Een poosje geleden kreeg ik een amerikaans kinderverhaaltje onder ogen dat me weer hieraan deed denken. Het ging over een klein blauw locomotiefje (leuk, treintjes!) dat een hele zware trein over een hele hoge berg heen moest sleuren. Verschillende grotere en sterkere locomotieven hadden al geweigerd, want de berg was te hoog en de trein was te zwaar. Desondanks liet het kleine blauwe locomotiefje zich daar niet door ontmoedigen en begon vol goede moed aan de taak. "Ik wil het wel proberen", zei het kleine blauwe locomotiefje.
Eenmaal op de berg hard aan het werk zei ze steeds bij zichzelf "Ik kan het wel". Als je dat steeds als een mantra bij jezelf herhaalt, lijkt het ook wel op een voortpuffende trein: ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel-ik-kan-het-wel. Je kunt er zo "kedeng kedeng" tussen poten als je ikkanhetweltrein over een raillas (heet dat zo?) of wissel heen dendert.
In Dombo zit dat locomotiefje ook (die referentie snap ik dus ook nu pas) , daar moet het een zware circustrein over de bergen sleuren, en zegt het bergop: "ik kan het wel ik kan het wel ik kan het wel ik kan het wel” en daarna, bergaf, zegt het opgetogen “ik wist het wel ik wist het wel ik wist het wel WOEHOE!” En die woehoe is de stoomfluit, want het is in Dombo een stoomloc - de film komt tenslotte uit 1941.
En nou moet ik daar steeds aan denken als het akelige pester-stemmetje (pesteiland in binnenstebuitentaal) in mijn achterhoofd zegt: "nee dat kan je niet want je bent stom". Dan hou ik koppig vol en denk ik aan Oma, die gewoon doorging met ademhalen en zich niet zomaar liet kisten.
En aan het kleine blauwe locomotiefje dat dacht dat ze het lekker wél kon. En het ook deed ook, want die trein kwam natuurlijk wel aan op de bestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten