We hebben hem allemaal goed leren kennen de afgelopen dagen.
Zijn heerschappij was deze week overduidelijk.
Koning Winter is volop aanwezig in Nederland.
En ik vind het maar niks.
Het begint vorig weekend, met sneeuw en kou buiten als ik 's ochtends de gordijnen open doe. Op de radio waarschuwingen wegens gladheid, sneeuw en ijzel. Jakkes. En ik moet naar mijn werk, dus lekker weer onder de warme dekens kruipen zit er niet in.
Ergens verderop in de week hoor ik 's avonds op de radio de weersvoorspelling. Temperaturen tot min vijftien en in het binnenland mogelijk nog lager. Vermaningen dat zout strooien op je stoep geen zin heeft omdat ook zout water bij die temperaturen bevriest. Een nieuwsbericht dat de hulpdiensten naarstig op zoek zijn naar notoire buitenslapers, die moeten allemaal naar de daklozenopvang omdat ze anders dood vriezen of iets in die trant. Mijn gedachten zijn niet met het nieuws meegelopen, die staan nog stil bij de genoemde temperatuur. Min vijftien? Het lijkt wel Siberië. Vanavond iets leuks gaan doen? En dan door die kou heen? Nee dank je, ik blijf wel veilig thuis, met een kop warme chocolademelk in mijn handen terwijl ik in stilte de uitvinder van de Centrale Verwarming bedank.
Koning Winter en ik hebben niet zoveel met elkaar. Ik kan met die man niet door één deur, met zijn jaarlijkse sneeuw-, ijs-, schaats- en unoxmutsellende. Luisterend naar een nieuwsbericht over hoeveel mensen vandaag in wakken zijn terechtgekomen tijdens het schaatsen zucht ik.Ik verlang naar warm weer, naar lekker op een terrasje zitten of door een zalig zachte milde zomerregen lopen.
Waar blijft nou dat broeikaseffect?
Ciao,
Ingrid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten