Opgeruimd stap ik de trein in en zit ik even later heerlijk glazig naar boederijen te kijken die voorbij zoeven. Schapen en koeien en paarden in weilanden. Vooral koeien, veel koeien. Vooral zwartbont. Kennelijk kopen we met ons allen genoeg weidemelk, want er zijn best veel weilanden met koeien. Af en toe loopt er iemand op het land, of rijdt er een tractor.
Op een gegeven moment zoeft er een oude verroeste ploeg voorbij. Een echt oude, in die ene flits zie ik het blad van de ploeg en vallen me de disselbomen op waar ooit een sterk paard tussen gelopen heeft. Dat maakt dat ik moet denken aan verhalen over hoe het boeren vroeger ging: met de hand en met de hulp van paarden en knechten en zo. Verhalen over hoe de boerenknechten maaiden met de zeis, en de boerenmeiden er achteraan liepen om het gemaaide tot schoven op te binden. Verhalen over hoe naar elkaar geroepen werd: "maaien is niks als bukken en draaien!". "Maar bukken en draaien is kérelswerk!". In het plat Gronings.
En even heb ik zin om in een tijdmachine te stappen om zelf te gaan zien hoe dat ging. En of die veelgeroemde "goede oude tijd" nou echt zo goed was. Of juist niet, misschien. Ik weet in elk geval al wel dat ik goede moderne sanitaire voorzieningen als douche en wc toch wel vreselijk zou missen als ik geconfronteerd zou worden met de lampetkannen en poepdozen van vroeger.
Oké, tijdmachines bestaan niet dus zelf gaan kijken kan niet. Dat weet ik wel.
Oké, tijdmachines bestaan niet dus zelf gaan kijken kan niet. Dat weet ik wel.
Maar toch.
Maar toch zou het best eens interessant zijn om met eigen ogen te gaan zien hoe het nou eigenlijk was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten