Een Rubense Schone geeft haar meningen, gedachten en gevoelens over alles wat het leven haar brengt. De proza wordt hier gepubliceerd, gedichten worden verzameld op ingridsgedichten.blogspot.com.
Ik publiceer onregelmatig, dus abonneren op rss of e-mail is handig.
vrijdag 18 februari 2011
Alles of niets
Zo rond mijn tiende verjaardag kreeg ik mijn eerste computer. Een ZX Spectrum. En al gauw kon ik er wat simpele programma's op maken, en kon ik dus programmeren. Later ben ik bij een ICT-bedrijf gaan werken, waar ik computerprogramma's maakte. En dat doe ik nu nog steeds. Ik zit dus al heel lang tussen de computers, en ik programmeer nu al 27 jaar waarvan de laatste 14 jaar dus als mijn werk. Best wel lang dus. En als je zolang met computers omgaat, ga je vanzelf een beetje denken als zij.
Dat ik dat vaak doe valt me wel eens op als ik anderen woorden als "alles", "niets" en "altijd" hoor gebruiken. Soms heb ik het er wel eens over met collega's en hen valt hetzelfde denkverschil op tussen "ons" programmeurs (want ik ben niet de enige met deze afwijkende manier van denken) en "hun" niet-programmeurs. En ondanks dat we het weten van onszelf, is het toch wel makkelijk vergeten dat wij woorden als alles anders interpreteren dan anderen. En dat geeft soms heftige discussies omdat je elkaar dan even niet snapt terwijl je denkt dat je elkaar wel snapt.
Maar hoezo denk ik dan anders over zulke woorden dan anderen?
Ik kan dat het beste uitleggen met een voorbeeld. Stel je hebt de volgende stelling:
"Alle vogels vliegen"
De meeste mensen zullen daarop iets zeggen als "ja dat klopt alleen de struisvogel en de pinguin vliegen niet". Het woord alle is bij hen een soort van elastiekje dat je uit kunt rekken zodat het ineens "de meeste" betekent en de struisvogel en de pinguin er ineens niet meer bijhoren.
Maar mijn eerste reactie is: "Nee dat klopt niet want de struisvogel en de pinguin vliegen niet en dat zijn ook vogels." Het woord alle betekent bij mij genadeloos ALLE. Geen uitzonderingen, want dan is het niet meer "alle", maar "de meeste". En op de een of andere manier lijken alleen mede-programmeurs en aanverwante technici net zo te denken. Er zijn meer woorden die absoluut zijn en geen uitzonderingen kennen, bijvoorbeeld altijd, nooit, en niets.
En dat absolute is voor mij zo vanzelfsprekend en logisch dat ik wel eens vergeet dat taal niet vast is als een blok beton, maar eerder flexibel als een stukje klei (van die vrolijkgekleurde kinderklei van Play-Doh ofzo) dat je kunt kneden in de vorm die je wilt en dat veel mensen die klei anders kneden dan ik en dus zulke woorden anders interpreteren dan ik.
Mensen zeggen vaak dat ICT'ers niet kunnen communiceren. Uit bovenstaande overwegingen kan ik denk ik wel veilig de conclusie trekken dat ik prima kan communiceren, maar dat ik dat wel anders doe dan de meeste mensen. En dat moet je dan net weer even weten.
U bent dus gewaarschuwd :)
Ciao,
Ingrid.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten