Vanochtend was er weer schrijfcafé. Een van de opdrachten was het schrijven over wat je zintuigen registreerden over een gegeven voorwerp. Wat zie je, ruik je, voel je? Mijn voorwerp was een appel. En dat leverde een stukje op dat ik toch wel graag met jullie wil delen.
Vijf minuten schrijven over wat je feitelijk ziet aan een appel. Hij is rond, een soort van dan, niet echt rond rond meer ovaal, of afgeplat rond. Bovenin zit een deuk in de bol waar het steeltje zit, dat steeltje is redelijk recht en niet zo krom als je ze soms wel eens ziet. Hij is ook vrij dun, maar ondanks dat hij er zwak uitziet is het steeltje toch sterk genoeg om de appel aan op te tillen.
De kleur van de appel is rood, overwegend rood, met af en toe vage vlekjes geel er tussendoor. Zo ongeveer als de appel van Sneeuwwitje er uit zou zien nadat de boze stiefmoeder hem in het gif gedoopt had. Overwegend rood. Aan de ene kant is de schil mooi gaaf, een echt blozend appeltje, "Hollands welvaren", zou mijn oudoom gezegd hebben. Maar als je hem dan omdraait en aan de andere kant kijkt, is de schil gerimpeld. De ene kant van de appel is een gave strakke jongemeisjeshuid, de andere kant van de appel is een stijlvolle oudere dame, met rimpels maar toch ook mooi, een beetje zoals die dame die ik van de zomer in het Goudkantoor zag en die wel wat op mijn Oma leek en waarvan ik dacht: wauw wat is zij mooi, zo wil ik ook wel oud worden.
En zo weerspiegelt een simpele appel zowel jong als oud, beide kanten van de mens en het leven. Of komt die associatie puur uit mijn hoofd en heeft de appel daar niets mee te maken? Zij staat daar maar, rood op de bruine tafel en roept ons toe: kijk toch eens hoe lekker ik ben en hoe mooi ik er uit zie. Denk je eens in hoe lekker ik zal smaken, hoe sappig ik ben en hoe fris. De friszoete smaak van een hap elstar in je mond. Naar haar kijkend voel ik hoe ze mij lokt, de aanblik van de rode frisheid roept een craving in me op waar, als ik thuis geweest zou zijn, een flink aantal appels aan ten prooi gevallen zouden zijn.
En nu moeten we het feitelijke loslaten, is de nieuwe opdracht, en naar onszelf luisteren. Ik moet me focussen op het gevoel dat de herinnering van die stijlvolle oudere dame in me oproept. Het eerste dat ik tegenkom is bewondering, ik bewonderde haar en bewonder haar nog steeds. Gewoon jezelf zijn, oud of jong, in deze wereld die van ons schijnt te eisen dat we allemaal slank, jong, mooi en blond zijn. In een wereld waar mensen rimpels laten wegbotoxen, wat toch zo zonde is, want rimpels geven een gezicht karakter en kunnen zo mooi zijn. Naar een gezicht met rimpels kijken kan bij mij meer gevoelens oproepen dan een glad gezicht kan doen. Lachrimpeltjes die getuigen van gewezen vrede en vrolijkheid, zorgenrimpels die getuigen van gewezen moeilijke tijden die overleefd zijn, daar kan geen glad, jong gezicht tegen op. Het maakt dat je mee wilt lachen met de lachrimpels, en de zorgenrimpels heel stevig wilt knuffelen.
Ik vraag me af: welke rimpels zou ik willen hebben als ik zou kunnen kiezen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten