maandag 4 juli 2011

Smakelijk tandenstokeren



Samen uit eten gaan is meestal toch wel erg gezellig. Maar aan het eind van de maaltijd staan er bij veel restaurants dan ineens tandenstokers op tafel, gebroederlijk naast de pepermuntjes. Meestal zijn het tandenstokers die mijn tandarts altijd fanatiek afraadt, want slechte kwaliteit. Toch denken veel mensen in mijn omgeving dat ze ze gebruiken moeten "want ze staan er toch niet voor niks?". Maar ze weten dan niet hoe ze ze gebruiken moeten en voordat je het weet zit je tegen iemand's amalgaamvullingen aan te kijken terwijl hij of zij restjes vlees tussen de tanden wegpulkt.

Sja.
Eigenlijk vind ik dat een heel onsmakelijk gezicht.

En het hoeft helemaal niet zo onsmakelijk er uit te zien.
Allereerst is daar de vraag of dat wel nodig is, zo uitgebreid in je mond zitten roeren na elke maaltijd. Vraag eens na bij je tandarts of mondhygiënist wat voor jou het beste is. Mijn tandarts zegt dat tandenstokeren hoogstens één keer per dag moet, en dan bij voorkeur op een vast tijdstip zodat het in je dagelijke routine gaat zitten. En dan met - in zijn ogen - fatsoenlijke tandenstokers, of floss, en niet met die plastic rommel die je in een restaurant vaak voorgezet krijgt.

En als je toch per sé wilt stokeren, trek jezelf dan even terug op het toilet of in een badkamer ofzo. Ergens waar je privacy hebt en anderen niet tot last bent. Als dat niet kan, houd dan alsjeblieft je hand voor je mond zodat ik niet naar jouw etensresten hoef te kijken terwijl ik nog zit te eten.
Want dat doet mij de etenslust danig vergaan.

Ciao,
Ingrid.

vrijdag 27 mei 2011

Drakenjurk



Soms heb je van die nachten dat je verbeelding je door de diepste dalen voert van nachtmerries en soms voert je verbeelding je 's nachts over de hoogste toppen van heerlijke dromen. Van die dromen die overdag bij je blijven en die heel de dag een glimlach op je gezicht toveren.

Zo'n droom had ik vannacht.

Ik droomde dat ik een draak was.
Een hele mooie chinese geluksdraak, met goudkleurige schubben en witte stekels op de nek en rug, vanaf mijn kop helemaal tot het puntje van mijn staart. En een sterke nek en grote gouden vleugels, van die vleermuisachtige, en grote ivoren tanden en ogen die wel van barnsteen gemaakt leken. Ik droomde dat ik mijn spiegelbeeld bewonderde in een meer terwijl bewoners van de stadjes en dorpjes in de buurt om me heen zwermden om mij eventjes aan te mogen raken - mij aanraken bracht ze geluk. Als ze te opdringerig werden, brulde ik gewoon even, of spuwde ik wat vuur in de lucht. Dat schrok ze genoeg af om respectvol te blijven.

Ik droomde dat ik vloog.
Hoog in de lucht, met salto's en loopings en zinderende duikvluchten.
En dat kon ik als draak net zo makkelijk als ademhalen. Ik keek naar beneden en zag een lappendeken van akkers met daartussen boerderijen zo klein als huisjes bij een speelgoedtreinbaantje op N-formaat. Ik ging op jacht en maakte een duikvlucht en strekte mijn poten met gevaarlijke klauwen om een hert te vangen dat zo dom was in zijn eentje op pad te gaan.
Ik was volkomen vrij.

Ik droomde dat ik een draak was, machtig, gevreesd, bewonderd en geliefd.
Ik heb fantastisch gedroomd.

En nu blijft het beeld hangen van een rode jurk met daarop de slingerende contouren van een gouden draak. Ik weet al precies hoe hij er uit zou moeten zien. Ik moest dat ontwerp maar eens gaan tekenen, voor het geval ik ooit iemand tegenkom die weet hoe je gouden draken op rode jurken moet maken.

Ciao,
Ingrid.

zondag 22 mei 2011

Fan-fifties-tastisch!



Ik ben nogal een fan van de fifties-mode.
Vast lezers weten dat inmiddels wel want ik heb daar al eerder over geschreven. En uiteraard heb ik bij mijn allereerste fotoshoot ooit - afgelopen maart - ook voor de fifties-stijl gekozen. Maar dan wel voor petticoats, geen pencil-dresses.

Vanochtend kreeg ik er ineens zomaar heel erg zin in. In een petticoat. Met een mooie rode jurk met witte polkadots er op. Hij bestaat uit een cirkelrok met een haltertopje. Vandaag ben ik vrij dus kan ik onder dat haltertopje heel stiekem lekker geen behaatje aantrekken, en jarretelkousen dragen in plaats van van die saaie panties. Om die onzedige lingerie te compenseren doe ik een braaf langmouwig vestje over de jurk. Wit natuurlijk, want dat is leuk bij die witte polkadots. Kan ook wel, dat vestje, want het is best frisjes, ondanks dat de zomer met rasse schreden naderbij komt. Voor buiten komt er nog een kort wit zomerjasje over dat ik terugvond en dat nog (of weer) blijkt te passen. Witte schoenen, wit lts-tasje en oorbellen+ketting van parels maken de zaak compleet.

Op straat kijken mensen mij beduidend meer na dan normaal.
Ze zijn het kennelijk niet gewend dat iemand er in jaren-vijftig-stijl bijloopt, maar mooi vindt iedereen het wel want volkomen vreemde mensen roepen mij complimentjes toe, "wat zie je er fan-tas-tisch uit!" en kijken me na. Vooral de mannen, al kan het natuurlijk zijn dat dat ook komt omdat ik vandaag stiekem geen behaatje draag (maar ach, hoe zichtbaar is dat nu onder die jas). En al die mooie reacties maken dat mijn goede stemming alleen maar beter wordt.

Sommige vrouwen betrap ik op een jaloerse blik.
Voor hen heb ik maar een antwoord: trek ook eens wat leuks aan! Verruil die eeuwige spijkerbroek ook eens voor een leuke jurk of rok!

Ciao,
Ingrid

PS: Hier heb ik de beschreven kleding gekocht:
Jurk te koop op http://www.topvintage.nl
Plussize jarretelkousen te koop op http://www.evaly.nl
Jarretelgordel van http://www.mioki-lingerie.nl/



vrijdag 6 mei 2011

Vrije vleugels




ik wou dat ik een vogel was
vrije vleugels in het blauw
stijgen, dalen en thermiek
alles naar eigen zin

ik wou dat ik een vogel was
vrije vleugels in het blauw
geen gezanik en gezeur
maar voederplank en vetbolletje

ik wou dat ik een vogel was
vrije vleugels in het blauw
sterven van genadig snelle dood
in de kaken van kat

ik wou dat ik een vogel was
vrije vleugels in het blauw …

Ingrid.




zondag 20 maart 2011

Is mooi zijn belangrijk? - Deel 2



Vorige keer heb ik het gehad over mooi.
Mijn voorlopige conclusie was dat mooi een subjectief iets is, en dat iedereen daar anders over denkt. Vandaar waarschijnlijk ook een spreekwoord als "op ieder potje past een dekseltje".

Maar die conclusie zat me niet helemaal lekker, want hoe verklaar je dan iets als een Miss-verkiezing?
Ergens bestaat kennelijk een setje van objectieve of semi-objectieve regels, zoals gebruikt bij bijvoorbeeld Miss-verkiezingen maar ook op de catwalk, in Hollywoodfilms en op reclameposters en dergelijke. Waar komen die regels dan vandaan? Wie maakt ze? En moeten wij ons er wat van aantrekken? Of moeten we dat zoveel mogelijk negeren en onze eigen weg volgen? Maar je er niks van aantrekken is moeilijk want je komt die regels overal tegen, bij elk bushokje en in elk tv-programma en ook in bladen als Elle en Vogue word je ermee geconfronteerd. Je kunt er gewoon niet omheen kijken en onbewust graven die catwalk/media-regels zich toch een weg je gehersenspoelde mening in.

En die "catwalkregels" zijn nogal streng. Size-zero-streng. Zo streng dat jonge meisjes die zich er veel van aantrekken anorexia nervosa en andere eetstoornissen ontwikkelen. Ze zeggen dat mode-ontwerpers dunne lichamen nodig hebben omdat hun kleding daarop het beste lijkt, en heel de looks-industrie kijkt natuurlijk naar de modeshows van Chanel en Victor en Rolf enzomeer. Kennelijk begint het dus daar. Maar als mode-ontwerpers echt goed in hun werk zijn, zouden ze dan niet ook kleding kunnen ontwerpen die wel mooi staat op iets vollere vrouwen dan size-zero? En als de huidige "grote ontwerpers" dat niet kunnen (of niet willen), zijn zij dan de titel "grote ontwerper" wel waard?

Eigenlijk vind ik van niet!

Dat alles werpt uiteindelijk de vraag op: wil ik wel mooi zijn? Daarop is het antwoord vrij eenvoudig: JA. Maar dan wel mooi volgens mijn regels want ik moet met mezelf leven. Laat de rest van de wereld maar naar de maan lopen!

Ciao,
Ingrid.

vrijdag 11 maart 2011

Is mooi zijn belangrijk? - Deel 1



Veel vrouwen willen mooi gevonden worden. Mooi gevonden worden is leuk, want dan krijg je complimentjes dat je mooi bent bijvoorbeeld, en mannen kijken je na op straat. En regelmatig komt er in het nieuws dat onderzoek weer eens uitwijst dat mooie vrouwen vaak ook meer salarisverhoging krijgen en gauwer promotie krijgen en zulke dingen meer. Helaas is het dan ook weer zo dat er nooit een link naar het originele onderzoek bijgeleverd wordt, zodat ik nooit kan controleren of dat onderzoek wel klopt en goed uitgevoerd is. Mooie kinderen krijgen onbewust meer aandacht van de onderwijzers (zegt alweer een nieuwsbericht zonder link naar het originele onderzoek :( ) waardoor ze het beter doen op school, hogere cijfers krijgen en dus het later in het werk ook beter doen, waardoor ze meer salaris en gauwer promotie krijgen enzo....

Mooi zijn is dus kennelijk best wel handig en ook wel belangrijk en dat mensen die zichzelf niet zo mooi vinden nog wel eens jaloers worden op mensen die ze wel mooi vinden is dus erg begrijpelijk. Vandeweek nog zag ik een intelligente vrouw die goed is in haar werk in twee woorden min of meer afgeserveerd worden omdat ze volgens de heren niet mooi genoeg was (en dat was alleen maar een gevalletje naar-de-kapper-sturen, daar konden die mannen niet eens doorheen kijken.......). Mooi zijn - of anders in elk geval je best doen om mooi te zijn - is dus handig, zo leert mijn ervaring.

En dan nu de hamvraag:
Wat is mooi?

In het engels is een spreekwoord dat zegt: "beauty is in the eye of the beholder". "Schoonheid is in het oog van de waarnemer", zeg maar. En als je tien mensen vraagt wat ze mooi en aantrekkelijk vinden, krijg je tien totaal verschillende antwoorden, dus het klopt ook best wel.
Een poosje commentaren op "dik-artikelen" op internet in de gaten houden - artikelen over de zogenaamde obesitax bijvoorbeeld leveren altijd weer heel veel heel heftige reacties op, levert een aardig rijtje tegenstellingen op wat mensen zoal mooi en aantrekkelijk kunnen vinden. Je komt dan bijvoorbeeld de klassieke tegenstellingen tegen als blond haar versus zwart haar, blauwe ogen versus bruine/zwarte ogen, slank figuur versus rubense schone en zulke dingen meer.

Mooi is dus subjectief, en daar denken we allemaal anders over. Tot zover alles prima, mooi is subjectief en iedereen denkt daar overduidelijk anders over. No problemo.

Alleen, daar eindigt het niet.
Want hoe verklaren we nu het bestaan van een ogenschijnlijk objectief setje regels die gebruikt worden op de catwalk, in reclameposters, op TV en in de film en last but not least Uiteraard De Miss-Verkiezing (en dan bedoel ik dus niet de Miss Maxi of Miss Plussize verkiezingen). Overal word je met dat setje regels geconfrontreerd, maar waar komen ze vandaan en hebben ze echt invloed op ons eigen en persoonlijke idee van mooi? En wat moet ik als Rubensvrouw dan met die regels?

Volgende keer in deel 2 verder!

Ciao,
Ingrid.

woensdag 2 maart 2011

Levensweg-spel-dinges



Jaren geleden, als kind, maakte ik kennis met het gezelschapsspel Levensweg. Het is net het echte leven: je begint met kind-zijn en dan studeren en dan krijg je een baan, en dan kom je op een vakje waar je moet trouwen (ieuw en jakkes maar je hebt in dat spel niet de keus om single te blijven of een LAT-relatie te hebben ofzo) en daarna zijn er vakjes waar je kinderen krijgt en belasting moet betalen en zulke dingen meer. Vooral veel betaalvakjes. En je krijgt steeds salaris, dat je met al die betaalvakjes ook wel nodig hebt. En als pionnetje hebben ze kleine plastic autootjes waar je ieniemienie-kleine poppetjes in kunt zetten: blauw voor mannetjes en roze voor vrouwtjes. Al met al kun je er een hoop leuke grappen over maken met elkaar, over levensweg, en dat maakt het voor mij best wel een leuk gezelschapsspel.

Maar dat is maar een spel, en niet echt.
Alhoewel...

Een goede vriend van mij zegt vaak dat ik het leven wat meer als een spel moet zien, en niet zo serieus moet zijn. In elk geval wat dat serieus zijn betreft heeft hij volkomen gelijk; ik ben inderdaad erg serieus aangelegd en dat is soms best lastig, vooral omdat het erg stevig verankerd zit in mijn karakter. Maar aangezien hij meestal gelijk heeft in dit soort dingen, zal hij nu ook wel gelijk hebben dat ik alles wat meer als een spel moet zien; een van mijn vorige bazen - Frank - zei ook vaak zoiets, bijvoorbeeld als hij uitlegde hoe bepaalde onderhandelingen verliepen zei hij vaak "maar dat is hoe het spelletje gespeeld moet worden". Toen dacht ik dat dat vaagtaal was of beeldspraak of jargon, net zoals je "iets handen en voeten moet geven" of "ergens een helder beeld van moet hebben" of zoiets. Maar ik vraag me nu af of Frank dat letterlijk zo bedoelde, dat het een spelletje is. Ik heb zijn e-mailadres, dus misschien ga ik wel eens een e-mailtje sturen om hem er naar te vragen.
In ieder geval, als meer mensen met verstand van zaken zeggen dat alles eigenlijk een spel is, zal er toch wel een hoop waars inzitten nietwaar?

Maar ik vind dat toch wel lastig, moeilijk zelfs.
Echt leven zien als een soort opgewaardeerde levensweg.

Want in het echte leven hebben mensen echt geluk en echt verdriet en echt leuke momenten en echte teleurstellingen en echt pijn en alles. En dat is geen kattepis (en ook geen katteNpis trouwens). Je kunt in één onnadenkend moment mensen om wie je geeft veel pijn doen, dus nadenken en serieus zijn lijkt me erg handig. Alles als een spelletje zien betekent dat de mensen om je heen alleen maar pionnen zijn op het spelbord, net zoals je dat zelf dan bent. En hoe belangrijk of onbelangrijk is een simpele pion? En als we met ons allen echt zo onbelangrijk zijn, wat maakt het dan nog uit of je goed of slecht bent, braaf of stout, egoïstisch of altruïstisch?

Is alles wat wij zoal leven noemen inderdaad een spel en is alleen de inzet hoger?

Ik lees graag hoe jullie er over denken, want ik weet het antwoord niet!

Ciao,
Ingrid.