Download
het eBook: http://rubenseschone.nl/ebooks.php
"Zo!",
zei professor Fonda tegen iedereen, "volgens mij hebben we nu alles. Heeft
iedereen het noodzakelijke ingepakt? Ja? Mooi, dan kunnen we gaan. Op naar de
sterrenpoort!", sprak hij terwijl hij zijn rugzak op zijn rug hees. Verbaasd
keek hij om toen zijn twee mede-expeditieleden begonnen te klappen. Die reactie
op zijn toch wel erg magere aanmoedingspreek had hij niet verwacht. Maar
kennelijk was de magie van het onbekende achter de sterrenpoort sterk genoeg om
ook hen te betoveren.
Hij liep
de trap op en bleef op het podium vlak voor de poort nog even staan. Na nog één
blik achterom naar Kodiko en Latoko richtte hij zijn aandacht op de paarse
schemering voor hem waar Silmana al in verdween. Met een mengeling van angst en
nieuwsgierigheid ging hij Silmana achterna naar het onbekende.
De
paarse schemering in de poort was desoriënterend en drukkend en professor Fonda
was blij dat hij na een lange minuut kon afstappen. Hij stond in een groot
gebouw, kennelijk was de poort ook hier in een groot gebouw gebouwd. Of was het
gebouw om de poort heen gebouwd. Om de poort te beschermen? Om de toegang te
kunnen controleren? De poort begon achter hem luid te zoemen, en hij liep gauw
de trap af om plaats te maken voor van Vliet en zich bij Silmana te voegen. Hij
was het inmiddels volledig eens met Latoko's oordeel dat Silmana een louche
sujet leek. Aan de andere kant moest hij toegeven dat Silmana in zijn leven
weinig keuze gehad had en toch net als ieder ander eten en spullen moest kunnen
kopen. De jonge idealist in de professors hoofd vroeg zich af hoeveel Silmanas
er rondliepen in de bendes straatkinderen thuis, en hoeveel daarvan gered
konden worden van een uitzichtloos lot als huurling. Hij schrok op uit zijn
mijmering toen Silmana zijn stem verhief.
"De
plaatselijke bevolking is heel vriendelijk", legde Silmana uit, "maar
de tussenhandelaren die de sterrendiamanten verhandelen zijn keihard, en vaak
onderdeel van de maffia. Met hen moet je uitkijken, zij geloven enkel in het
recht van de sterkste." Met een veelbetekenende blik op de professor liep
Silmana een eindje opzij en de professor volgde hem.
"Luister,
professor, ik weet dat u geen hoge pet van mij op heeft. En terecht, want uw
enige kennis over mij komt van Kodiko. Maar het is goed dat u en uw expeditie
meegegaan zijn, want er zijn hier een hoop dingen verschrikkelijk mis en we
kunnen goede wetenschappers goed gebruiken."
"Nou,
ach, eh", begon de professor hakkelend, "ik ben hier voor
wetenschappelijke studie, niet om maatschappelijke problemen op te lossen.
"
"Wetenschappelijke
studie en de bijbehorende publicatie is juist wat nodig is", antwoordde
Silmana fel, "want die sterrendiamanten zijn geen mineralen, maar levende
wezens in gekristalliseerde vorm. Dénkende wezens, bewúste wezens, waar je mee
kunt praten en lachen en debatteren en alles. U zult het straks wel zien.
Professor
Fonda bleef geschokt achter. Levende wezens in kristalvorm? Dat zette niet
alleen zijn ideeën over wat wel en niet leven is op zijn kop, maar riekte ook
naar slavernij. Wat was er nou precies aan de hand? Door de geheimzinnigheid
was hij op zijn hoede en door de opmerkingen van Silmana wist hij niet helemaal
meer wat hij aan die man had en was hij danig van zijn stuk gebracht.
"Oké
mensen!", riep Silmana tegen de hele groep wetenschappers, "zo
meteen, achter die deur, zullen jullie je eerste glimp opvangen van deze wereld
en haar bewoners. Wees voorzichtig: er gelden hier andere regels dan thuis en
zelfs de natuurwetten werken hier anders. En wees vooral op je hoede voor de
magie: dat hebben we thuis niet dus je hebt geen idee wat het doet, kan, en wat
de risico's zijn." Met die woorden stapte Silmana resoluut de deur door en
de expeditieleden dromden gretig achter hem aan, nog nieuwsgieriger geworden
dan ze al waren door Silmanas opmerkingen over andere natuurwetten en magie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten