Sinds mijn rug stuk-en-aan-de-beterhand is, moet ik van Ome Dok elk half uur "even vertreden". Nou heb ik eigenlijk geen flauw idee wat even vertreden precies is, en hoe lang dat even dan is - vergeten te vragen - maar als ik aan het werk ben, loop ik dan maar elk half uur een rondje rond het gebouw. Dat is vast even genoeg.
De laatste weken scheen vaak zon, of was het tenminste droog. Gisterochtend regende het. Met mij mee naar buiten liep een zelfverzekerd ogende meneer met een wijs uitziend grijs ringbaardje de regen in. Ik zette mijn capuchon op, hij huiverde en zei "Bah! Vies weer!".
Eigenlijk vond ik het helemaal geen vies weer. Het regende alleen. Natuurlijk, als je er op de fiets door moet, en het dan nog eens heel hard regent, ja, dan kan ik me er iets bij voorstellen. Maar hij hoefde niet op de fiets en het regende maar een beetje. Zijn auto stond pal voor de deur. Kennelijk hield hij gewoon niet van regen.
Terwijl ik aan mijn rondje bezig was, luisterde ik naar het tikken van de regen op mijn capuchon en het fluiten van de vogels. Vogels vonden het kennelijk geen vies weer. Of althans niet vies genoeg. Ze floten gewoon door.
En even kreeg ik een visioen van hoe écht vies weer er uit zou moeten zien: stel je voor dat het modder regende, of - nog erger - snot of diarree of braaksel of zo. Dat is pas écht vies weer.
Regen is zo gek nog niet.
Tenzij je er op de fiets doorheen moet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten