijft het wel: stel je eens voor dat een ster een levend wezen zou zijn.
Abonneren op:
Posts (Atom)